Brief staatssecretaris over toekomst journalistiek

Op 1 juni 2015 heeft staatssecretaris Dekker een brief naar de Tweede Kamer gestuurd over de toekomst van de journalistiek. De brief gaat met name over de stand van zaken van toegezegde onderzoeken (o.a. van de RMO en het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek) en een experiment rond journalistieke samenwerking in de regio. Aan een aantal van deze onderzoeken heeft de OLON een actieve bijdrage geleverd.

De staatssecretar geeft in zijn brief zijn waardering aan de verschillende onderzoeken. In het kort enkele belangrijke punten:

1. Onderzoek RMO (november 2014)

De staatssecretaris is met de RMO van mening dat journalistiek te allen tijde onafhankelijk moet zijn. De staatssecretaris voegt daar ruimte voor ondernemen aan toe. Hij is het met de RMO (en eerder WRR) eens dat een functionele benadering (door de overheid) van de media de toekomst heeft.

"In mijn visie op de toekomst van de publieke omroep ga ik al uit van een benadering waarbij de functie van de media centraal staat. De publieke omroep moet meer in verbinding staan met het publiek en impact hebben op het leven van Nederlanders. In de taakopdracht wordt benadrukt dat de

publieke omroep op alle platforms actief moet kunnen zijn." Wat betreft de vernieuwing van de journalistiek wordt door de staatssecretaris een belangrijke rol toegekend aan commerciele bedrijfstakken. Hij relativeert de door RMO geconstateerde scheve verhouding tussen journalisten en

voorlichters van de overheid.

2. Het rapport over de internationale vergelijking van het stimuleren van innovatie in de Journalistiek

De staatssecretaris concludeert dat het zeer lastig is te bepalen hoe effectief maatregelen van overheden zijn in snel veranderende markten. Hij vindt steun voor zijn opvatting dat de overheid terughoudend moet zijn, maatregelen kunnen zelfs innovaties remmen. Hij is het verder eens met de

conclusie van de onderzoekers dat mediaconcentratie wel de aandacht verdient vanwege het belang van vrij en onafhankelijk nieuws in een democratische samenleving. Dit onderwerp heeft een globale dimensie en staat daarom ook op de EU-agenda.

3. Het praktijkgericht onderzoek naar toekomstscenario's en innovatie voor journalistieke ondernemers

De staatssecretaris deelt de constatering dat de invloed van de overheid op ontwikkelingen als beperkt te kwalificeren is. Hij ziet wel een rol voor de overheid om zorg te dragen voor een klimaat waarin innovatie en ondernemerschap kunnen gedijen. Hij concludeert: "Voor de journalistiek -

journalistieke bedrijven en individuele journalisten - is het zaak om mee te veranderen om zo hun rol in de Nederlandse samenleving te kunnen vervullen. Zeer belangrijk is vooral dat er nieuwe verdienmodellen worden gevonden, bij voorkeur vooral ook door Nederlandse actoren. Nederland kent in

dat opzicht een aantal interessante initiatieven, zoals Blendle, De Correspondent, e52.nl en Yournalism. Dat type ondernemerschap waardeer ik zeer. Maar ook burgers vervullen inmiddels een eigen rol en dragen bij aan stabiliteit, tegenkracht en diversiteit van de nieuwsvoorziening in onze

samenleving."

4. Een experiment voor journalistieke samenwerking in de regio

De staatssecretaris herhaalt het beeld dat uit de recente onderzoeken naar voren komt, namelijk dat de regionale journalistiek niet langer goed genoeg in staat is om zijn taak naar behoren uit te oefenen en dat nieuwe aanbieders vooralsnog zoeken naar een verdienmodel. Hij geeft aan al ruimte

geschapen te hebben voor experimenten (ook publiek-private samenwerking) en herhaalt zijn bereidheid tot een financiele bijdrage voor het stimuleren van experimenten via het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek. Hij geeft daarbij aan dat de regionale journalistiek een gedeelde

verantwoordelijkheid is van de landelijke, de regionale en de lokale overheid. Via het Stimuleringsfonds van de Journalistiek is een regeling opgesteld voor journalistieke samenwerking in een regionaal mediacentrum. Binnenkort verschijnt een oproep tot het indienen van voorstellen. Het

Stimuleringsfonds zal zich daarbij niet vastleggen op bepaalde vormen van samenwerking (ook geen verplichting van het experiment tot een samenwerking van regionale omroepen). De regeling staat open voor alle partijen en het is aan de samenwerkende partijen zelf om vorm en inhoud te geven aan

het RMC.

5. Toegankelijkheid gemeentelijke informatie

Met betrekking tot de lokale en regionale nieuwsvoorziening en de toegankelijkheid van gemeentelijke informatie geeft de staatssecretaris aan dat de toegankelijkheid van deze informatie voor zowel burgers als journalisten van cruciaal belang is. Hij wijst o.a. op de discussiebijeenkomsten die

BZK samen met VNG en OCW organiseert over de wisselwerking tussen de gemeente en de lokale media als onderdeel van de `Agenda Lokale Democratie' die de minister van BZK op 14 januari 2015 heeft aangeboden aan het parlement. Hij geeft aan dat de ministeries van BZK en OCW de komende tijd samen

optrekken op het terrein van lokale en regionale media om zo een bijdrage te leveren aan de vitalisering van de lokale democratie.

Al met al bevat de brief weinig verrassingen. De inzet van de overheid blijft met name gericht op het wegnemen van belemmeringen voor ondernemingschap en een bescheiden bijdrage voor innovatieve experimenten in de regio.

De volledige kamerbrief en bijlagen zijn te vinden op:

www.rijksoverheid.nl