Tweede Kamer bespreekt Nationaal actieplan mensenrechten

24 jun 2015

Tweede Kamer bespreekt Nationaal actieplan mensenrechten

Vandaag bespreekt de Tweede Kamer het Nationaal actieplan mensenrechten met de minister van binnenlandse zaken. Deze minister is verantwoordelijk voor de uitvoering van dit plan.

Elf organisaties die zich bezighouden met mensenrechten hebben de Kamerleden in een brief geinformeerd over een aantal zaken die hen zorgen baren. Ieder(in) heeft deze brief mede ondertekend. De brief gaat in op mensenrechten en decentralisaties, mensenrechteneducatie en het belang van ratificatie van de VN-mensenrechtenverdragen.

Mensenrechten en decentralisaties In de brief wordt gepleit voor verdere concretisering van het Nationaal actieplan mensenrechten. Verder wordt het belang benadrukt van een goede afstemming tussen departementen en tussen Rijk en decentrale overheden bij de uitvoering van het Nederlandse mensenrechtenbeleid. De minister van binnenlandse zaken heeft hierin een belangrijke rol. Als cooerdinerend minister is hij de aangewezen persoon om de logische verbinding tussen mensenrechten en decentralisaties actief aan de orde te stellen.

De organisaties schrijven: `Het denken vanuit mensen als houders van rechten in plaats van consumenten van publieke diensten en goederen biedt ruimte voor maatwerk op individueel niveau. Bij het opzetten van beleid op deze onderwerpen zijn internationale en Europese mensenrechten echter ook een belangrijke ondergrens; een minimale standaard waar gemeenten niet onder mogen schieten en waar de rechter eigenlijk niet aan te pas zou moeten hoeven komen. Bovendien bieden mensenrechten in het proces van decentralisatie een belangrijke houvast. Vorig jaar deed minister Plasterk de toezegging om mensenrechten aan de orde te stellen in de regiegroep decentralisatie. Zover wij dit kunnen inschatten is dit niet gebeurd.'

Protocollen De organisaties maken zich zorgen over de besluiteloosheid van de regering bij de (ondertekening en) ratificatie van protocollen bij belangrijke mensenrechtenverdragen: het Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, het Kinderrechtenverdrag en het Verdrag inzake rechten van personen met een beperking. Afgelopen week berichtte het kabinet de Eerste Kamer dat het besluit over de ratificatie nog in overleg is en het tijdpad nog niet nader te preciseren. De samenwerkende organisaties benadrukken in hun brief het belang van ratificatie: `Het gaat hier om keuzes over hoe het Nederlands commitment aan mensenrechten op structureel niveau wordt vormgegeven. (...) Ratificatie van alle kernverdragen op het gebied van mensenrechten en hun bijbehorende protocollen zou passen bij een aanpak van Nederland waarin de bescherming van de rechten van burgers maximaal wordt nagestreefd. Als lid van de VN-Mensenrechtenraad zou Nederland hiermee bovendien een sterk signaal afgeven op mondiaal niveau.'

Mensenrechteneducatie Tenslotte benadrukken de organisaties het belang van mensenrechteneducatie. Dit onderwerp heeft geen vaste plek in het schoolcurriculum. Daardoor hangt het sterk af van de schoolleiding of een docent of jongeren op school iets meekrijgen over hun meest fundamentele rechten, en de verantwoordelijkheden die daaruit voortvloeien ten opzichte van anderen.

In hun brief leggen de organisaties uit: `Het gaat ons er niet om de scholen te vertellen hoe ze kennis moeten overbrengen, maar wat mensenrechteneducatie in zou moeten houden. Het bepalen dat scholieren kennis op moeten doen van de democratie en mensen- en kinderrechten is aan `Den Haag' voorbehouden. Bovendien zou mensenrechteneducatie geen nieuw (nog een!) thema zijn waar scholen iets mee moeten. Het zou ze een integraal kader bieden voor de verschillende maatschappelijk relevante onderwerpen waarmee zij al bezig zijn, zoals pesten, obesitas, signalering kindermishandeling en seksuele diversiteit, voorbij de abstractie van rechten en gericht op de belevingswereld van kinderen.'