Vragen nr. x

Aan de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland Haarlem, 25 november 2015

Vragen van de heer P. Slettenhaar (VVD) over “samenwerking BELH-gemeenten”.

De voorzitter van Provinciale Staten van Noord-Holland deelt u overeenkomstig het bepaalde in artikel 45 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van Provinciale Staten mede, dat op 25 november 2015 door het lid van Provinciale Staten, de heer P. Slettenhaar (VVD), de volgende vragen bij Gedeputeerde Staten zijn ingekomen.

- PERSBERICHT -

VVD NH stelt vragen over samenwerking Blaricum, Eemnes, Laren en Huizen.

Haarlem, 24 november 2015

Paul Slettenhaar van de VVD Noord-Holland heeft schriftelijke vragen gesteld over de voortgang van de samenwerking tussen de BELH-gemeenten en de visie van het college van GS hierop.

In april 2014 is het rapport van de Verkenners “Gooi en Vechtstreek: regio met een plus!?” gepubliceerd. Het advies in dit rapport voor de 4 BELH-gemeenten luidde: “Huizen, Blaricum, Laren en Eemnes gaan een intensief en niet-vrijblijvend samenwerkingsverband aan, waarmee de opmaat wordt gegeven voor een mogelijke fusie van deze gemeenten over 3 of 4 jaar dan wel een opgaan van deze gemeenten op (middel-)lange termijn in een nog grotere nieuwe gemeente.”

In november 2014 heeft het college van Gedeputeerde Staten in haar reactie dit advies positief bevestigd en aangegeven dat fusie een te onderzoeken optie is, na de geplande bestuurskrachtmeting medio 2016. De gemeenten Huizen-Blaricum-Eemnes-Laren hebben in november 2014 per brief aan het college van GS toegezegd de mogelijkheden van intensieve, niet-vrijblijvende samenwerking te onderzoeken.

De VVD Statenfractie wil weten wat nu de concrete visie van het college van GS is op het verdere traject voor de Gooi- en Vechtstreek in het algemeen en specifiek voor de BEL-H-gemeenten. De vragen worden binnen 30 dagen beantwoord.

Vragen:

1. Wat zijn de resultaten van de algemene oproep aan de BEL-gemeenten en Huizen om tot verdergaande samenwerking te komen en van de specifieke oproep “Kom tot samenwerkingsafspraken en tot bindende afspraken over de implementatie ervan.” ?

2. Wat is de visie van het college van GS op de toekomst van de Noord-Oost-flank van de Regio Gooi en Vechtstreek binnen Noord-Holland?

2a Speelt de provinciegrens tussen Noord-Holland en Utrecht (Eemnes valt nu binnen de provincie Utrecht) in dat verband wel of niet een rol? Graag een gemotiveerd antwoord.

3. Hoe ziet het college van GS het verdere traject voor de Gooi- en Vechtstreek in het algemeen en specifiek voor de BEL-H-gemeenten i.r.t. een ARHI-procedure?