Sluis Eefde: onderzoek naar niet gesprongen explosieven

25-06-2015

In opdracht van Rijkswaterstaat onderzoekt een gespecialiseerd bureau de komende weken of er niet gesprongen explosieven in de bodem rond Sluis Eefde aanwezig zijn. Dit is een standaard procedure bij infrastructurele werkzaamheden zoals de bouw van een sluis. Bovendien is Sluis Eefde tijdens de Tweede Wereldoorlog doelwit geweest van bombardementen.

Een man op een sensor-car meet en registreert magnetische verstoringen in de grond.

Een sensor-car meet en registreert magnetische verstoringen in de grond.

Detectieonderzoek

Uit vooronderzoek is gebleken dat de bodem op het middeneiland van het sluiscomplex en het gebied ten zuiden van de Eefse Beek nader moet worden onderzocht. Hier voert het bureau detectieonderzoek uit. Met behulp van een sensor-car (zie foto) meten en registreren zij magnetische verstoringen in de grond. Magnetische verstoringen kunnen wijzen op de aanwezigheid van een verdacht object en mogelijk een explosief.

Ruimen

Verdachte objecten in de bodem worden voor aanvang van de bouwwerkzaamheden opgegraven. Bij explosieven schakelt Rijkswaterstaat de Explosieven Opruimingsdienst in. Deze dienst maakt de explosieven onschadelijk en ruimt ze. Vanzelfsprekend worden betrokkenen in de omgeving dan geinformeerd.

Waterbodemdetectie

Binnenkort laat Rijkswaterstaat ook detectieonderzoek uitvoeren op het water rond de sluis. Indien er sprake is van stremmingen voor de scheepvaart verstuurt Rijkswaterstaat een scheepvaartbericht.

Vervolg detectieonderzoek

Later dit jaar vindt er ook nog onderzoek naar niet gesprongen explosieven plaats langs de dijk aan de IJsselzijde en langs het kanaal. Dit gebeurt pas als de bomen ter plekke gekapt zijn.