Drie maanden na de aardbevingen zitten kinderen in Nepal nog vol angst

EMBARGO tot zaterdag 25 juli 2015 00:01 uur

Precies drie maanden na de aardbevingen in Nepal zijn ruim 1.800 kinderen, die de aardbevingen hebben overleefd, bezorgd en onzeker over hun leven in tenten en overvolle opvangplekken. Dit blijkt uit een van de grootste onderzoeken ooit, gehouden onder kinderen vlak na een ramp. Ook maken zij zich zorgen over hun gezondheid en over hun toekomst als ze niet naar school kunnen terugkeren.

De hulporganisaties achter het onderzoek -Save the Children, Plan, UNICEF en World Vision- waarschuwen voor de ernstige risico's voor de gezondheid, het welzijn en de bescherming van deze kwetsbare kinderen tijdens het regenseizoen. Topprioriteit voor de kinderen is onderdak, onderwijs, veilig drinkwater, sanitaire voorzieningen en medische zorg, zo blijkt uit het vandaag vrijgegeven onderzoek.

Uit het onderzoek After the earthquake: Nepal's children speak out blijkt verder een diepe angst voor en ongerustheid over een gebrek aan privacy, mogelijke aanvallen door wilde dieren, seksueel geweld en de kwetsbaarheid in de tijdelijke onderkomens zelf. Ondanks de angst die veel kinderen voelen, blijken ze te beschikken over een enorme drive om elkaar te helpen. De kinderen tonen opmerkelijk veel veerkracht en optimisme en zitten vol ideeen over de wederopbouw om weer terug te kunnen keren naar een normaal leven. Zo doen ze een beroep op de regering om hun schoolboeken en ander lesmateriaal snel te vervangen omdat veel ervan bedolven liggen onder het puin. Ook willen de kinderen les in tenten en tijdelijke onderkomens, tot het moment dat er nieuwe scholen zijn gebouwd.

Eind mei/begin juni jl. voerden de vier hulporganisaties gesprekken met in totaal 1.838 kinderen uit de 14 meest getroffen districten. Dit gebeurde in nauwe samenwerking met de Nepalese overheid.

Save the Children, directeur Pim Kraan: "Tienduizenden kinderen leven nog in slechte onderkomens. Het een race tegen de klok om alle kinderen voldoende hulp en bescherming bieden, nu het regenseizoen in rap tempo nadert."

Plan International, hoofd noodhulp Unni Krishnan: "De levens van de getroffen kinderen in Nepal staan momenteel volledig op z'n kop. De hele wereld moet weten dat het van cruciaal belang is om kinderen te betrekken bij de voorbereidingen op nieuwe rampen." UNICEF, regiodirecteur Karin Hulshof: "Kinderen vertellen hoe graag ze weer hun gewone leven willen oppakken. Ik ben erg onder de indruk hoe optimistisch en veerkrachtig ze zijn. We weten met ons allen steeds beter wat we moeten doen om deze kinderen een betere toekomst te geven."

Plan, Save the Children, UNICEF en World Vision zijn verenigd in de Samenwerkende Hulporganisaties (Giro555) en zamelen sinds 27 april jl. geld in voor hulp aan de slachtoffers van de aardbeving. Met de giften van het Nederlandse publiek wordt momenteel al noodhulp verleend in de getroffen districten in Nepal. Bij de ramp kwamen 8.712 mensen om het leven en raakten meer dan 22.000 mensen gewond. Meer dan een half miljoen huizen zijn verwoest.