Tips voor het stoken van uw kachel
Actueel
Regelmatig melden inwoners ons overlast te ervaren van rook door houtkachels. De oorzaak hiervoor kan liggen in een slechte verbranding of het stoken van verkeerd hout.
Heeft u een houtkachel of open haard? Beperk de overlast voor uw buren met onderstaande stooktips.
* Zorg voor de juiste grootte van uw kachel.
In veel gevallen heeft een kachel een te grote capaciteit voor de ruimte die u wilt verwarmen. Het wordt dan al snel te warm tijdens het stoken, waardoor u het vuur gaat temperen (smoren). Hierdoor komen veel meer schadelijke stoffen vrij omdat sprake is van onvolledige verbranding. Op
internet vindt u sites waar u de benodigde capaciteit van uw kachel kunt berekenen, in de praktijk is het beter om hiervoor een specialist in te schakelen.
* Laat uw schoorsteen en rookkanaal goed afstemmen op uw haard of kachel.
Een goed afgestemde en geisoleerde schoorsteen en rookkanaal voeren de rookgassen op de juiste manier af. Dit is belangrijk voor uw eigen gezondheid en om schoorsteenbrand te voorkomen! Laat een erkend bedrijf bepalen of uw schoorsteen en rookkanaal geschikt is. Een rookkanaal dat te laag
is, of dicht in de buurt van omliggende panden is aangebracht, kan een oorzaak zijn van overlast omdat de rook zich niet goed kan verspreiden. Ook een regenkap op het rookkanaal kan rookoverlast veroorzaken.
* Laat ieder jaar uw schoorsteen vegen door een erkend vakman.
Regelmatig uw schoorsteen laten vegen, voorkomt problemen. Ook voor uw eigen veiligheid.
* Maak het vuur aan met aanmaakblokjes en kleine houtjes.
Maak nooit vuur aan met vloeibare stoffen! Een goede methode is beginnen met dik hout op de as, daarop losse houtjes en aanmaakblokjes en steek dit aan. Stapel het hout losjes, zodat de lucht er goed bij kan.
* Stook alleen droog, onbehandeld hout.
Alleen gekloofd hout, dat min. twee jaar buiten onder een afdak is gedroogd en niet te dik is (max. 7 cm), is geschikt voor uw open haard of houtkachel. U herkent droog hout aan scheuren en loszittende schors. Het stoken van nat hout zorgt voor onvolledige verbranding.
* Stook geen hout dat geverfd, gebeitst of geimpregneerd is.
Hierbij kunnen schadelijke stoffen, zoals chloorverbindingen en zware metalen vrijkomen.
* Stook niet bij windstil of mistig weer.
Door gebrek aan wind of bij mist blijven rookgassen om het huis hangen. Dit is schadelijk voor uw gezondheid en voor die van uw buren.
* Zorg voor voldoende frisse lucht in de ruimte waar gestookt wordt.
Bij het stoken komen schadelijke stoffen vrij. Bovendien verbruikt met name een open haard veel zuurstof. Ventileer de woning voortdurend door een raam of deur op een kier te zetten tijdens het stoken.
* Zorg voor goede luchttoevoer.
Zet de uitlaatklep naar de schoorsteen volledig open als u begint met stoken. Goede houtkachels zijn voorzien van regelbare kleppen, waarmee de luchttoevoer kan worden geregeld. Zet ook deze kleppen volledig open tijdens het stoken. Als het vuur te heet wordt, kunt u minder brandstof
toevoegen. Verminder dan niet de luchttoevoer!
* Controleer regelmatig of u goed stookt.
U kunt eenvoudig zelf controleren of u goed stookt. Loop even naar buiten om de kleur van de rook uit uw schoorsteen te controleren. Kleurloze rook wijst op een goede verbranding. Gekleurde rook (wit, grijs, zwart, blauw) geeft aan op dat de verbranding slecht is. De vlam in de houtkachel
moet heldergeel zijn en niet flakkeren. Een oranje, onregelmatige vlam duidt op een niet volledige verbranding. Verbeter bij donkere rook of oranje vlammen de luchttoevoer.
* Laat een houtvuur vanzelf uitbranden.
Als u een houtvuur tempert door de luchttoevoer te verminderen, komen veel schadelijke stoffen vrij. Laat het vuur daarom vanzelf uitbranden.
Wij wensen u warme wintermaanden toe!