Diverse bepalingen inzake asiel en migratie


Door Sarah Delafortrie, Christophe Springael
Gepubliceerd op 10/07/2015
Hoort bij Ministerraad van 10 juli 2015

Op voorstel van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken, heeft de ministerraad een voorontwerp van wet houdende diverse bepalingen inzake asiel en migratie goedgekeurd.

Het voorontwerp van wet beoogt de aanpassing van de vreemdelingenwet betreffende de toegang tot het grondgebied en het kort verblijf, de gezinshereniging, de burgers van de Unie en hun familieleden alsook de familieleden van een Belg, de nadere regels voor de kennisgeving van de beslissingen,
het fouilleren in de gesloten centra, de fraude, de bevoegdheden van de burgemeester en de asielprocedure. Het voorontwerp van wet wijzigt eveneens de wet betreffende de opvang van de asielzoekers en past het opvangmodel aan wegens de verkorting van de duur van de asielprocedure.

Toegang tot het grondgebied en kort verblijf:

Het voorontwerp wijzigt sommige bepalingen van de wet om rekening te houden met de evolutie van de Europese wetgeving en rechtspraak inzake de toegang tot het grondgebied en het korte verblijf, inclusief inzake visa.

Gezinshereniging met een onderdaan van een derde land:

Het voorontwerp van wet brengt de wet in overeenstemming met het arrest nr.121/2013 van het Grondwettelijk Hof. Om geen discriminatie te veroorzaken ten opzichte van de familieleden van een burger van de Unie van wie de duur van het verblijf voor het verkrijgen van het duurzaam verblijf op
vijf jaar is gebracht brengt het ontwerp van wet bovendien op vijf jaar, ten eerste, de duur van de periode tijdens dewelke de minister of zijn gemachtigde een einde kan maken aan het verblijf van een familielid van een onderdaan van een derde land die een verblijfstitel heeft op basis van
artikel 10 van de wet van 15 december 1980 en, ten tweede, de duur van het verblijf waarna dit familielid een verblijf van onbeperkte duur kan verkrijgen.

Burgers van de Europese Unie en hun familieleden:

Het voorontwerp brengt de wet in overeenstemming met het arrest nr.121/2013 van het Grondwettelijk Hof door een onderscheid te maken tussen de Belgen die gebruik hebben gemaakt van hun recht op vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de Europese Unie en de Belgen die daar geen
gebruik van hebben gemaakt.

Kennisgeving van de beslissingen:

Het voorontwerp herneemt in twee paragrafen de lijst van de overheden die de beslissingen krachtens de wet op de vreemdelingen ter kennis kunnen brengen en de wijze waarop deze overheden dat kunnen doen.

Het fouilleren in de gesloten centra:

Op dit ogenblik kan een vreemdeling in een gesloten centrum op drie verschillende ogenblikken worden gefouilleerd: bij zijn aankomst in het centrum, na een bezoek en voordat hij wordt overgebracht. Om de veiligheid van de bewoners, de bezoekers en de personeelsleden te garanderen, maakt het
voorontwerp het mogelijk in de gesloten centra op andere momenten fouilleringen uit te voeren. Het gaat hier enkel om fouilleringen om redenen van veiligheid of ordehandhaving. Dit betekent dat deze fouillering nooit systematisch is en wordt uitgevoerd om zowel de bewoner zelf als de andere
bewoners, de bezoekers en de personeelsleden te beschermen.

Fraude:
Het voorontwerp voegt een nieuwe titel toe in de wet om de bepalingen inzake fraude krachtens het beginsel fraus omnia corrumpit (bedrog tast alles aan) te verduidelijken. Bij een vermoeden van fraude kan de minister of zijn gemachtigde specifieke controles uitvoeren.

Het voorontwerp bepaalt verder expliciet dat de intrekking van het verblijf van een buitenlands onderdaan in alle gevallen zal worden voorafgegaan door een evenredigheidsonderzoek.

Delegatie van bevoegdheden door de burgemeester:

Het voorontwerp van wet beoogt uitdrukkelijk in de wet op te nemen dat de burgemeester de bevoegdheden die hem worden toegekend door de wet van 15 december 1980 kan overdragen aan personeelsleden van het gemeentebestuur en niet alleen aan een schepen.

Asiel:

Wanneer het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen de internationale beschermingsstatus heeft opgeheven of ingetrokken of wanneer de vreemdeling afstand heeft gedaan van zijn status, zal de minister of zijn gemachtigde beslissen of de vreemdeling nog toegelaten of
gemachtigd is tot verblijf. In sommige gevallen kan de minister of zijn gemachtigde een einde stellen aan het op basis van internationale bescherming verkregen verblijf van beperkte of onbeperkte duur en een bevel geven om het grondgebied te verlaten. De rechtsbasis hiervoor wordt nu voorzien
onder de algemene bepalingen in plaats van, zoals voorheen, onder de aanvullende en afwijkende bepalingen betreffende bepaalde categorieen van vreemdelingen.

In de volgende gevallen kan de minister of zijn gemachtigde een einde stellen aan het op basis van internationale bescherming verkregen verblijf van de vreemdeling en hem een bevel geven om het grondgebied te verlaten:

* tijdens een verblijf van beperkte duur, na een beslissing door het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen tot opheffing of intrekking van de subsidiaire beschermingsstatus,
* tijdens het verblijf van onbeperkte duur, na een beslissing door het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen tot intrekking van de vluchtelingenstatus of de subsidiaire beschermingsstatus, meer bepaald tot intrekking van de internationale beschermingsstatus indien de
status werd erkend op grond van feiten die verkeerd werden weergegeven of achtergehouden, van valse verklaringen of vervalste documenten die doorslaggevend zijn geweest voor de erkenning of toekenning van de status of tot intrekking van de internationale beschermingsstatus, indien het
persoonlijk gedrag van de vreemdeling er later op wijst dat hij geen vervolging of ernstige schade vreest. De beperking van de termijn waarbinnen de minister of zijn gemachtigde in dit geval een bevel om het grondgebied te verlaten kon afgeven, wordt opgeheven.

Opvangmodel voor asielzoekers:

Het voorontwerp beoogt de aanpassing van het opvangmodel omwille van de verkorting van de asielprocedure, wat inhoudt dat de voorkeur wordt gegeven aan collectieve opvang. Een snelle asielprocedure laat immers toe niet langer een opvangtraject te handhaven waar, op basis van de beschikbaarheid
van opvangplaatsen, automatisch een individuele opvangplaats wordt toegekend na een fase van opvang in een collectief centrum.

De individuele opvang zal voortaan worden voorbehouden aan personen die daaraan de grootste behoefte hebben, namelijk zij die worden geidentificeerd als deel uitmakende van kwetsbare groepen en degenen met een grote kans op het verkrijgen van de vluchtelingenstatus of subsidiaire bescherming
vanwege hun land van herkomst.

De minimumtermijn van verblijf in een collectieve opvangstructuur wordt verlengd tot zes maanden, alvorens de overbrenging naar een individuele opvangstructuur kan worden gevraagd.

Het voorontwerp is voor advies overgemaakt aan de Raad van State.

voorontwerp van wet houdende diverse bepalingen inzake asiel en migratie en tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en de wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van
asielzoekers en van bepaalde andere categorieen van vreemdelingen

Termen:

* Binnenlandse Zaken

Bron
RSS

Logo of 'FOD Kanselarij van de Eerste Minister - Algemene Directie Externe Communicatie' FOD Kanselarij van de Eerste Minister - Algemene Directie Externe Communicatie
Wetstraat 16
1000 Brussel
Belgie
+32 2 287 41 07 +32 2 287 41 92
http://www.presscenter.org

Meer informatie

Katrien JansseuneKatrien Jansseune
Woordvoerster van staatssecretaris Theo Francken
+32 471 20 95 23
vCard downloaden
Micheline Dembo AyakiMicheline Dembo Ayaki
Woordvoerster van staatssecretaris Theo Francken
+32 470 33 12 00
vCard downloaden