Zomerscholen moeten voorkomen dat middelbare scholieren blijven zitten


UTRECHT, 20150706 -- In de maanden juli en augustus gaan er bijna 7000 middelbare scholieren naar een zomerschool. Deze zomerscholen worden dit jaar voor het eerst gesubsidieerd vanuit het Ministerie van Onderwijs en hebben tot doel om het aantal zittenblijvers in het voortgezet onderwijs terug te dringen. Jaarlijks blijft 5,8 procent van alle leerlingen op het voortgezet onderwijs zitten. Een alternatief zijn de zomerscholen, die ervoor moeten zorgen dat het percentage zittenblijvers van 5,8 procent nu wordt teruggedrongen naar 3,8 procent in 2020.

Uit een pilot van de VO-raad bleek eerder al dat het volgen van een zomerschool effectief is tegen zittenblijvers. De pilot uit 2013 liet zien dat 85 procent van de leerlingen na het volgen van een zomerschool alsnog overging. Van die groep is 75 procent in het daaropvolgende jaar opnieuw bevorderd of geslaagd voor het examen.

Scholen kunnen ervoor kiezen om zelf een zomerschool op te zetten, maar hebben ook de optie om een commerciële aanbieder aan te trekken die dit voor hen kan organiseren. Een voorbeeld hiervan is de Nationale Zomerschool. Volgens Maurice Kimman, initiatiefnemer van de Nationale Zomerschool, zijn vooral de kernvakken populair bij zomerscholen: “Het overgrote deel van de leerlingen wordt bijgespijkerd in wiskunde, Nederlands en Engels. Dat komt doordat iedereen die vakken moet volgen en ze tegelijkertijd zwaarder wegen op het examen.”

Volgens het Ministerie van Onderwijs zorgt meer maatwerk ervoor dat leerlingen minder snel blijven zitten. Kimman geeft aan dat een zomerschool deze persoonlijke benadering kan bieden: “Vaak komen moeilijkheden met een vak niet enkel door een gebrek aan vakkennis, maar ook doordat leerlingen niet goed kunnen plannen of niet goed weten hoe je een leerproces het beste inricht. Daarom bieden wij een ontwikkelingsprogramma dat verder gaat dan alleen het kunnen opdreunen van definities.”

De Nationale Zomerschool zet deze zomer meer dan 100 trainers in op zomerscholen door heel Nederland. De leerlingen worden in één of twee weken bijgespijkerd in een vak waar ze op dreigen te blijven zitten. Hoogopgeleide studenten begeleiden de leerlingen op zowel vakinhoudelijk niveau, als op het gebied van persoonlijke ontwikkeling. Op basis van het resultaat wordt door de school bepaald of een leerling alsnog overgaat naar een volgende schooljaar.