Verzekeraars in Nederland investeren in bommen die burgerslachtoffer..


Zes verzekeringsgroepen in Nederland hebben aandelen en obligaties in vier Amerikaanse wapenfabrikanten die MK-bommen en clusterbommen produceren. Onderzoek van Amnesty International in het noorden van Jemen wijst uit dat deze munitie recent is gebruikt bij luchtaanvallen op burgerdoelen, met
veel burgerslachtoffers tot gevolg.

Uit een onderzoek uit juni 2015 van de Eerlijke Verzekeringswijzer naar investeringen in controversiele wapenhandel, blijkt dat de volgende verzekeringsgroepen aandelen en obligaties hebben in de wapenproducenten General Dynamics, Orbital ATK, Textron en Lockheed Martin: Aegon (68 miljoen
euro), Allianz (152 miljoen euro), APG (126 miljoen euro) en Legal & General (387 miljoen euro). Delta Lloyd en Generali investeren een relatief klein bedrag, alleen in Lockheed Martin (respectievelijk 2 en 1 miljoen euro).

Bij de onderzochte aanvallen op verschillende dorpjes in de regio Sa'da kwamen ten minste 71 burgers om het leven, onder wie een groot aantal kinderen. Amnesty vond geen bewijs voor de aanwezigheid van militaire doelen. Deze aanvallen zijn onwettig omdat zij civiele objecten (woningen) tot
doel hadden of geen onderscheid maakten tussen burger-en militaire objecten

Amnesty-onderzoek in Jemen

Amnesty deed in juni en juli 2015 onderzoek in Sa'da, een regio in het noorden van Jemen. Onderzoekers bezochten verschillende locaties van luchtaanvallen waarbij veel burgers omkwamen. Fragmenten van gebruikte munitie werden onderzocht, en wapenexperts analyseerden foto's en video's van de
munitieresten. Zij concludeerden dat het om clusterbommen en MK-bommen ging.

Clusterbommen

Amnesty vond restanten van twee verschillende typen clusterbommen: BLU-97 submunitie (de daadwerkelijke clustermunitie) en de `drager' van deze clusterbommen, CBU-87. Ook werden overblijfselen van de geavanceerdere clusterbom CBU-105 Sensor Fuzed Weapon gevonden. Clusterbommen zijn onder
internationaal recht verboden. Zij verspreiden honderden kleinere bommen over een groot gebied, waarvan een aanzienlijk percentage niet explodeert. Deze kleine bommen blijven dan nog jarenlang een gevaar voor de lokale bevolking. Naast de clustermunitie zijn er ook zware bommen van het type MK
(MARK) gevonden. De inzet van deze bommen heeft in bewoonde gebieden, vanwege hun verwoestende werking, bijna altijd burgerslachtoffers tot gevolg.

Rol verzekeraars
Volgens onderzoek van Stop Wapenhandel worden deze MK-bommen geproduceerd door General Dynamics. De clusterbommen worden geproduceerd door Orbital ATK en Textron, en een deel door Lockheed Martin.

Amnesty vindt dat financiele instellingen alleen dienen te investeren in bedrijven die mensenrechten respecteren. Heeft een financiele instelling geinvesteerd in een bedrijf dat betrokken is bij mensenrechtenschendingen, of bestaat daarop een hoog risico, dan dient deze instelling haar invloed
aantoonbaar en meetbaar aan te wenden om dit bedrijf ertoe te bewegen deze misstand(en) te beeindigen, of deze risico's weg te nemen. Mocht deze invloed ontoereikend zijn, dan zou de financiele instelling ervoor moeten kiezen om niet (meer) in het betreffende bedrijf te investeren. Dit is in
overeenstemming met de United Nations Guiding Principles on Business and Human Rights en de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen.

De verzekeraars zijn zich wellicht niet bewust van de betrokkenheid van de wapenbedrijven waarin ze investeren bij mensenrechtenschendingen in Jemen die Amnesty in haar recente rapport noemt. Een en ander roept vragen op over de wijze waarop zij invulling geven aan de verantwoordelijkheid die
ze hebben om de mensenrechten te respecteren.

De MK-bommen die General Dynamics produceert en de clustermunitie die Orbital ATK, Textron en Lockheed Martin vervaardigen, worden in Jemen gebruikt. Ze leiden tot ernstige mensenrechtenschendingen. Amnesty veroordeelt de productie van en investering in clustermunitie, en roept de verzekeraars
op beleid op te stellen dat dit soort investeringen volledig uitsluit en dit ook actief in de praktijk te brengen.

Nederlandse overheid
Amnesty verwacht van de Nederlandse overheid dat zij verzekeringsgroepen aanspreekt op deze investeringspraktijk in lijn met het internationaal recht en relevante VN-principes en OESO-richtlijnen. Verzekeraars dienen bij de wapenbedrijven onder meer aan te dringen op toegang tot herstel voor
de slachtoffers van deze bombardementen.

Achtergrond conflict Jemen
Op 25 maart 2015 begon een door Saudi-Arabie geleide coalitie met luchtaanvallen op Jemen. De coalitie, die op verzoek van de Jemenitische president in ballingschap handelt, heeft sindsdien duizenden aanvallen uitgevoerd op gebieden die door de Houthi's worden gecontroleerd. Honderden
aanvallen hebben burgerdoelen geraakt zoals woonhuizen, scholen, markten, winkels en fabrieken. Eind september waren er volgens de Verenigde Naties al 2.355 doden en 4.862 gewonden gevallen onder de burgerbevolking. Twee derde van alle gerapporteerde burgerdoden zouden zijn gevallen door
luchtaanvallen van de coalitie.

Op 3 juni 2015 vielen in Al-`Eram, ten noordwesten van Sa'da, ten minste 55 doden en negen gevonden als gevolg van een serie luchtaanvallen van de coalitie. Onder de doden waren 35 kinderen. Het dorpje werd tijdens de aanval meerdere keren geraakt, en sommige doden vielen doordat een volgende
luchtaanval volgde nadat burgers waren toegesneld om de lichamen onder het puin vandaan te halen. Salah Basrallah, een boer, verloor 21 familieleden, onder wie zijn vrouw en zes kinderen. Ghaleb Dhaifallah, die zijn elfjarige zoon verloor, beschreef de aanval aan Amnesty:

`Op het moment van de luchtaanvallen was ik bij een vriend thuis, op zo'n 200 meter afstand. Er waren vier aanvallen. Er was een pauze van een uur tussen de tweede, derde en vierde aanval. Mijn oudste zoon Mu'az werd gedood, hij was elf jaar oud. Hij was gewond geraakt aan zijn hoofd door
bomscherven en stierf ter plekke. Hij was aan het spelen met de vier kinderen van Sadeq Hamoud, de twee dochters van mijn oom en een aantal andere kinderen die allemaal ter plekke stierven. Ongeveer twaalf van hen zaten niet onder het puin. Alle anderen lagen onder het puin. We moesten heel
lang graven voordat we de lichamen vonden. Ik zweer dat er hier geen wapendepot was en dat hier geen [Houthi] leider was. Het is gewoon een plek waar normale burgers wonen.'