In hoger beroep tot 6 jaar cel geeist voor neerschieten man in Rotte..


16 november 2015 - Ressortsparket

De advocaat-generaal (OM) in Den Haag heeft in hoger beroep celstraffen van respectievelijk zes en vierenhalf jaar geeist tegen een 41-jarige en een 34-jarige man. In de visie van het OM hebben zij zich op 2 augustus 2008 schuldig gemaakt aan het neerschieten van een 58-jarige man voor zijn
woning aan de Prinses Julianalaan in Rotterdam Kralingen. Hij werd geraakt in zijn arm en zijn hals maar overleefde de `aanslag'. Beide verdachten zijn lid van de orde der transformanten.

In de visie van het OM zijn de feiten als volgt. Het slachtoffer kende de orde vanaf 2003. Zijn toenmalige vrouw was lid van de orde en hij was ook regelmatig aanwezig. Na het verbreken van de relatie had hij geen contact meer met de orde. Binnen de orde der transformanten ontstond een
denkbeeld dat het slachtoffer bezig was met een haat/hetzecampagne, o.a. in de media, tegen de orde. In praatsessies binnen de orde werd daarover gesproken en wat daar aan te doen. De leden van de orde hadden het gevoel dat ze moesten ingrijpen. In 2008 leidde dit tot het door een van de
verdachten aanschaffen van een baken om de bewegingen van het slachtoffer na te gaan. "Om hem een halt toe te roepen", aldus de advocaat-generaal. Hiervoor werd in juni 2008 hoogstwaarschijnlijk een lid van de orde, vermomd en zich voordoend als politieagent, naar de woning van het slachtoffer
gestuurd hetgeen ook doet denken aan wat in Laren gebeurde zes jaar later met een uittreder. Het slachtoffer in onderhavige zaak vertrouwde het echter niet en deed de voordeur niet open. Daarna moest er naar een ander plan worden overgeschakeld, een aanslag met een vuurwapen, hetgeen ook
geschiedde op 2 augustus 2008.

De rechtbank sprak de verdachten vrij na de eis van de officier van justitie van acht jaar cel voor beide verdachten voor poging moord. De rechtbank oordeelde dat niet kon worden vastgesteld dat de verdachten daadwerkelijk een substantiele bijdrage hadden geleverd aan de beschieting van het
slachtoffer. Het OM was het hiermee niet eens en stelde hoger beroep in.

De advocaat-generaal is van mening dat er in het dossier voldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is om te stellen dat sprake is van voorbedachte raad en medeplegen van poging tot moord. "Gezien de voorbereidingen die door de verdachten zijn getroffen en hun handelen voorafgaand en
tijdens het delict is het evident dat hier sprake is geweest van voorbedachte raad. De bijdragen van beide verdachten aan de schietpartij zijn, in het bijzonder de intensiteit van de samenwerking, de rol in de voorbereiding en het belang van de rol van verdachten, van voldoende gewicht om van
medeplegen te kunnen spreken."

De advocaat-generaal vindt dat alleen onvoorwaardelijke celstraffen van aanzienlijke duur recht doen aan de ernst van het feit. "Verdachten hebben een 58-jarige man bijna zijn kostbaarste bezit ontnomen, te weten zijn leven. Verdachten hebben door zo te handelen als zij gehandeld hebben zijn
leven volkomen ondergeschikt gemaakt aan hun wens de stroom van negatieve publiciteit over de orde der transformanten, waar zij beiden lid van waren en zijn, te doen stoppen. Kennelijk wordt daarbij binnen de orde niet op een mensenleven meer of minder gekeken. Dat het bij een poging is
gebleven is niet aan verdachten te danken geweest." De strafeisen in hoger beroep vallen lager uit dan die in eerste aanleg. Dit heeft te maken met de overschrijding van de redelijke termijn in hoger beroep en is ook rekening gehouden met de rol die verdachten hebben gespeeld bij het strafbare
feit.

Uitspraak (naar verwachting) over twee weken.

Deel dit op

*