Geen bedenktijd bij aangifte zedenmisdrijf


Geen bedenktijd bij aangifte zedenmisdrijf

Laatste update:
31-07-2015 | 19:18

Nederland - In de media is de afgelopen tijd veel aandacht voor de bedenktijd als een slachtoffer aangifte wil doen van een zedendelict. Er heerst een hardnekkig misverstand dat de zedenpolitie een verplichte bedenktijd van veertien dagen meegeeft, ook als melder al weet dat hij/zij aangifte
wil doen.

`Dat beeld klopt niet, nergens is vastgelegd dat de bedenktijd een termijn moet bevatten', aldus portefuillehouder Walter van Kleef. De zedenpolitie biedt een slachtoffer/melder altijd een informatief gesprek aan waarin informatie wordt gevraagd en gegeven. Voor de politie is hetimmers van
belang te weten wat er is gebeurd, of er sprake is van een strafbaar feit, gevaar voor herhaling etc. In dat gesprek wordt ook gekeken welke hulpbehoefte het slachtoffer heeft. Daarnaast krijgt het slachtoffer uitleg over de procedure van aangifte, onderzoek en vervolging en over het bijstaan
door een advocaat etc. `Tijdens het informatieve proces leggen we het slachtoffer zo realistisch mogeljk uit wat hem of haar staat te wachten. Soms is dat aanleiding om van aangifte af te zien', zegt Yet van Mastrigt, ex-teamchef zedenpolitie.

Omdat in bijna alle zedenzaken slachtoffer en verdachte bekenden van elkaar zijn, is het van belang dat het slachtoffer de mogelijkheid krijgt na te denken over het wel/niet doen van aangifte en de gevolgen van een strafrechtelijk onderzoek. De zedenpolitie geeft slachtoffer een brochure mee,
waarin onder meer de procedure van aangifte en vervolg onderzoek is beschreven. De termijn van twee weken is geen verplichting maar meer een maximum termijn om voortgang in de zaak te houden. Indien het slachtoffer aan het eind van het informatieve gesprek weet dat zij/hij aangifte meteen wil
doen, kan direct een afspraak voor het doen van aangifte worden gemaakt.

Dat veel slachtoffers ervoor kiezen om geen aangifte te doen, of niet direct, heeft vaak een hele persoonlijke reden, weet Van Mastrigt. `Er zijn wel honderden redenen te noemen. Een slachtoffer dat misbruikt is door haar opa kan ervoor kiezen haar oma dit leed te willen besparen, iemands
moeder is ernstig ziek en de melder wil zich daar eerst op toeleggen, of eerst nog afstuderen. Ook horen we vaak dat slachtoffers het op dat moment simpelweg nog niet aankunnen.'

In zaken waar slachtoffer en verdachte elkaar niet kennen (bijvoorbeeld een aanranding of verkrachting op de openbare weg) wordt ook altijd een informatief gesprek gevoerd en wordt veelal de aangifte direct opgenomen, tenzij het slachtoffer toch die bedenktijd wil. Voor de politie is het in
die gevallen van groot belang zo snel mogelijk veel informatie te vergaren in verband met de opsporing van de verdachte.