Muizenplaag lijkt over hoogtepunt heen

"In regio's waar de muizenplaag begon, is de grootste ellende voorbij. Maar in meerdere, andere gebieden zijn nog massa's muizen actief en richten ook daar volop schade aan." Dit zegt Wiebren van Stralen, beleidsadviseur Mest en Milieu van LTO Nederland.

`Muizenplaag is voorbij' meldde eerder vandaag een regionale omroep, maar dat bericht is volgens Van Stralen veel te voorbarig. "Ik zou dit graag bevestigen, maar het klopt niet. Weliswaar lijkt het hoogtepunt van de plaag in de oorspronkelijke kern gepasseerd, maar we zijn er nog niet. Er komen nog elke dag nieuwe schadegevallen binnen."

De plaag woekert nog voort in het grensgebied tussen Friesland en Overijssel, de regio boven Leeuwarden, het kleigebied bij Bolsward en een gebied oostelijk van de snelweg Heerenveen-Leeuwarden. Ook buiten Friesland nemen de meldingen toe, vooral in de Kop van Overijssel, regio Bunschoten en de Noordoostpolder. "Te hopen valt dat ook hier instorting van de populatie nadert en de plaag als het ware dooft. De schade loopt dan niet verder meer op", aldus van Stralen.

Cumulatie

Volgens de LTO-medewerker zijn de wetten der natuur er debat aan, dat de muizen op grote schaal doodgaan. "Ze worden ziek, vreten elkaar op en er komt op enig moment een tekort aan voedsel. Door een cumulatie van oorzaken en omstandigheden kan het met zo'n plaag snel afgelopen zijn."

Overigens gaan de eerder ingezette taxaties van de schade gewoon door, alsook het overleg met het ministerie van EZ, banken, provincies, waterschappen en verzekeraars. Van Stralen: "Zowel landelijk als provinciaal wordt verder gewerkt met als belangrijkste doel, dat bedrijven continuiteit houden. Denk bijvoorbeeld aan leenfaciliteiten en ruimte voor zowel herstel van het grasland als ruimte bij regelingen, die dat herstel in de weg kunnen staan. Denk bijvoorbeeld aan het uitrijden van mest, herinzaai, derogatieregels en vergroening."

Extra faciliteiten

Zicht op een financiele tegemoetkoming in de schade is er nog steeds niet. Provincies en banken werken aan extra faciliteiten om te voorkomen dat bedrijven in financiele problemen raken. In enkele regio's is de schade op individuele bedrijven echter zo groot, dat ze zonder financiele hulp in liquiditeitsproblemen dreigen te komen.

"Een financiele tegemoetkoming in de schade blijkt lastig, maar is niet onmogelijk. Overwogen zou kunnen worden om voor de categorie `zeer zware schade' toch iets te doen. Het gaat immers om een plaag en overmacht, je kunt er als boer niks aan doen. Financiele hulp is naar de samenleving heel goed uit te leggen", aldus Van Stralen.

Zie overzicht schademeldingen (stand van zaken 26 februari jl.)

03 maart 2015

BRON: Jack Luiten / Wiebren van Stralen