Reactie provincies op advies natuurbeleid Van Vollenhoven

Het monumentenbeleid kan als inspiratiebron dienen voor het natuurbeleid. Dat stelt prof.mr. Pieter van Vollenhoven in een advies aan de nieuwe staatssecretaris van Economische Zaken, Martijn van Dam (PvdA). De provincies vinden het een interessante vergelijking, zeker als het gaat om het zoeken naar nieuwe vormen van financiering.

Van Vollenhoven was door Van Dams voorganger, Sharon Dijksma, gevraagd om te adviseren over een beter natuurbeleid, vanuit zijn ervaring in zowel de wereld van natuur als monumenten. De heer Van Vollenhoven was eerder voorzitter van het Nationaal Groenfonds, dat natuurprojecten financiert, en van het Nationaal Restauratiefonds.

Paralellen

Van Vollenhoven ziet paralellen tussen monumenten en natuur. "In het natuurbeleid gaan forse bezuinigingen samen met een groter beroep op de betrokkenheid van de samenleving. In het verleden heeft een vergelijkbare situatie zich voorgedaan in de monumentenwereld." Hij stelt dat het

monumentenbeleid het natuurbeleid kan inspireren. Op dit moment is het natuurbeleid volgens Van Vollenhoven veel minder duidelijk dan het monumentenbeleid over waar de prioriteiten liggen. Gemeenten en provincies moeten daarom, net als het rijk, ondubbelzinnig aangeven welke natuur zij

belangrijk vinden. Dat kan door het aanwijzen van provinciale en gemeentelijke en Rijksnatuurmonumenten. Dat maakt meteen duidelijk wie eindverantwoordelijk is en wie aangesproken kan worden op het resultaat, aldus het advies van de commissie Van Vollenhoven.

Waardevol advies

Het IPO vindt het advies om te kijken naar de ervaringen in de monumentenzorg waardevol. Eind 2014 is een evaluatie uitgevoerd van de gedecentraliseerde Rijksmiddelen voor restauratie van monumenten. Een belangrijk conclusie was dat provincies erin slagen om extra geld te genereren ten behoeve

van restauraties. Die ervaringen kunnen ook meegenomen worden in het natuurbeleid. Daarvoor is zo'n stelselwijziging echter niet nodig.

Met de decentralisatie van het natuurbeleid is duidelijk geworden dat de verantwoordelijkheid voor de invulling van het natuurbeleid en de uitvoering primair bij de provincies ligt. De provincies vullen dat in door samenwerking met partners. Uit de eerste voortgangsrapportage van het

Natuurpact blijkt ook dat de provincies en hun partners ruim op schema liggen met de inrichting van het Natuurnetwerk Nederland.

Stelselwijziging niet nodig

Het IPO ziet daarom nu geen aanleiding voor verandering in de bevoegdheidsindeling. Daarover zijn in het Natuurpact heldere afspraken gemaakt met het Rijk die ook zijn vastgelegd in de nieuwe Wet natuurbescherming. Met de decentralisatie en met de nieuwe wet Natuurbescherming vindt juist een

vermindering van het aantal gebiedscategorieen plaats en wordt de verdeling overzichtelijker. Het is belangrijk om nu te zorgen voor rust in het beleidsveld en om volgens deze nieuwe afspraken te gaan werken.