Gebruik van restanten uit land- en bosbouw voor energie draagt bij a..


Gepubliceerd op
17 december 2015

Hoe duurzaam het verbouwen van gewassen als bron voor energie is, staat al jaren ter discussie. Een potentieel aantrekkelijk alternatief is de inzet van afval en residuen uit de land- en bosbouw. Echter, het gebruik van afval en andere residuen heeft mogelijk ook effecten op landgebruik,
biodiversiteit en voedselzekerheid. De extra inkomsten uit de verkoop van afval en andere residuen zijn namelijk een stimulans om de productie van gewassen en hout uit te breiden. Het LEI heeft onderzocht wat de effecten zijn van grootschalige inzet van restanten uit de landbouw op landgebruik
en voedselzekerheid.

Het gebruik van gewassen voor de productie van energie kan leiden tot indirecte veranderingen van landgebruik (bekend als indirect land use change; ILUC), met als gevolg broeikasgasemissies en aantasting van biodiversiteit. Ook kan de extra vraag naar gewassen leiden tot hogere voedselprijzen
en verslechtering van de voedselzekerheid. De Europese Commissie heeft daarom eerder dit jaar besloten om in de Richtlijn Hernieuwbare Energie het aandeel biobrandstoffen gemaakt uit landbouwgewassen te limiteren tot 7% van het totale gebruik van transportbrandstoffen.

Gebruik van afval en residuen in plaats van gewassen

Een aantrekkelijk alternatief is het gebruik van afval en andere residuen uit de land- en bosbouw, zoals stro, doppen, schillen en pitten. Diverse studies tonen aan dat het duurzame potentieel voldoende is om een aanzienlijk deel van de toekomstige vraag naar biomassa voor energieproductie te
dekken. Deze studies houden rekening met theoretische, technische en economische factoren die het potentieel van residuen beperken. Ook houden ze rekening met de toekomstige vraag naar afval en residuen voor andere toepassingen, zoals productie van papier en gebruik als veevoer. De studies
geven ook aan dat een deel van residuen uit de landbouw op het veld moet achterblijven om de bodemvruchtbaarheid op peil te houden.

Effect op landgebruik, biodiversiteit en voedselzekerheid

Het is niet per definitie zo dat het gebruik van afval en residuen uit de land- en bosbouw geen effecten heeft op landgebruik, biodiversiteit en voedselzekerheid. Dit komt doordat het gebruik van bijvoorbeeld stro van tarwe, de winstgevendheid van de productie van tarwe verhoogd. De extra
inkomsten als gevolg van de verkoop van stro zijn dus een stimulans om de productie van tarwe uit te breiden.

Gebruik van residuen uit de landbouw leidt tot een beperkt ILUC effect en tot een verbetering van de voedselzekerheid

Met behulp van het MAGNET algemeen evenwicht (CGE) model heeft het LEI berekend wat de effecten zijn van het grootschalig gebruik van oogstresiduen uit de landbouw voor energie op landgebruik en voedselzekerheid in 2030. Hieruit blijkt dat het gebruik van residuen uit de landbouw leidt tot
een daling van de prijs van gewassen en een hogere productie en consumptie. Deze effecten doen zich vooral voor in landbouwsectoren en regio's met een hoog residuen potentieel, zoals maisproductie in Noord-Amerika en productie van palmolie in Zuidoost-Azie en Indonesie. Exporten van gewassen
en bewerkt voedsel uit deze regio's nemen toe, wat er toe leidt dat ook in andere delen van de wereld de prijzen dalen en de consumptie stijgt. De stijging van productie van gewassen wordt gerealiseerd door hogere opbrengsten per hectare en door een uitbreiding van het areaal akkerland. De
uitbreiding van het areaal akkerland gaat ten koste van grasland en leidt maar in beperkte mate tot verlies van natuurlijke vegetatie. De effecten van veranderingen in landgebruik, met als gevolg broeikasgasemissies en aantasting van biodiversiteit, zijn beperkt.

Implicaties voor beleid

Het gebruik van afval en residuen uit de land- en bosbouw voor energie leidt tot veranderingen in landgebruik en daardoor tot broeikasgasemissies. Ook heeft het gebruik van afval en residuen effecten op de voedselzekerheid. De rekenmethoden die zijn toegepast om de effecten van het gebruik van
afval en residuen uit de land- en bosbouw te bepalen, zijn echter onzeker. Meer aandacht is gewenst voor gewasspecifieke effecten, regionale effecten en effecten op voedselzekerheid voor diverse typen consumenten en producenten.

mailen
Tweet

CY (Yvonne) Fernhout
Contactpersoon CY (Yvonne) Fernhout
Contactformulier + Meer (1)

* dr. EMW (Edward) Smeets
Contactpersoon dr. EMW (Edward) Smeets
Contactformulier

LEI Wageningen UR

LEI ontwikkelt sociaal-economische kennis op het gebied van voedsel, landbouw en groene ruimte.

* Keus voor niet-genetisch gemodificeerde soja betekent hogere kosten veehouderij Keus voor niet-genetisch gemodificeerde soja betekent hogere kosten veehouderij
* Inkomen gemiddelde glasgroenteteler historisch hoog Inkomen gemiddelde glasgroenteteler historisch hoog
* CO2-uitstoot glastuinbouw sterk gedaald [infographic] CO2-uitstoot glastuinbouw sterk gedaald [infographic]

Meer nieuws



Meer informatie

* Thema: Biobased Economy