Mist rond extra banen jonge docenten blijft na 'onderzoek'

Schoolbesturen in het voortgezet onderwijs hebben de extra 65 miljoen euro uit het Nationaal Onderwijsakkoord (NOA) ingezet voor jonge docenten, stelde de VO-raad vorige week op basis van eigen onderzoek. Maar dat onderzoek blijkt een vrijwillige peiling onder besturen, zonder dat de aangeleverde gegevens geverifieerd zijn. De deelnemers claimen veel meer banen dan mogelijk is met het NOA-geld.

Vlak na Prinsjesdag twee jaar terug werd het Nationaal Onderwijsakkoord gepresenteerd. Er kwam 150 miljoen euro vrij bedoeld voor drieduizend extra banen voor jonge docenten in het funderend onderwijs. Het voortgezet onderwijs kreeg daarvan 65 miljoen euro, het equivalent van zo'n 1.200 banen. Het geld werd toegevoegd aan de lumpsum, de grote zak met geld die besturen naar eigen inzicht mogen besteden.

Wel vroeg de Tweede Kamer aan staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs om een verantwoording, om te zien waaraan het geld is uitgegeven. Dekker moest het antwoord schuldig blijven, verwijzend naar de lumpsumfinanciering. "Ik heb geen bonnetjes", zei hij in een overleg met de Kamer. En dus speelde hij de bal door naar de werkgeversorganisaties, die de besturen vertegenwoordigen. In de cao voor het voortgezet onderwijs 2014/2015 (artikel 18.3) staat dat de werkgevers verzocht worden de bonden voor 1 augustus 'te informeren over het aantal jonge leraren dat ze op deze wijze aannemen/behouden en op welke wijze ze dit doen.'

Verantwoording `VO-scholen hebben de extra 65 miljoen euro die zij eind 2013 eenmalig ontvingen, ingezet voor het behouden en aannemen van jonge leraren', stelde de VO-raad in een kort persbericht dat vorige week onverwacht naar buiten kwam. `De 151 schoolbesturen die aan het onderzoek deelnamen, hebben met de extra middelen in het schooljaar 2014/2015 in totaal 1156 (fte) nieuwe jonge docenten aangenomen en 621 (fte) jonge docenten in dienst kunnen houden.'

Het onderzoek dat de werkgeversorganisatie tussen 2 juni en 10 juli uitvoerde - een peiling op basis van vrijwilligheid onder haar 341 leden - leverde goed beschouwd een merkwaardige uitkomst op. De 151 besturen die gegevens aanleverden, vertegenwoordigen 60 procent van de leerlingen. Ze claimen samen al 1.777 voltijdbanen, veel meer dan met 65 miljoen euro mogelijk is voor de hele sector.

Verantwoording

In het bericht, de enige publieke verantwoording die de w werkgeversorganisatie openbaar heeft gemaakt, oppert de VO-raad als verklaring dat de leden 'naar verwachting' ook de extra rijksbijdrage uit het Herfstakkoord hebben meegeteld.

Maar in een notitie aan het ministerie van Onderwijs plaatsen de werkgevers een belangrijke nuance die in het persbericht ontbreekt, namelijk dat het `niet mogelijk is om de 65 miljoen euro zomaar uit de lumpsum te isoleren'. Vanwege de lumpsum kan er `in beginsel geen direct verband worden gelegd tussen de middelen en specifieke docenten'. De VO-raad heeft het document aan het Onderwijsblad verstrekt in reactie op vragen over het onderzoek.

Vertekening

Onduidelijk is wat besturen precies hebben geteld: wat reken je als een baan uit extra middelen binnen een lumpsum? In de peiling zijn de arbeidsplaatsen niet gerelateerd aan leerlingaantallen. Wat als een bestuur het extra geld inzet voor behoud van jonge docenten, maar tegelijkertijd wel beknibbelt op personeelslasten in de reguliere rijksbijdrage?

Stan Termeer, hoofd communicatie bij de VO-raad, erkent dat er kanttekeningen te plaatsen zijn. "Er zit absoluut een mate van interpretatie in het onderzoek, daar ben ik heel duidelijk over. Het is geen wiskundige exercitie waarbij je een stapel bonnetjes op een rij legt en de getallen optelt."

Eer en geweten

Bij navraag blijkt dat de ingevulde gegevens niet geverifieerd zijn. De VO-raad heeft niet gecontroleerd of besturen de cijfers misschien een beetje overdrijven of per abuis een foutje hebben gemaakt. Termeer: "We gaan ervan uit dat onze leden dit naar eer en geweten hebben ingevuld."

Het onderzoek is volgens hem een 'onderbouwde peiling': "Waar die onderbouwing in zit? In het feit dat 151 van de 341 leden hebben deelgenomen, dat ze samen 60 procent van de leerlingen vertegenwoordigen, en dat ze de vragen naar eer en geweten hebben beantwoord."

Werkgelegenheid

De uitkomsten zijn moeilijk te rijmen met werkgelegenheidscijfers die eerder dit jaar door DUO gepubliceerd werden via Onderwijs in Cijfers. Daaruit kwam naar voren dat het aantal leraren op 1 oktober 2014 is gedaald, terwijl het aantal leerlingen toeneemt. De gegevens zijn door DUO verwijderd omdat ze 'niet geheel correct' zouden zijn. Staatssecretaris Dekker komt met een brief over de werkgelegenheid in het onderwijs.

Afgelopen voorjaar zei Dekker ervan overtuigd te zijn dat de extra miljoenen goed zijn terechtgekomen. Die veronderstelling baseerde hij op wat besturen hem hadden verteld. De peiling in het voortgezet onderwijs moest toen nog worden uitgezet.