Aangifte onder nummer voor kleine groep slachtoffers en getuigen nodig

Nieuwsbericht | 24-06-2015

Een kleine groep slachtoffers en getuigen van geweld of andere strafbare feiten maakt gebruik van de mogelijkheid om aangifte onder nummer te doen. Het afschermen van de persoonsgegevens met een nummer bij het doen van aangifte, voorziet wel in een behoefte bij personen die zich bedreigd voelen en anders geen aangifte zouden doen. Dat concludeert minister Van der Steur van Veiligheid en Justitie in een brief aan de Tweede Kamer op basis van een evaluatie die het WODC heeft laten uitvoeren door Bureau Bruinsma.

In het najaar van 2012 is het mogelijk gemaakt om aangifte onder nummer te doen. Het doel was om vooral werknemers met een publieke taak te stimuleren aangifte te doen van situaties die zij als bedreigend ervaren. Maar de mogelijkheid van aangifte onder nummer is niet beperkt tot deze doelgroep. Ook andere slachtoffers en getuigen die vrezen voor bedreigingen als hun identiteit bekend wordt via de aangifte, kunnen sindsdien gebruik maken van deze voorziening.

Tussen 1 oktober 2012 en 1 januari 2014 zijn bij 243 incidenten 349 verklaringen onder nummer geregistreerd door de politie, waarvan 151 slachtoffer- en 198 getuigenverklaringen. Op een totaal aantal geregistreerde incidenten met minimaal een verklaring van een slachtoffer of getuige van 3.303.674 in dezelfde periode van ruim een jaar, komt dit erop neer dat in ongeveer 0,01% van de gevallen de mogelijkheid van een verklaring onder nummer is toegepast. Als in dezelfde periode alleen wordt gekeken naar de 2.770 incidenten waarmee werknemers met een publieke taak werden geconfronteerd, is in bijna 5% van de gevallen onder nummer verklaard.

Minister Van der Steur heeft met de politie afgesproken dat de mogelijkheid voor het doen van aangifte onder nummer opnieuw onder de aandacht wordt gebracht binnen de politie. Het is aan de politie en het Openbaar Ministerie om te beoordelen of gebruik kan worden gemaakt van de mogelijkheid om aangifte onder nummer te laten doen. Soms kan het door de situatie of positie van het slachtoffer op voorhand al onmogelijk zijn bepaalde afscherming te bieden, bijvoorbeeld als diens identiteit al bekend is bij de verdachte.

Volgens minister Van der Steur moet ook worden voorkomen dat anonimiteit wordt ingeroepen in gevallen waar dat niet echt nodig is. ,,Anonimiteit moet een uitzondering blijven dat in het concrete geval gerechtvaardigd is door bijzondere omstandigheden. De aangifte onder nummer is bedoeld voor die (kleine) groep slachtoffers en getuigen die wel degelijk aangifte willen doen, maar terecht vrezen voor hun persoonlijke veiligheid of de veiligheid van hun familie'', aldus Van der Steur.