Onderzoek: grensoverschrijdende route langs industrieel erfgoed is haalbaar

Deskundigen ramen investeringskosten op 460.000 euro

ENSCHEDE/GRONAU, 31 maart 2015 - Een route langs industrieel erfgoed in het Nederlands-Duitse EUREGIO-gebied is haalbaar. Om deze grensoverschrijdende toeristische route werkelijkheid te laten worden is een eenmalige investering van ca. 460.000 euro nodig. Het onderhoud van de route kan gefinancierd worden uit contributies en bijdragen van deelnemers. De voordelen liggen vooral in betere ontsluiting en marketingsamenwerking en daardoor stijging van het aantal bezoekers. Dit is het resultaat van een haalbaarheidsonderzoek, uitgevoerd door de Nederlandse "Stichting HollandRoute" in samenwerking met de "Stuurgroep EuregioRoute".

De 738 kilometer lange hoofdroute zou kunnen bestaan uit een grensoverschrijdende toer door de (Land)kreise Grafschaft Bentheim, Borken, Steinfurt, Coesfeld en Wesel, de stad Arnhem en de regio's Achterhoek, Liemers en Twente. De ruggengraat van de route zal bestaan uit ten minste acht locaties van internationale industrieelhistorische allure. Tot deze mogelijke ankerpunten behoren onder meer het DRU ICER Museum in Ulft, Buitengoed de Panoven in Zevenaar, het Museum TwentseWelle in Enschede, de Museum Buurtspoorweg in Haaksbergen, het Twents Techniekmuseum HEIM in Hengelo, het "LWL-Industriemuseum TextilWerk" in Bocholt, het "Stadtmuseum" in Nordhorn en de "Fuerst-Leopold-Platz" in Dorsten.

De beoogde route stelt bezoekers en bewoners in staat het industriele erfgoed en het landschap actief te ervaren en meer te weten te komen over historische relaties en over de productiebedrijven die tegenwoordig in de regio zijn gevestigd. De route zal de verbinding vormen tussen in totaal ongeveer 150 bezienswaardigheden en locaties die aantrekkelijk zijn voor toeristen en recreanten, bijvoorbeeld om deze te verkennen, er iets te eten of te drinken en er enige tijd te verblijven.

De EuregioRoute kan als onderdeel van het Europese ERIH-netwerk (European Route of Industrial Heritage) twee al bestaande routes aan elkaar koppelen: de route langs industrieel erfgoed in het Ruhrgebied en de "HollandRoute" in West-Nederland. Voor de realisatie van de route zou een eenmalig bedrag van ca. 460.000 euro nodig zijn. Van dit bedrag zou een deel worden ingezet voor de bebording van de hoofdroute (180.000 euro) en de ontwikkeling van een website, een app voor de smartphone en printmedia (95.000 euro). De blijvende instandhouding van de route kan, zo is uit het haalbaarheidsonderzoek gebleken, bekostigd worden uit contributies en bijdragen van de deelnemende organisaties en toeristische bedrijven.

Het economische voordeel is moeilijk te becijferen, maar wanneer gekeken wordt naar andere regionale routes, dan zijn positieve effecten te verwachten op de recreatieve waarde van de regio en daarnaast een aantal voordelen voor de bovenregionale marketing. Bovendien kan een toename van het aantal bezoekers en de omzet op bepaalde plekken extra werkgelegenheid, in het bijzonder nieuwe arbeidsplaatsen in de toeristische sector, opleveren. De regionale projectpartners willen voor de zomer over de uitkomsten van het onderzoek en mogelijke omzetting van de EuregioRoute overleggen.

INTERREG-subsidie

Het haalbaarheidsonderzoek is financieel ondersteund met middelen in het kader van het INTERREG-programma "Deutschland-Nederland" met een subsidie van 20.000 euro uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). De projectpartners gemeente Oude IJsselstreek, provincie Gelderland, Stadt Bocholt, Kreis Borken en Kreis Steinfurt hebben eveneens een bedrag van 20.000 euro voor het onderzoek beschikbaar gesteld. De EUREGIO in Gronau is verantwoordelijk voor de cooerdinatie.