Gemeente Brummen bereid tot opvang van vluchtelingen


15 september 2015

De gemeente Brummen is bereid, gelet op de actuele en nijpende situatie rondom de instroom van vluchtelingen in Europa en ook Nederland, om een actieve bijdrage te leveren aan de opvang van vluchtelingen. Onder leiding van burgemeester Alex van Hedel hebben de fractievoorzitters van de zeven
politieke partijen in de gemeenteraad dit standpunt ingenomen. Het COA (Centraal Orgaan opvang Asielzoekers) is inmiddels geinformeerd over de uitgangspunten en voorwaarden waaronder de gemeente Brummen een bijdrage wil en kan leveren.

De stroom van vluchtelingen groeit inmiddels gestaag. Voor Nederland kan dit betekenen dat de komende twee jaar aan ruim 9.000 vluchtelingen opvang geboden moet gaan worden. Daarom hebben de fractievoorzitters met burgemeester Van Hedel op 10 september jl. de situatie besproken. Hierbij is
vastgesteld dat de gemeente Brummen in beginsel bereid is tot de tijdelijke (nood-)opvang van asielzoekers. De raad constateert dat in onze gemeente geen accommodaties zijn waar grote aantallen asielzoekers kunnen worden gehuisvest (denk hierbij aan meer dan 300 personen). Wel zijn mogelijk op
relatief korte termijn accommodaties beschikbaar die kleinere maar nog steeds substantiele aantallen vluchtelingen kunnen huisvesten. Deze zijn niet in eigendom van de gemeente, maar als deze accommodaties voor het COA interessant zijn, wil de gemeente zich inspannen om met eigenaren van deze
accommodaties in overleg te treden.

De gemeenteraad heeft het COA verder laten weten bereid te zijn zich op te werpen als "satelliet-opvangcentrum" voor aanwezige of op te richten noodopvang of tijdelijke opvang binnen de regio. Het plaatsen van tijdelijke woonunits op gronden die in gemeentelijk eigendom zijn - als daar
behoefte aan is - is dan bij voorbaat niet uitgesloten. Voor de langere termijn zal wethouder Van Ooijen (volkshuisvesting) het huisvesten van een te verwachten toenemend aantal statushouders (verblijfsvergunning) en de daarmee gepaard gaande druk op permanente huisvesting bespreekbaar maken
in zijn contacten op provinciaal, regionaal en lokaal (woningbouwcorporaties) niveau.