Oproep wethouder Visser: 'Zoek samenwerking met de sport' - Rotterda..


Oproep wethouder Visser: `Zoek samenwerking met de sport'

17 oktober 2014

`Ik word erg enthousiast als verenigingen nieuwe maatschappelijke sectoren aan zich weten te binden en daarmee die andere sector laten inzien dat sport een heel goed middel is.' Dat zegt Adriaan Visser, wethouder Financien, Binnenstad, Cultuur en Sport. Hij is enthousiast over Sportplus: `Het
programma heeft zich in de afgelopen jaren dusdanig goed ontwikkeld, dat we eigenlijk niet meer kunnen spreken van een experiment.'

Rotterdam verwacht van vitale sportverenigingen dat ze middenin de samenleving staan. Wethouder Visser: `We vragen ze om naar vermogen meer te doen voor hun omgeving dan sport alleen. Waar nodig ondersteunen en faciliteren wij ze met betaalbare sportaccommodaties en verenigingsondersteuning
door Rotterdam Sportsupport. Steeds meer verenigingen pakken hun maatschappelijke rol op. Dat is een compliment waard, zeker in tijden waarin de druk op vrijwilligers heel groot is.'

Welke waarde hecht de gemeente aan de rol van sport als maatschappelijk instrument? Visser: `Sporten en bewegen hebben veel potentie. Ze dragen op vele manieren bij aan een vitaal Rotterdam. Het is leuk om te doen, stimuleert sociale verbanden, bevordert talentontwikkeling, draagt bij aan een
betere gezondheid en stimuleert de economie. Om die potentie volop te benutten, is het belangrijk dat er relaties gelegd worden met andere sectoren. De verantwoordelijkheid ligt niet alleen bij sport, maar juist ook bij die andere sectoren. Gelukkig zien we dat de samenwerking steeds meer
gestalte krijgt en verbetert.'

Met ingang van volgend jaar voeren gemeentelijke overheden taken uit die nu nog bij de landelijke overheid liggen. Het gaat om de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Participatiewet en Jeugdzorg. Kan Sportplus gemeenten van dienst zijn in de nieuwe situatie?

Visser: `Zoals gezegd heeft sport heel veel potentie. Ook bij vraagstukken die voortkomen uit de decentralisaties. Met sport kun je mensen actief en betrokken houden in de maatschappij. Mensen die sporten of verenigingsvrijwilliger zijn, hebben een minder grote kans te vereenzamen. Bij
sportverenigingen kunnen ook problemen van mensen achter de voordeur gesignaleerd worden. Dit zijn slechts enkele voorbeelden van de waarde van sport. Daarnaast zien we dat nog meer verenigingen de potentie hebben om Sportplusvereniging te worden. Er liggen dus zeker kansen voor een nog
grotere bijdrage van de sport aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken.'

Hoe ziet de wethouder de toekomst? Op welke manier kan de sport er nog meer aan bijdragen dat mensen gaan bewegen en deelnemen aan de maatschappij? Hij zegt: `Bij de Sportplusverenigingen is een breed scala aan maatschappelijke activiteiten ontstaan. Vaak lag het initiatief hiervoor bij de
clubs. Uit het onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut blijkt dat de kans op voortbestaan het grootst is wanneer vervolgens een organisatie uit de sociale sector in deze activiteit investeert. En dan gaat het niet alleen om investering in geld, maar kan het ook gaan om het anders inzetten
van bestaande financiering of om de inzet van menskracht.'

Visser koppelt er een oproep aan. `Ik zou andere sectoren en organisaties, denk bijvoorbeeld aan jeugdzorg, een onderwijsinstelling of eersteNOTlijnszorg, met klem willen vragen om ook hun verantwoordelijkheid te blijven nemen. Zorg samen met de sport voor het voortbestaan van de
maatschappelijke activiteiten, want deze zijn absoluut succesvol. En ja, ik weet dat ook die andere sectoren onder druk staan, dat de werkdruk hoog is, maar met elkaar moeten we deze klus klaren.'

De wethouder pleit ook voor een gezamenlijke zoektocht naar externe financiers. `Als Sportplus bewezen effectief is, moeten er partijen zijn die belangstelling hebben om een bijdrage te leveren. Dat kunnen Rotterdamse partijen zijn, maar wat mij betreft ook partijen van buiten de stad.'