De enquetecommissie Fyra levert half werk - Onafhankelijke Fractie Klein

'De presentatie van het rapport van de parlementaire enquetecommissie naar de Fyra laat zien dat er half werk is afgeleverd' zo stelt het Tweede Kamerlid Norbert Klein (Vrijzinnige Partij). Het rapport, opgesteld door Tweede Kamerleden, houdt collega Kamerleden de hand boven het hoofd. "De rol van de Tweede Kamer blijft vrijwel buiten schot, terwijl het de Kamer zelf was, die aanstuurde op snel en goedkoop en daarbij het belang van de reiziger uit het oog verloren", aldus Norbert Klein. De reiziger is dus weer de dupe.

Terecht merkt de commissie Toorenburg op dat er in de aanbesteding veel is mis gegaan. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat was erop gericht om de concessie aan de NS te gunnen. Toen dit niet onderhands lukte werd dit met een aanbesteding gedaan. Hoewel het ministerie wist dat het plan van de HSA onrealistisch was, is het ministerie hiermee wel in zee gegaan. Hier had zeker kritischer naar gekeken moeten worden. Doordat het fundament, de aanbesteding, ondeugdelijk in elkaar zat zag je daarna fout op fout gestapeld worden met als toppunt de bekende fyra-treinen die uit elkaar vielen in december 2012. Hier gold duidelijk goedkoop is duurkoop. Men had dit in 2001 toen de concessieovereenkomst werd getekend al kunnen zien aankomen. Minister Tineke Netelenbos (PvdA) was naief te denken dat wat zij met de HSA afsprak niet haar probleem zou zijn als de afspraken niet nagekomen zouden worden. Een dure misser.

Anderzijds heeft de Tweede Kamer boter op het hoofd. De sterke sturing op financien in plaats van sturing op wat het resultaat is voor de reizigers is sterk ingegeven door de Tweede Kamerleden zelf. De Tweede Kamer volgde het proces nauwlettend, toch stuurden ook zij met de VVD voorop aan op een concessie met de HSA. Het moest allemaal snel en goedkoop.

Vreemd genoeg merkt de commissie wel op dat de Tweede Kamer wel degelijk een rol heeft in het mislopen van het fyra-debacle. Toch meent de commissie dat dit niet voldoende is om dit op te nemen in de hoofdconclusie, terwijl dit volgens de Vrijzinnige Partij een cruciaal onderdeel is van het verhaal. Het is wel duidelijk dat de commissie-leden de collega kamerleden de hand boven het hoofd houdt. Hierdoor geeft het rapport een te eenzijdig beeld en wordt wederom de reiziger niet centraal gesteld.