Fokker/handelaar moet schoonmaken en dierenarts raadplegen

De Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) trof op vrijdag 24 juli zo'n 71 honden en 20 katten, waaronder ook puppy's en kittens, in zwaar vervuilde verblijven aan bij een fokker/handelaar in de Noord-Brabantse gemeente Reusel-De Mierden. Ook de verzorging en gezondheid van de dieren zelf was niet op orde. Er wordt een verbeterplan opgesteld dat de eigenaar strikt zal moeten uitvoeren, daarnaast kan hij proces-verbaal van de dierenpolitie tegemoet zien.

De LID ging samen met de dierenpolitie bij de fokker/handelaar kijken na een melding over een zieke kitten. Eenmaal op het adres aangekomen bleek dat er sprake was van erg vervuilde verblijven. Er hing een zeer penetrante ammoniaklucht, de kennels en hokken waren vies, lagen vol ontlasting, er was geen drinkwater aanwezig en er staken hier en daar scherpe delen uit waaraan de dieren zich zouden kunnen verwonden.

Zowel de honden, onder andere herders en buldogs, als de katten, ras main coon, waren onvoldoende verzorgt. Om hun conditie te bepalen is er een dierenarts bijgehaald. Deze stelde vast dat veel dieren last van klitten, kale plekken, een vervilte vacht hadden. Verder hadden ze te lange nagels en was de algehele gezondheid niet voldoende, zo hadden sommige dieren bloed in de ontlasting. Een paar kittens hadden niesziekte en ook de puppy's waren niet in optimale conditie.

Na overleg met RVO.nl* is bepaald dat de situatie ter plekke verbeteren beter is dan het in bewaring nemen van de dieren. Er wordt dan ook een verbeterplan opgesteld wat op zeer korte termijn moet worden uitgevoerd. Zo moeten de verblijven worden schoongemaakt, en schoongehouden, en de dieren worden behandeld door een dierenarts. De dierenpolitie maakt proces-verbaal op en de LID zal de komende tijd streng controleren of het verbeterplan wordt uitgevoerd.

*De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) is onderdeel van het ministerie van Economische Zaken en ziet onder andere toe op de naleving van de Wet Dieren. Bij constatering van overtredingen kan deze dienst onder bestuursdwang maatregelen opleggen om de situatie van de dieren te verbeteren en/of de dieren in bewaring te laten nemen. Het Openbaar Ministerie bepaalt in iedere zaak of de betrokkene een strafbeschikking krijgt - vaak een boete - of dat de zaak voor de rechter zal worden gebracht.