Meer peuters en kleuters volgens extra onderwijs voor taalachterstand


Publicatiedatum: 09 april 2015
09 april 2015 Het aantal peuters en kleuters dat extra taalonderwijs volgt vanwege taalachterstand is in vijf jaar tijd verdubbeld.

Het aantal peuters en kleuters dat extra taalonderwijs volgt vanwege taalachterstand is in vijf jaar tijd verdubbeld. Niet zozeer het aantal kinderen met taalachterstand is toegenomen, maar het aantal kinderen van wie bekend is dat het een taalachterstand heeft en extra taalonderwijs volgt.
Dat blijkt uit de monitor voor voor- en vroegschoolse educatie (vve) van 2014.

Meer kansen

De bedoeling van vve is het voorkomen, vroegtijdig opsporen en aanpakken van taal- en onderwijsachterstanden bij jonge kinderen. Dat is belangrijk om kansen van kinderen in het onderwijs te vergroten. Een goede start maken op de basisschool wordt gemakkelijker als je het Nederlands goed
beheerst. Het streven is om kinderen zonder taalachterstand naar groep 3 van de basisschool te laten gaan.

Eindhovense peuters en kleuters

De doelgroep voor vve zijn kinderen van 2 jaar en 3 maanden tot 6 jaar. Dat is de situatie in Eindhoven. Want in de rest van het land ligt de startleeftijd op 2,5 jaar. Voorschoolse educatie loopt tot 4 jaar. Daarna heet het vroegschoolse educatie en zitten kinderen al op de basisschool.
Kinderen volgen vve op de kinderopvang en/of de basisschool. De gemeente is verantwoordelijk voor de voorschoolse periode en de schoolbesturen voor het vroegschoolse deel. De gemeente zorgt er ook voor, dat vve-voorzieningen van voldoende kwaliteit zijn.

93% volgt vve

De basisvoorziening voor voorschoolse educatie beslaat standaard 2 dagdelen vve voor alle Eindhovense peuters. Om voor extra dagdelen in aanmerking te komen, is een indicatie nodig. Eind 2013 maakte 85 procent van de kinderen met een indicatie daadwerkelijk gebruik van vve op de kinderopvang.
Dat percentage liep in 2014 nog op tot 93 procent. Winst is er nog te behalen bij kinderen zonder indicatie.

Sterke keten

Sinds 2013 zijn peuterspeelzalen en kinderopvang onder een noemer van `kinderopvang' gebracht en loopt indicatiestelling via het consultatiebureau. Voor die tijd was dat anders en konden ook de peuterspeelzaal of leidsters indiceren. Het idee achter de nieuwe aanpak is om een sterke keten te
maken, om volgens een aanpak en definitie te werken en om zoveel mogelijk kinderen te bereiken en te laten deelnemen.

Cijfers

Op 31 december 2013 telde Eindhoven 3.481 peuters van 2,5 tot 4 jaar, van wie er 697 een indicatie voor vve hadden. Dat is ongeveer 20 procent. De meest voorkomende redenen voor indicatie zijn: thuis geen Nederlandse taal en een dreigende taalachterstand.

De grootste groep kinderen heeft een niet-Westerse achtergrond (493). Daarna volgen kinderen met een Nederlandse achtergrond. Uit de wijken Oud -Woensel, Ontginning, Oud-Gestel, Erp, Oud-Tongelre en Begijnenbroek komen de meeste kinderen met een indicatie. Dat wil niet zeggen dat ze ook
allemaal meedoen. Van de 697 kinderen met een indicatie gingen er 105 niet naar vve. Die werden dus wel bereikt, maar namen niet deel. De redenen daarvoor zijn heel divers: van verhuizing, tot `andere opvang', financien of leeftijd van het kind.

Alle kinderen

Ook niet-geindiceerde peuters volgen vve. Namelijk 66 procent. Tel je alle kinderen op met en zonder indicatie, dan had eind december 2013 73 procent van de kinderen in Eindhoven kinderopvang en/of vve. Wethouder Visscher: "Het zijn mooie resultaten. De nieuwe aanpak lijkt te werken. Maar ik
zie toch graag, dat we alle kinderen die extra taalonderwijs nodig hebben in beeld krijgen. Stap twee is dat ze daadwerkelijk deelnemen. Gemeente, onderwijs en kinderopvang zijn dus zeker nog niet klaar."

Leerpunten

Het rapport stelt ook, dat de kwaliteit van de vve-voorzieningen goed op niveau is. Vrijwel alle 67 door de GGD bezochte locaties krijgen een positieve beoordeling. Een verbeterpunt is het informeren en betrekken van ouders. In 79 procent van de SPIL-voorzieningen (integrale kindcentra) zit
ook een bibliotheek. Uit de monitor blijkt ook dat de samenstelling van de boeken beter bij de doelgroepkinderen moet passen. In 2016 bezoekt de Onderwijsinspectie vve-locaties in verband met een landelijk onderzoek naar vve.

Heeft u een opmerking over deze pagina? Geef het ons door.