Tweede Kamer neemt Erfgoedwet aan

Het IPO is tevreden met de uitkomst van de stemmingen over de Erfgoedwet in de Tweede Kamer 17 juni jl. Een aantal amendementen is verworpen. Dit betekent dat provincies hun autonomie in uitvoering van de wet behouden en dat voorstellen voor onnodige regelgeving het in de stemmingen niet hebben gehaald. Na de zomer volgt behandeling van de gewijzigde Erfgoedwet in de Eerste Kamer. Inwerkingtreding wordt verwacht op 1 januari 2016.

Op 2 juni jl. gaf de Kamer duidelijk te kennen dat zij in de wet verdergaande bescherming van het erfgoed wenst. Om dat te regelen zijn nu tien amendementen op de wet en drie moties aangenomen. Ook cultuurgoederen in handen van andere publieksrechtelijke rechtspersonen dan overheden, zoals bijvoorbeeld universiteiten en waterschappen, vallen nu onder het bereik van de wet. De wet beschermt cultuurgoederen die onvervangbaar en onmisbaar zijn voor het Nederlands cultuurbezit.

Transparantie bij vervreemden

De kamer ziet op aandringen van IPO en VNG af van een voor provincies en gemeenten verplichte verordening voor beheer en behoud van erfgoed van provinciaal of lokaal belang. Na wijziging biedt de wet nu aan Provinciale Staten de mogelijkheid om een verordening vast te stellen wanneer Gedeputeerde Staten te weinig zorg dragen voor het erfgoed. Aan Gedeputeerde Staten wordt gevraagd een register bij te houden van aangewezen provinciaal cultureel erfgoed, wanneer daarvan sprake is.

Het samen optrekken van IPO en VNG tegen het amendement dat de mogelijkheid biedt tot bezwaar en beroep bij vervreemding had als gevolg dat dit amendement is ontraden door de minister en verworpen in de Kamer. Onderdeel van het wetsvoorstel dat naar de Eerste Kamer gaat, is het bekend maken van een voornemen van een overheid om een cultuurgoed af te stoten en de mogelijkheid voor particulieren om daarop te reageren wanneer er geen deskundigenadvies is ingewonnen. De overheid weegt de reacties en bepaalt of dat advies alsnog wordt gevraagd. De periode tussen een besluit tot vervreemding en de daadwerkelijke vervreemding wordt verlegd tot 13 weken. Dit geeft de minister meer tijd om in te grijpen als zij wel meent dat het cultuurgoed onvervangbaar en onmisbaar is voor het Nederlands cultuurbezit.

Aanwijzen ensembles

Ook ensembles van rijksmonumenten en hun interieurs kunnen aangewezen worden als beschermd cultuurgoed. De bescherming van ensembles wordt ondersteund door aanwijzing in een apart informatiesysteem. De informatie daarin blijft beperkt tot een algemene omschrijving van het ensemble, tenzij de eigenaar meer details toestaat.

Onderhoudsplicht voor rijksmonumenten

In de Monumentenwet 1988 wordt, tot inwerkingtreding van de Omgevingswet, een onderhoudsplicht voor rijksmonumenten opgenomen die de bestaande praktijk volgt. Dit is de verplichting om een rijksmonument zodanig te beschermen dat instandhouding gewaarborgd is. De Kamer wil ook vrijwilligersorganisaties die zorg dragen voor monumenten in staat stellen van de onderhoudsregeling (BRIM) gebruik te maken. Zij vraagt de minister nog dit jaar de (financiele) inzet van vrijwilligers te onderzoeken om deze waarde als cofinanciering voor de regeling mee te kunnen laten tellen.

Mobiel erfgoed niet nader in wet verankerd

De zorg voor mobiel erfgoed (boten, treinen etc) wordt niet nader in de wet verankerd. Wel wordt de minister gevraagd enkele moties uit te voeren. Dit gaat op korte termijn om een actueel en digitaal toegankelijk register van mobiel erfgoed en een lijst van toonbeelden van mobiel erfgoed daaruit. Structurele aandacht vraagt de Kamer aan de minister voor het behartigen van de belangen van mobiel erfgoed, bijvoorbeeld wanneer voor modernere voertuigen bedoelde wetten onredelijk uitvallen.