Toeval, omgeving en inzet voorspellen arbeidsmarktsucces mbo'ers

Op 24 februari 2015 werd bekend dat de overheid 18 miljoen extra investeert om jeugdwerkloosheid te bestrijden. Ecbo- & Universiteit Utrecht-onderzoeker Pieter Baay onderzocht de succesfactoren bij de transitie van mbo-opleiding naar arbeidsmarkt en verdedigt op 6 maart 2015 zijn promotieonderzoek. In het School2Work-project werden meer dan 2000 mbo-studenten drie jaar lang gevolgd rondom hun overgang naar de arbeidsmarkt. De belangrijkste conclusie is dat de sociale omgeving een belangrijke rol speelt, maar dat mbo'ers de omgeving ook naar hun hand kunnen zetten.

Kansen op de arbeidsmarkt komen deels voort uit toevalligheden en iemands sociale omgeving. 65% van de mbo'ers rapporteert dat toeval een rol speelde bij het zoeken naar een baan. Toch lijkt niet iedereen evenveel kans te maken op 'toevallige' kansen: vooral studenten met hogeropgeleide ouders en een groter sociaal netwerk hebben dit ervaren. Naast het aanreiken van kansen, blijkt de sociale omgeving ook van invloed op de motivatie van mbo'ers. Zelfs als mbo'ers hun sociale netwerk niet actief inzetten, worden ze er door beinvloed.

Maar mbo'ers kunnen hun baanzoekproces en omgeving ook zelf inrichten. Zo blijken proactieve mbo'ers effectiever om te gaan met obstakels en kansen in hun omgeving. Zij gaan bijvoorbeeld actiever naar werk zoeken als zij etnische discriminatie verwachten, en bereiden zich beter voor op netwerkbijeenkomsten en sollicitaties. Hiermee blijken zij de impact van discriminatie te verkleinen en de impact van kansen te vergroten.

Moet er dan worden geinvesteerd in de proactieve vaardigheden van studenten? 'Goed idee, ook omdat het een steeds belangrijkere 21ste-eeuwse vaardigheid wordt', aldus Pieter Baay. Uit het promotieonderzoek bleek dat een trainingsprogramma om proactieve vaardigheden te bevorderen nog onvoldoende effectief was, maar hier liggen wel kansen voor de toekomst. Maar ook vaardigheden om het sociale netwerk te ontwikkelen en benutten zijn van belang, aldus Baay. 'Ik pleit daarom, naast een investering in stage- en werkervaring voor mbo'ers, voor aandacht voor beroepoverstijgende vaardigheden en hulpbronnen. Daarbij is een rol weggelegd voor zowel de individuele baanzoeker als de school en andere sociale contexten.'

Baay presenteert de bevindingen uit zijn proefschrift 5 maart 2015 in een openbare lezing bij expertisecentrum beroepsonderwijs (ecbo); 6 maart 2015 hoopt hij te promoveren aan de Universiteit Utrecht.