Geen feest: koopkracht ouderen blijft toch weer achter


dinsdag, 15 september 2015

Geen feest: koopkracht ouderen blijft toch weer achter De koopkracht van ouderen blijft voor het achtste jaar op rij achter bij die van andere Nederlanders. Dit blijkt uit de koopkrachtplaatjes voor 2016 die het Nibud heeft gemaakt in opdracht van de ouderenorganisaties Unie KBO, PCOB, NOOM en
NVOG. De kabinetscijfers vertellen bovendien niet het hele verhaal, omdat de oplopende zorgkosten bij de gemeenten buiten beeld blijven, zoals bijvoorbeeld de duurdere huishoudelijke hulp.

De 5 miljard aan lastenverlichting landt vrijwel niet bij ouderen. De koopkracht van veel AOW-huishoudens blijft volgend jaar in de min, zo blijkt uit berekeningen van het Nibud. De aangekondigde koopkrachtreparatie door het kabinet is dus niet geslaagd. Het koopkrachtverlies kan oplopen tot
9%.

Het zijn vooral huishoudens van ouderen met een middeninkomen en ouderen met zorgkosten van wie de koopkracht daalt. Ook ouderen met een onvolledige AOW en een AIO-aanvulling gaan er vrijwel niet op vooruit.

Een van de maatregelen die zijn genomen om de koopkracht van ouderen te repareren is de verhoging van de ouderenkorting. Helaas zijn alleenstaande ouderen met alleen AOW hiermee niet geholpen. Zij betalen geen of weinig belasting en kunnen de ouderenkorting dus niet verzilveren. Ook in die zin
is de reparatie dus niet gelukt.

Slecht nieuws voor `zorgspaarders'
Door het afschaffen van de ouderentoeslag moeten ouderen met een laag inkomen en redelijk wat spaargeld niet alleen meer belasting betalen maar komen zij ook niet meer in aanmerking voor huurtoeslag en zorgtoeslag. Dit kan leiden tot forse koopkrachtverliezen die oplopen tot enkele duizenden
euro's per jaar. Bij een vermogen tussen de 20 en 35 duizend euro vervalt door de afschaffing van de ouderentoeslag het recht op huurtoeslag. Dat zorgt voor alleenstaanden met een aanvullend pensioen van 5.000 euro en een huur van 500 euro voor een koopkrachtdaling van 9%.
Slecht nieuws voor de vele ouderen die geld opzij hebben gezet voor toekomstige hoge zorgkosten. Zij worden daarvoor gestraft door het afschaffen van de ouderentoeslag.

Huishoudelijke hulp
De cijfers van het kabinet vertellen niet het hele verhaal. In deze Nibud-cijfers zijn niet alleen de effecten van landelijke regelingen opgenomen. Steeds meer regelingen worden op lokaal niveau uitgevoerd en hebben impact op de koopkracht van ouderen. Daarbij springen de kosten voor de
huishoudelijke hulp eruit. In 2015 werd de huishoudelijke hulp verstrekt als Wmo-voorziening, maatwerk dus. Steeds meer gemeenten wijzigen dit, en de huishoudelijke hulp wordt dan een `algemene voorziening'. Met alle negatieve financiele gevolgen van dien (zie rekenvoorbeeld).

Rekenvoorbeeld
In 2015 was de eigen bijdrage voor huishoudelijke hulp via de WMO voor de laagste inkomens 20 euro per maand. In 2016 is het gemiddelde uurtarief voor huishoudelijk hulp als algemene voorziening 15 euro per uur, oftewel 130 euro per maand (uitgaande van slechts 2 uur per week). Een verhoging
van 110 euro. Mensen met een laag inkomen kunnen in aanmerking komen voor een Huishoudelijke Hulp Toelage. Dat houdt in dat ze een lager uurtarief betalen, bijvoorbeeld 7,50 euro, en dat de gemeente de rest betaalt. Deze mensen betalen dan toch nog 65 euro per maand. Een verhoging van 45 euro.

Gemeenten zijn bovendien niet verplicht deze toelage te verstrekken en de hoogte van het gemeentebudget voor deze huishoudelijke hulp toelage wordt de komende jaren afgebouwd.

Onzichtbaar koopkrachtverlies
Doordat veel regelingen door gemeenten worden uitgevoerd, komen de koopkrachteffecten hiervan niet in de koopkrachtplaatjes van het kabinet terecht. De koopkracht kan voor deze groepen dus nog veel sterker negatief uitvallen. De ouderenorganisaties willen voor de stapeling opnieuw extra
aandacht vragen bij de behandeling van de begroting SZW.

De Unie KBO, PCOB, NOOM en NVOG laten al sinds 2003 door het Nibud de koopkracht van ouderen berekenen in vergelijking met het voorgaande begrotingsjaar.

Oproep aan de regering van de vier ouderenorganisaties: repareer de koopkracht van ouderen echt, zodat ook zij delen in de lastenverlichting.

KLIK HIER VOOR HET NIBUD-RAPPORT (pdf)

Tweeten
Bookmark and Share