OM eist tot 16 jaar wegens medeplegen liquidatie Endstra


12 november 2015 - Arrondissementsparket Amsterdam

De officier van justitie in Amsterdam heeft vandaag tot 16 jaar cel geeist tegen de drie mannen die verdacht worden van betrokkenheid bij de liquidatie van vastgoedmagnaat Willem Endstra op 17 mei 2004 aan de Amsterdamse Apollolaan. De drie mannen worden vervolgd voor medeplegen van de
liquidatie van Endstra en voor poging moord op de zakenpartner van Endstra die hem op het moment van de aanslag vergezelde.

Tegen de beide neven van inmiddels 31 jaar en 35 jaar, beiden afkomstig uit Alkmaar, eiste de officier 14 jaar jaar cel en tegen de 41-jarige verdachte 16 jaar cel. Laatstgenoemde verdachte was niet bij de behandeling van zijn strafzaak aanwezig, aangezien zijn advocaat is gemachtigd wordt
zijn zaak op tegenspraak behandeld. Op dit moment zit geen van de drie mannen vast.

De officieren van justitie over de drie verdachten in hun requisitoir: "Zij kenden Endstra niet en er is ook geen enkele relatie vastgesteld tussen hen en Endstra. Hun motief om Endstra om het leven te brengen kan dus alleen zijn gelegen in het geldelijke gewin dat hun in het vooruitzicht is
gesteld. Zij hebben zich uitsluitend laten leiden door hun eigen belangen en hebben zich niets gelegen laten liggen aan het verdriet van de nabestaanden, de afschuw over het op klaarlichte dag voor de ogen van velen iemand liquideren en de onrust die die daad in de maatschappij teweeg heeft
gebracht."

Kort na de liquidatie ontdekte de politie in de buurt van de Apollolaan een gestolen Mercedes-busje dat als observatiebusje leek te zijn gebruikt. Enkele maanden later werd in een gestolen Alfa Romeo onder meer het moordwapen aangetroffen waarmee de liquidatie was uitgevoerd. In 2006 bleek dat
een vingerafdruk die op een parkeerticket uit het Mercedesbusje was aangetroffen, toebehoorde aan de 35-jarige verdachte. Tapgesprekken leidden vervolgens op 13 december 2006 tot de aanhouding van beide neven.

In deze strafzaak is er veel aandacht besteed aan de beschermde getuige die in verschillende strafzaken verklaringen heeft afgelegd. Tijdens de openbare behandeling van deze zaak is de beschermde getuige uitvoerig gehoord door zowel rechtbank als verdediging. Eerder had hij bij de
rechter-commissaris diverse verklaringen afgelegd. Het OM is van mening dat het een betrouwbare getuige betreft. "Zijn verklaringen zijn consistent en voldoende gedetailleerd en vinden op een groot aantal punten steun in overige bewijsmiddelen", aldus de officieren van justitie in hun
requisitoir.

Op basis van de resultaten van forensisch onderzoek, tapgesprekken, getuigenverklaringen en verklaringen van de beschermde getuige concludeert het OM dat de drie mannen betrokken zijn geweest bij de liquidatie van Endstra en bij het toebrengen van ernstig lichamelijk letsel aan zijn
zakenpartner. De beide neven zouden, onder leiding van de 41-jarige verdachte, in de periode voorafgaand aan de liquidatie en op de dag van de liquidatie zelf observaties hebben gepleegd. Naderhand hebben ze gepoogd sporen te wissen. De officieren: "De voorbereiding had maanden geduurd. Er was
geobserveerd wie in het kantoor kwam, wie met wie omging en het hele `hebben en houden' van Endstra. Er was niet alleen bij het kantoor geobserveerd, maar ook op andere plaatsen zoals bij een vriendin van Endstra. Uiteindelijk was het oordeel dat zijn kantoor de beste plek zou zijn."

Politie en OM hebben jarenlang intensief onderzoek gedaan om de waarheid omtrent de dood van Endstra en de moordpoging op zijn zakenpartner te achterhalen. Verdachten wilden niet verklaren of verklaarden slechts onschuldig te zijn. In december 2006 werden de twee verdachten uit Alkmaar
aangehouden en in voorlopige hechtenis genomen op verdenking van betrokkenheid bij de liquidatie. In februari 2008 werd de voorlopige hechtenis van beide mannen door de rechtbank opgeheven. Nadat in oktober 2011 de vermoedelijke schutter - een 47-jarige man afkomstig uit Rusland - door de
politie was aangehouden, zijn de beide mannen uit Alkmaar opnieuw aangehouden. Korte tijd later werden beiden door de rechtbank in vrijheid gesteld. De man die het OM ervan verdenkt daadwerkelijk Endstra te hebben geliquideerd, is in maart 2012 in detentie aan de gevolgen van een
hersenbloeding overleden.

In totaal zijn er twaalf zittingsdagen gereserveerd voor de behandeling van deze zaak. Op maandag 4 januari zal het onderzoek Enclave ter zitting worden gesloten. De uitspraak is op maandag 18 januari 2016.

Deel dit op

*