Kamer toont grote betrokkenheid bij nieuwe erfgoedwet

Kamer toont grote betrokkenheid bij nieuwe erfgoedwet

03 juni 2015

Tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel Bundeling en aanpassing van regels op het terrein van cultureel erfgoed (Erfgoedwet) toonde de Tweede Kamer een grote betrokkenheid. Op hoofdlijnen krijgt de wet steun van de Kamer, maar op onderdelen als regionaal en lokaal erfgoed, het afstoten van cultuurgoederen door overheden en andere publieke instellingen, ensembles en mobiel erfgoed wenste de Kamer verdergaande bescherming dan de wet op dit moment beschrijft. Hierop werd dan ook een groot aantal amendementen en moties ingediend.

Regionaal en lokaal erfgoed

De Christen Unie diende amendementen in die provincies en gemeenten verplichten een provinciale, dan wel gemeentelijke, erfgoedverordening vast te stellen met daarin voorschriften over aanwijzing, bescherming en registratie van provinciaal en gemeentelijke erfgoed. Daarnaast zou bij het vervreemden van cultuurgoederen niet alleen moeten worden gekeken naar het nationale belang maar ook naar het regionale of lokale belang. Diverse fracties zijn er niet van overtuigd dat de decentrale overheden op dit moment voldoende oog hebben voor hun eigen erfgoed. Jet Bussemaker, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (PvdA), ontraadde deze amendementen mede op aandringen van IPO en VNG. Zowel IPO als VNG zijn van mening dat provincies en gemeenten al erg veel inzet plegen op het behoud en beheer van hun erfgoed. Een verplichte verordening voegt daaraan niets toe en zal slechts leiden tot veel bureaucratische handelingen en verplichtingen die naar mening van IPO en VNG onnodig veel tijd en geld zullen kosten. Dit geld kan beter geinvesteerd worden in het daadwerkelijke erfgoed. Deze bezwaren tegen de amendementen hebben IPO en VNG ook in een gezamenlijk brief aan de Tweede Kamerleden kenbaar gemaakt.

Vervreemden van cultuurgoederen

Er was in het debat veel te doen om de regels en richtlijnen omtrent het vervreemden (verkopen) van cultuurgoederen door overheden en andere publiekrechtelijke rechtspersonen, zoals bijvoorbeeld universiteiten en waterschappen. In de wet staat vastgelegd dat het verplicht is om een commissie onafhankelijk advies uit te laten brengen bij verkoop van belangrijk cultuurgoed door overheden. Dit was voor de woordvoerders van met name CDA, D66 en Christen Unie echter niet voldoende. Zo werd er door D666 gepleit voor een openbaar register waarin voornemens tot vervreemding bekend worden gemaakt en pleitte CDA met steun van diverse fracties voor het mogelijk maken van bezwaar en beroepsprocedures door burgers bij een besluit tot vervreemding. De SP zou zelfs willen vastleggen dat de opbrengst uit de verkoop verplicht wordt aangewend voor het behoud of ontwikkeling van collecties in beheer van musea. IPO en VNG zijn van mening dat de wet al voldoende waarborgen voor zorgvuldige besluitvorming omtrent het vervreemden van cultuurgoederen in zich draagt en dat het onwenselijk is als bestuursrecht en privaatrecht door elkaar gaan lopen.

Ensembles en mobiel erfgoed

Er werden amendementen en een motie ingediend die het mogelijk moeten maken om ook ensembles van rijksmonumenten en hun interieur aan te wijzen als beschermd cultuurgoed. Daarnaast kreeg het mobiele erfgoed (auto's, boten, vliegtuigen, etc.) veel aandacht in het debat. Met drie moties en een amendement probeert de Kamer bescherming van het mobiele erfgoed beter te verankeren en de minister actie te laten ondernemen wanneer wet- en regelgeving van andere departementen bezit en onderhoud van mobiel erfgoed belemmeren.

De minister heeft toegezegd binnen een week schriftelijk te reageren op de amendementen. Op 16 juni zal er gestemd worden over de in totaal 17 amendementen en 8 moties.