3D-print maakt beter kraakbeenherstel mogelijk


3D-print maakt beter kraakbeenherstel mogelijk

28 april 2015 Print | Verstuur e-mail
Een internationaal team onderzoekers onder leiding van het UMC Utrecht heeft met behulp van 3D-printtechniek materiaal ontwikkeld om kraakbeenweefsel in gewrichten te herstellen. Hiermee zijn naar verwachting grotere delen van een gewricht te repareren dan met de huidige technieken.

De onderzoekers gebruiken zogenaamde hydrogels, stoffen die veel vocht kunnen vasthouden. Wine gums, pudding en zachte contactlenzen zijn alledaagse voorbeelden van hydrogels.

3D-materiaal lijkt op kraakbeen
Met 3D-printtechnologie wisten de wetenschappers een netwerk van dunne vezels te printen waarmee ze de gel verstevigden. Het nieuwe materiaal blijkt vergelijkbare eigenschappen te hebben als kraakbeen in een gewricht. Het materiaal kan ook cellen opnemen die gewrichtskraakbeen helpen
herstellen. De behandeling van kapot kraakbeen met deze cellen heet celtherapie.

Groter en betere vorm mogelijk
'Op dit moment wordt celtherapie al in een aantal Nederlandse ziekenhuizen succesvol toegepast om beschadigingen in het kraakbeen te repareren', zegt dr. ir. Jos Malda, cooerdinator van het internationale onderzoek. 'Maar, met de bestaande techniek kunnen we niet elke vorm en grootte van het
kraakbeendefect namaken.'

'Onze nieuwe hydrogels zijn steviger en elastischer dan de meeste materialen. Hiermee kunnen we naar verwachting grotere delen van het kraakbeen in een gewricht herstellen. Bovendien is het met 3D-printers mogelijk de vorm en inhoud van de beschadiging en de contouren van het gewricht te
reconstrueren.'

Herstel van grote defecten in kraakbeen verder onderzocht
Momenteel onderzoeken de wetenschappers het herstel van grote defecten in gewrichten na gebruik van de versterkte hydrogels. Ze kijken hierbij naar de kwaliteit van het nieuw gevormde kraakbeen. De resultaten van het onderzoek naar het 3-D-printen van kraakbeenweefsel door dr. Malda en zijn
(internationale) collega's zijn verschenen in het tijdschrift Nature Communications.