Onderzoek transmissie en herkomst Hepatitis E


Gepubliceerd op
16 juli 2015

CVI zet haar expertise in op het onderzoek naar de directe dan wel indirecte transmissieroutes van Hepatitis E-virus (HEV) tussen dier en mens, waarbij tevens gekeken wordt naar de bijdrage van zowel wilde dieren als vleesvarkens. De verwachting is dat einde 2015 hierover meer duidelijkheid
zal komen.

Controleer uw cookie-instellingen

Samenvatting van de adviesbrief nav deskundigenberaad DB-Z hepatitis E

Tijdens het deskundigenberaad is door deskundigen van het Centrum Infectieziektebestrijding (CIb) van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), het Centraal Veterinair Instituut (CVI), Gezondheidsdienst voor Dieren (GD), Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), Sanquin
Bloedvoorziening evenals medisch specialisten op het gebied van leverziekten, medische microbiologie en infectieziekten uit verschillende Nederlandse academische ziekenhuizen, laboratoria en de openbare gezondheidszorg de huidige stand van zaken op het gebied van hepatitis E besproken.

Het deskundigenberaad heeft een aantal mogelijkheden ten aanzien van de bron en de wijze van besmetting van Hepatitis E infecties op een rijtje gezet. Deze moeten nader uitgewerkt en onderzocht worden.

Bron en transmissie

De toegenomen incidentie bij de mens kan niet eenduidig verklaard worden. Vanwege de genetische verwantschap tussen virussen bij patienten en bij varkens worden varkens als het primaire reservoir, en de belangrijkste bron van (endemische) infectie bij de mens beschouwd. Er zijn aanwijzingen
dat minstens de helft van de ruim 10 miljoen jaarlijkse slachtvarkens HEV doormaakt Vooralsnog blijft onopgehelderd op welke wijze de overdracht van varken naar mens plaatsvindt.

De meeste overdracht naar de algemene bevolking vindt waarschijnlijk indirect plaats, via voedsel (varkensproducten waarin het virus niet geinactiveerd wordt). Directe overdracht van varken naar mens speelt bij varkenshouderijen mogelijk een rol (hogere seroprevalentie bij
varkensdierenartsen), er zijn echter geen aanwijzingen voor een hogere ziektelast door HEV infecties bij relevante beroepsgroepen. Daarnaast vindt overdracht waarschijnlijk ook via andere routes plaats. HEV-RNA is in Nederland aangetoond in wilde dieren, mest en milieu. Overdracht naar de
algemene bevolking kan dus ook indirect plaatsvinden via ander voedsel (wildproducten, fecaal verontreinigde groente en fruit) en via het milieu (recreatie in oppervlaktewater). Ook iatrogene besmetting (via bloedproducten of geneesmiddelen waaronder heparine en pancreatine die
varkensproducten bevatten) is niet uitgesloten.

Om meer inzicht te verkrijgen over de bron en transmissie van HEV van dier naar mens zullen verdachte (varkens)producten die een mogelijke bron van HEV zouden kunnen zijn nader onderzocht kunnen worden. De NVWA zal samen met CVI en het RIVM onderzoeken welke methoden geschikt zijn om verdachte
(varkens)producten op HEV te kunnen onderzoeken. Ook de (verwerking van) mest producten zullen onderzocht worden. In Europees verband wordt momenteel de genetische verwantschap tussen de diverse genotypen bij mens en dier onderzocht.

De volledige adviesbrief aan de Directeur-Generaal van de Volksgezondheid

Meer informatie:

* Hepatitis E - varkens Hepatitis E Hepatitis E is een leverziekte veroorzaakt door het Hepatitis E virus (HEV). In ontwikkelde landen komt HEV sporadisch voor en gaat het vooral om de...

* JH (Annet) Blanken
Contactpersoon JH (Annet) Blanken
Contactformulier

Central Veterinary Institute

CVI draagt bij aan de bescherming van de dier- en volksgezondheid door onderzoek aan en advisering over dierziekten

* NCOH antibioticumresistentie antibioticaresistentie ESBL Kennisagenda ESBL in de voedselketen
* NCOH antibioticumresistentie antibioticaresistentie Nederlandse topwetenschappers bundelen krachten tegen antibioticumresistentie
* [IMG] Vier aparte introducties vogelgriep in november 2014 in Nederland

Meer nieuws