Antwoorden kamervragen over de aanwezigheid van islamitische predikers op een bijeenkomst in Utrecht Kamerstuk | 13-03-2015 | VenJ

12 maart 2015

Antwoorden kamervragen over de aanwezigheid van islamitische predikers op een bijeenkomst in Utrecht

Hierbij bieden wij u de antwoorden aan op vier sets schriftelijke vragen.

Vragen gesteld door de leden Van Klaveren en Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren) over een nieuwe bijeenkomst van islamitische geweldpredikers. Deze vragen werden ingezonden op 20 februari 2015 met kenmerk 2015Z02968.

Vragen gesteld door de leden Omtzigt (CDA) en Segers (ChristenUnie) over het Megabenefiet-gala “Het is nu of nooit” in Utrecht. Deze vragen werden ingezonden op 20 februari 2015 met kenmerk 2015Z02969.

Vragen gesteld door het lid Azmani (VVD) over het bericht ‘Haatimams naar Utrecht’. Deze vragen werden ingezonden op 20 februari 2015 met kenmerk 2015Z02970.

Vragen gesteld door de leden Van Klaveren en Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren) over het bericht dat extremistische sjeiks welkom zijn in Utrecht. Deze vragen werden ingezonden op 27 februari 2015 met kenmerk 2015Z03541.

De Minister van Veiligheid en Justitie,

drs. S.A. Blok

De Minister van Buitenlandse Zaken,

B. Koenders

Datum 12 maart 2015 Ons kenmerk 623774

Vragen van de leden Van Klaveren en Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren) aan de ministers van Veiligheid en Justitie en van Buitenlandse Zaken over een nieuwe bijeenkomst van islamitische geweldspredikers. (ingezonden 20 februari 2015, nr. 2015Z02968)

Datum 12 maart 2015

Ons kenmerk 623774

Vraag: 1 Bent u bekend met het bericht 'Opnieuw benefietgala met radicale imams'? ( http://www.telegraaf.nl/premium/binnenland/23706571/__Opnieuw_benefietgala_met_radicale_imams__.html?lightbox=false )

Antwoord: 1 Ja.

Vraag: 2 Klopt het dat onder andere de extremistische sjeik Assim al-Hakeem een visum heeft gekregen en aanwezig zal zijn op het 'benefietgala'?

Antwoord: 2 Bij de vertegenwoordigingen van het Koninkrijk in het buitenland is geen visum aangevraagd op naam van de in de aankondigingen genoemde prediker (Sheikh) Assim Al-Hakeem.

Vraag: 3 In hoeverre is bij u bekend dat sjeik Assim al-Hakeem predikt dat afvalligen en critici van Mohammed moeten worden gedood?

Antwoord: 3 Het is mij bekend dat de heer al-Hakeem in diverse preken en spreekbeurten uitspraken heeft gedaan die in de Nederlandse context ontoelaatbaar zouden zijn en – als ze in Nederland in het openbaar gedaan zouden worden – in sommige gevallen tot strafrechtelijke vervolging zouden kunnen leiden.

Vraag: 4 Bent u bereid, indien sjeik Assim al-Hakeem (en eventuele andere geweldspredikers) een visum heeft gekregen, ook in dat geval te zorgen dat het visum wordt ingetrokken? Zo nee, waarom niet?

Vraag: 5 Mocht de fout gemaakt zijn dat de betreffende geweldsprediker reeds een visum heeft gekregen en deze niet wordt ingetrokken, bent u dan bereid bij de burgemeester aan te dringen dat hij de bijeenkomst zal verbieden?

Antwoord: 4 en 5 Zie het antwoord op vraag 2. Bij de vertegenwoordigingen van het Koninkrijk in het buitenland is geen visum aangevraagd op naam van de in de aankondigingen genoemde prediker (Sheikh) Assim Al-Hakeem.

Vraag: 6 Ons kenmerk Welke maatregelen bent u voornemens te treffen om te zorgen dat geen 623774 enkele buitenlandse geweldsprediker meer toegang krijgt tot ons land?

Antwoord: 6 In de brief van 3 maart 2015 heb ik reeds gemeld dat uit het buitenland afkomstige visumplichtige sprekers die in Nederland onverdraagzame, anti- integratieve en/of antidemocratische boodschappen willen uitdragen en daarmee de openbare orde of nationale veiligheid bedreigen, niet welkom zijn. Afwijkende gedachten en ideeën zijn op zich geen reden om iemand de toegang te weigeren. De vrijheden van godsdienst, meningsuiting en vereniging zijn essentieel voor onze democratie. In onze rechtsstaat worden dergelijke vrijheden voor iedereen beschermd. Maar deze vrijheden zijn niet onbeperkt. Zij vinden hun grens als de vrijheden van anderen in het gedrang komen, als mensen aanzetten tot haat of geweld of als de veiligheid in het geding komt. Wie in Nederland aanzet tot haat of geweld, zal strafrechtelijk worden aangepakt.

Zoals in de brief gemeld wordt om nadere invulling te geven aan maatregel 20f van het Actieprogramma in het visumverleningsproces indringender gekeken naar de invulling van het openbare orde en nationale veiligheidsaspect. Hiertoe worden door de betrokken ketenpartners allereerst de behandel(risico) profielen aangevuld met extra criteria en een alerteringslijst van sprekers en/of referenten die extra aandacht vragen in de beoordeling. Het behandelprofiel wordt inhoudelijk opgebouwd met informatie van de voor openbare orde en veiligheid verantwoordelijke instanties en aangevuld door het ministerie van Buitenlandse Zaken, in samenwerking met de IND. De alerteringslijst wordt opgesteld en bijgehouden door de NCTV. Deze behandel(risico) profielen (inclusief alerteringslijst) worden bij het binnenkomen van een visumaanvraag gebruikt om de aanvragen waar eventueel een verhoogd risico speelt te signaleren bij bovengenoemde ketenpartners. Voor de beslismedewerkers die werkzaam zijn bij vertegenwoordigingen van het Koninkrijk in het buitenland zal in het verlengde hiervan een training ter beschikking worden gesteld.

Vraag: 7 Deelt u de visie dat ook organisaties die geweldspredikers (blijven) uitnodigen aangepakt dienen te worden? Zo ja, op welke wijze gaat u dit doen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: 7 Vrijheid van meningsuiting is de essentie van democratie. In onze rechtsstaat worden dergelijke vrijheden voor iedereen beschermd. Het organiseren van een evenement zoals in Utrecht, dat volgens de organisatie bedoeld was om geld in te zamelen voor liefdadigheidsactiviteiten, is niet verboden. Echter, de vrijheid van meningsuiting is zoals gesteld in antwoord op vraag 6 niet onbeperkt. Deze wordt begrensd als de vrijheden van anderen in het geding komen, als mensen haat of geweld prediken of als de veiligheid in het geding komt. Wat betreft eventuele maatregelen tegen organisaties geldt, dat als zou blijken dat tijdens een evenement sprake is geweest van het aanzetten tot haat zoals vastgelegd in artikel 137d Wetboek van Strafrecht, het Openbaar Ministerie kan beoordelen of alleen degene die aanzette tot haat moet worden vervolgd, of ook degene die hem eventueel bij de strafbare uitingen heeft geholpen.

Vragen van de leden Omtzigt (CDA) en Segers (ChristenUnie) aan de ministers van Veiligheid en Justitie en van Buitenlandse Zaken over het Megabenefiet-gala "Het is nu of nooit" in Utrecht. (ingezonden 20 februari 2015, nr. 2015Z02969)

Toelichting: deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Van Klaveren en Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren), ingezonden 20 februari 2015 (vraagnummer 2015Z02968)

Vraag: 1 Heeft u kennisgenomen van het Megabenefiet-gala "Het is nu of nooit" in Utrecht op 1 maart 2015?

Antwoord: 1 Ja.

Vraag: 2 Heeft u kennisgenomen van het feit dat Sheikh Assim Al-Hakeem daar spreekt?

Antwoord: 2 Het evenement in Utrecht heeft op zondag 1 maart jongstleden plaatsgevonden. De heer Al-Hakeem is voor zover bekend niet op dit evenement aanwezig geweest.

Vraag: 3 Hoe beoordeelt u zijn uitspraken dat er een jihad is in Syrie, waarmee hij legitimeert dat jongeren afreizen naar Syrie voor een gewapende strijd? ( zie bijvoorbeeld https://www.youtube.com/watch?v=xCWvxFez7FM )

Antwoord: 3 De boodschap van de heer Al-Hakeem in 2013 ligt in lijn met wat er destijds binnen het (internationale) soennitische geestelijke establishment in het algemeen werd gesteld: dat er sprake is van een legitieme (strijd) jihad in Syrië. De soennitische geestelijken reageerden daarmee op de openlijke bemoeienis van de sji’itische Hezbollah bij de strijd in Syrië. Over de exacte invulling van de ‘jihad’ in Syrië binnen het soennitische establishment is echter geen consensus bereikt.

Vraag: 4 Welke mensen hebben reeds een visum gekregen voor dit benefiet gala en is er voldoende screening geweest vooraf of vindt die nog achteraf plaats?

Antwoord: 4 Voor zover bekend, zijn geen visa aangevraagd voor het specifieke doel van bijwoning van het benefiet-gala “Het is nu of nooit” in Utrecht. Dat laat onverlet dat vreemdelingen die over een geldig visum beschikken dat voor een ander doel is aangevraagd, het gala zouden kunnen bijwonen. Bij de vertegenwoordigingen van het Koninkrijk in het buitenland is geen visum aangevraagd op naam van de in de aankondigingen genoemde prediker (Sheikh) Assim Al-Hakeem.

Vraag: 5 Kunt u deze vragen zo spoedig mogelijk beantwoorden?

Antwoord: 5 Ja.

Vragen van de leden Van Klaveren en Bontes (Beiden Groep Bontes/Van Klaveren) aan de ministers van Veiligheid en Justitie en van Buitenlandse Zaken over het bericht dat extremistische sjeiks welkom zijn in Utrecht (ingezonden 27 februari 2015, nr. 2015Z03541)

Vraag: 1 Bent u bekend met het bericht ‘Utrecht: haatpredikers welkom’? ( http://www.telegraaf.nl/binnenland/23729483/__Haatimams_welkom_in_Utrecht__.html )

Antwoord: 1 Ja.

Vraag: 2 Klopt het dat de bijeenkomst in Utrecht, waar onder andere ook de Saoedische prediker Al-Hakeem bij aanwezig zal zijn, toch doorgang vindt?

Antwoord: 2 Het evenement in Utrecht heeft op zondag 1 maart jongstleden plaatsgevonden. De heer Al-Hakeem is voor zover bekend niet op dit evenement aanwezig geweest.

Vraag: 3 Bent u bekend met het gegeven dat Al-Hakeem een virulente geweldsprediker is die stelt dat afvalligen en critici van de islam gedood dienen te worden en vrouwen genitaal moeten worden gemutileerd?

Antwoord: 3 Het is mij bekend dat de heer al-Hakeem in diverse preken en spreekbeurten uitspraken heeft gedaan die in de Nederlandse context ontoelaatbaar zouden zijn en – als ze in Nederland in het openbaar gedaan zouden worden – in sommige gevallen tot strafrechtelijke vervolging zouden kunnen leiden.

Vraag: 4 In hoeverre begrijpt u dat het binnenlaten van Saoedische geweldspredikers niets bijdraagt aan het tegengaan van radicalisering en extremisme?

Antwoord: 4 In het Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme heeft het kabinet gesteld radicalisering te willen tegengaan door verspreiders van jihadistische propaganda aan te pakken en te verstoren. Een van de maatregelen die hierbij genoemd is, is het weigeren van een visum voor predikers – uit visumplichtige landen – die oproepen tot haat en geweld (maatregel 20f). Uit het buitenland afkomstige visumplichtige sprekers die in Nederland onverdraagzame, anti-integratieve en/of antidemocratische boodschappen willen uitdragen en daarmee de openbare orde of nationale veiligheid bedreigen, zijn zoals ik aan uw Kamer heb gemeld in de brief van 3 maart 2015 niet welkom. Voor de nadere uitwerking van maatregel 20f verwijs ik uw Kamer naar deze brief.

Vraag: 5 Kunt u aangeven waarom van geweldspredikers die zouden spreken in Rijswijk wel het visum is ingetrokken en waarom dat bij deze geweldsprediker blijkbaar niet gebeurt?

Antwoord: 5 Deze afweging was niet aan de orde. Bij de vertegenwoordigingen van het Koninkrijk in het buitenland is geen visum aangevraagd op naam van de in de aankondigingen genoemde prediker (Sheikh) Assim Al-Hakeem.

Vraag: 6 Bent u bereid de burgemeester van Utrecht wakker te maken, hem te wijzen op het tot geweld oproepende karakter van de boodschap van Al- Hakeem en te zorgen dat het 'gala' alsnog wordt afgeblazen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord: 6 Het evenement heeft reeds plaatsgevonden. De locatie-eigenaar heeft aanvankelijk het huurcontract ontbonden, mede op basis van de ontstane ophef. Er was geen strafrechtelijke grond om dit evenement te verbieden. De locatie- eigenaar heeft uiteindelijk besloten de locatie voor het evenement alsnog ter beschikking te stellen.

Vraag: 7 Bent u bereid, behalve de geweldspredikers, ook organisaties die deze figuren (blijven) uitnodigen aan te pakken? Zo neen, waarom niet?

Antwoord: 7 Vrijheid van meningsuiting is de essentie van democratie. In onze rechtsstaat worden dergelijke vrijheden voor iedereen beschermd. Het organiseren van een evenement zoals in Utrecht, dat volgens de organisatie bedoeld was om geld in te zamelen voor liefdadigheidsactiviteiten, is niet verboden. Echter, de vrijheid van meningsuiting is niet onbeperkt. Deze wordt begrensd als de vrijheden van anderen in het geding komen, als mensen haat of geweld prediken of als de veiligheid in het geding komt. Wat betreft eventuele maatregelen tegen organisaties geldt, dat als zou blijken dat tijdens een evenement sprake is geweest van het aanzetten tot haat zoals vastgelegd in artikel 137d Wetboek van Strafrecht, het Openbaar Ministerie kan beoordelen of alleen degene die aanzette tot haat moet worden vervolgd, of ook degene die hem eventueel bij de strafbare uitingen heeft geholpen.

Vragen van het lid Azmani (VVD) aan de minister en staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de minister van Buitenlandse Zaken over het bericht ‘Haatimams naar Utrecht’. (ingezonden 20 februari 2015, nr. 2015Z02970)

Toelichting: deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Van Klaveren en Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren), ingezonden 20 februari 2015 (vraagnummer 2015Z02968) en van de leden Omtzigt (CDA) en Segers (ChristenUnie), ingezonden 20 februari 2015 (vraagnummer 2015Z02969)

Vraag: 1 Bent u bekend met de omstandigheid dat op 1 maart 2015 in Utrecht een islamitisch evenement wordt georganiseerd waar een omstreden prediker, Assim Al-Hakeem, zal spreken? ( http://www.telegraaf.nl/binnenland/23708670/__Haatimams_naar_Utrecht__.html )

Antwoord: 1 Het evenement in Utrecht heeft op zondag 1 maart jongstleden plaatsgevonden. De heer Al-Hakeem is voor zover bekend niet op dit evenement aanwezig geweest.

Vraag: 2 Bent u bekend met de radicale standpunten van de spreker ten aanzien van homoseksualiteit, vrouwenslavernij en het jihadisme? Zo ja, wat vindt u daarvan? Deelt u de mening dat dit potentieel een risico voor de openbare orde vormt?

Antwoord: 2 Het is mij bekend dat de heer al-Hakeem in diverse preken en spreekbeurten uitspraken heeft gedaan die in de Nederlandse context ontoelaatbaar zouden zijn en – als ze in Nederland in het openbaar gedaan zouden worden – in sommige gevallen tot strafrechtelijke vervolging zouden kunnen leiden. De heer Al-Hakeem is voor zover bekend niet aanwezig geweest. Er is geen sprake geweest van een risico voor de openbare orde.

Vraag: 3 Welke mogelijkheden hebben de lokale overheid en de rijksoverheid om omstreden predikers te weren?

Antwoord: 3 De rijksoverheid kan in het geval van omstreden predikers die visumplichtig zijn en een bedreiging vormen voor de openbare orde of de nationale veiligheid visa niet uitvaardigen of intrekken. Op lokaal niveau heeft de burgemeester mogelijkheden om voorafgaand aan een evenement of ter plaatse maatregelen te nemen met het oog op het handhaven van de openbare orde.

Vraag: 4 In hoeverre heeft de overheid voldoende kennis om in te schatten of er sprake is van predikers die haat prediken of anderszins de openbare orde verstoren? In hoeverre vindt u het ook een verantwoordelijkheid van moskeeorganisaties in Nederland om samen met de overheid op te trekken om te voorkomen dat aan dergelijke predikers een podium wordt geboden?

Antwoord: 4 Het bewaken van de openbare orde is een kerntaak van de overheid. In het geval dat een bijeenkomst waar één of meerdere predikers het woord zullen voeren, leidt tot maatschappelijke onrust, zoals het geval is in de casus Rijswijk, komt de openbare orde in het geding. Het is de rol van de overheid om in dat geval maatregelen te nemen om de openbare orde te handhaven. In breder perspectief toont het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) hierin ook al verantwoordelijkheid. Zij zijn voornemens hun organisaties en moskeeën te informeren en adviseren.

Vraag: 5 Ziet u mogelijkheden deze predikers te weren uit het Schengengebied? Is het bijvoorbeeld mogelijk geen visa te verstrekken aan deze predikers die omstreden worden geacht vanwege hun uitlatingen en gedragingen en daarmee een gevaar zijn voor de openbare orde? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: 5 Voor sprekers die visumplichtig zijn, wordt bij de visumaanvraag bij de ambassade of het consulaat een check gedaan op grond van het Schengen Acquis. Het Schengen Acquis biedt de mogelijkheid visa af te wijzen of toegang te weigeren indien sprake is van een bedreiging voor de openbare orde, nationale veiligheid en/of internationale betrekkingen. Hierbij is grote zorgvuldigheid geboden met het oog op de in een rechtsstaat vereiste proportionaliteit en subsidiariteit. Een spreker die in het verleden haat of geweld gepredikt heeft en als een bedreiging voor de openbare orde of nationale veiligheid wordt aangemerkt, kan op grond van bovengenoemde criteria een visum worden ingetrokken of geweigerd.

Vraag: 6 Welke mogelijkheden heeft u wanneer predikers reeds een visum hebben van een ander land uit het Schengengebied? Ziet u mogelijkheden hierin met de andere lidstaten gezamenlijk op te treken?

Antwoord: 6 Nederland kan het afgevende land verzoeken een visum in te trekken. Hierbij zullen die landen vragen aan welke van de voorwaarden voor afgifte van het visum niet, of niet meer, wordt voldaan. Dit kan bijvoorbeeld zijn als de betreffende persoon een gevaar vormt voor de openbare orde of de nationale veiligheid van Nederland danwel van een andere Schengenlidstaat. Het is onder meer aan de lokale driehoek en de AIVD om te bepalen of van een dergelijke situatie sprake is en dat goed te motiveren. Het is en blijft vervolgens aan de lidstaat die het visum heeft af gegeven om te beslissen al dan niet gehoor te geven aan een dergelijk verzoek.

Daarnaast kunnen de bevoegde Nederlandse autoriteiten ook zelf visa intrekken die zijn afgegeven door andere lidstaten. Deze bevoegdheid is bedoeld om lidstaten de mogelijkheid te geven visumhouders die zich aan haar grens melden dan wel reeds op haar grondgebied bevinden de toegang c.q. verder verblijf in de vrije termijn te ontzeggen indien blijkt dat niet meer aan de voorwaarden voor verblijf wordt voldaan. In die gevallen dient Nederland het land van visumafgifte van de intrekking in kennis te stellen. Om te voorkomen dat ongewenste vreemdelingen naar Nederland danwel een andere Schengenlidstaat afreizen, kan de IND namens de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie een vreemdeling laten signaleren. Omdat de signalering tot doel heeft bepaalde vreemdelingen uit Nederland te weren, wordt deze opgenomen in het Schengen Informatie Systeem (SIS) voor toegangswering. Dit betekent dat de vreemdeling gedurende de signalering geen toegang kan verkrijgen tot de landen binnen het Schengengebied en aan de grens zal worden geweigerd, ook als hij of zij (nog) een geldig visum heeft. Wanneer de betreffende vreemdeling reeds een visum heeft ontvangen van een andere lidstaat zal voor de signalering wel contact moeten worden gezocht met de betreffende lidstaat.

Vraag: 7 Welke verantwoordelijkheid kent de organisator van dit evenement? Welke maatregelen zouden kunnen worden getroffen jegens organisatoren van evenementen die een podium bieden aan predikers die haat prediken ofwel standpunten innemen die indruisen tegen de waarden van de Nederlandse samenleving?

Vraag: 8 Ziet u eveneens een verantwoordelijkheid voor eigenaren van locaties waar dergelijke evenementen plaats vinden? Welke maatregelen zouden kunnen worden getroffen ten aanzien van hen die hier locaties voor beschikbaar stellen?

Antwoord 7 en 8 Vrijheid van meningsuiting is de essentie van democratie. In onze rechtsstaat worden dergelijke vrijheden voor iedereen beschermd. Het organiseren van een evenement zoals in Utrecht, dat volgens de organisatie bedoeld was om geld in te zamelen voor liefdadigheidsactiviteiten is niet verboden. Echter, de vrijheid van meningsuiting is niet onbeperkt. Deze wordt begrensd als de vrijheden van anderen in het geding komen, als mensen haat of geweld prediken of als de veiligheid in het geding komt. Voor visumplichtige predikers uit het buitenland die onverdraagzame, anti-integratieve en/of antidemocratische boodschappen uitdragen en daarmee de openbare orde bedreigen is in Nederland daarom geen plek.

Voor de verantwoordelijkheid van de overheid en van moskeeorganisaties geldt dat het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) hierin al verantwoordelijkheid toont. Zij zijn voornemens hun organisaties en moskeeën te informeren en adviseren. Wat betreft eventuele maatregelen tegen de verschaffers van een locatie geldt, dat als zou blijken dat tijdens een evenement sprake is geweest van het aanzetten tot haat zoals vastgelegd in artikel 137d Wetboek van Strafrecht, het Openbaar Ministerie kan beoordelen of alleen degene die aanzette tot haat moet worden vervolgd, of ook degene die hem eventueel bij de strafbare uitingen heeft geholpen.

Vraag: 9 Bent u bereid deze vragen dinsdag 24 februari a.s. voor 12:00 te beantwoorden?

Antwoord: 9 U ontvangt de gevraagde informatie zo spoedig mogelijk.

Download "Antwoorden kamervragen over de aanwezigheid van islamitische predikers op een bijeenkomst in Utrecht"

PDF document | 12 pagina's | 312 kB

Kamerstuk | 13-03-2015

Vragen? Bel Informatie Rijksoverheid: 1400

Verantwoordelijk ministerie

* Ministerie van Veiligheid en Justitie

Zie het origineel.