Unieke aanpak bij begeleiding van startende leraren

In Zuid-Holland doet een groot aantal middelbare scholen (79) mee aan het project Begeleiding Startende Leraren. De scholen proberen vroegtijdige uitval van deze groep te voorkomen en worden daarbij ondersteund door de Universiteit Leiden, de Technische Universiteit Delft en de Hogeschool Rotterdam.

125 scholen

De scholen ontwikkelen hun eigen aanpak bij het begeleiden van startende leraren. Zij worden begeleid door het Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing (ICLON) van de Universiteit Leiden. Het project loopt tot en met het schooljaar 2016-2017 en er zullen in totaal zo'n 125 scholen deelnemen.

Uitval voorkomen

Het project komt voort uit landelijk beleid van het ministerie van OCW dat steun wil bieden tijdens de eerste drie jaar van de beroepsuitoefening van startende docenten. Een belangrijk doel is het voorkomen van vroegtijdige uitval van deze groep. Veel beginnende docenten vinden de eerste jaren voor de klas zwaar en verlaten het onderwijs daarom vaak vroegtijdig. Goede begeleiding kan startende docenten helpen zich te ontwikkelen tot kundige docenten die met plezier voor de klas (blijven) staan.

Professionele leergemeenschappen

Willem van der Wolk (ICLON), een van de projectleiders: 'Ons project is uniek door de gekozen aanpak. De deelnemers zijn docenten die op de participerende school hun beginnende collega's begeleiden. Zij ontwikkelen in Professionele Leergemeenschappen (PLG's) hun eigen begeleidingstrajecten. Zo krijgt elke school een traject op maat voor de starters op die school.' Dat scholen deze aanpak waarderen, blijkt uit het grote aantal deelnemende scholen: 79. In het schooljaar 2014-2015 zijn 40 scholen met het project gestart, en dit schooljaar komen er nog 39 scholen bij.

900 leraren krijgen extra ondersteuning

In 2014-2015 zijn er door de scholen 225 startende leraren begeleid, in het schooljaar 2015-2016 loopt het aantal deelnemende starters naar verwachting op tot meer dan 500. Uiteindelijk zal het aan het eind van de projectperiode om ruim 900 leraren gaan die extra steun kregen.

Evaluatie

De scholen en de starters worden gedurende de projectperiode intensief gevolgd. De starters door onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen, de scholen door de projectleiding. Het is de bedoeling dat de ontwikkelde begeleidingstrajecten standaard worden op de scholen.

(8 september 2015)