Economisch voordeel van opvang tot integratie


Economisch voordeel van opvang tot integratie

Woensdag, 6 januari 2016. Uit de fractie, Carlos Gonc,alves

Economisch voordeel van opvang tot integratie

De snelle integratie van asielzoekers

We worden de afgelopen weken van verschillende kanten gewaarschuwd voor het ontstaan van een `onderklasse' of `precariaat': een generatie asielzoekers die als we niks doen zal leven met een structurele onzekerheid op sociaal en economisch vlak. Ik vind dat vluchtelingen zo snel mogelijk moeten
integreren op een manier die een zo groot mogelijk economisch voordeel oplevert van opvang tot integratie. Daarom wil ik dit onderwerp uiteenzetten in wat volgens mij de drie belangrijkste dimensies zijn.

Korte achtergrond

Gisteren stond er een groot artikel in de Volkskrant over de uitkomsten van een onderzoek naar het verloop integratie van 33.000 asielzoekers die in de jaren tachtig en negentig naar Nederland zijn gekomen. Uit het onderzoek blijkt dat het met die integratie, waaronder de arbeidsdeelname, erg
slecht gesteld is. Over de conclusie van het onderzoek en de aanbevelingen heeft mijn collega Marco Heijmen de motie `geen tijd te verliezen' ingediend. Want we hebben geen tijd te verliezen met de maatschappelijke begeleiding en integratie van statushouders.

Ik vind het belangrijk om kort het verschil aan te geven tussen de begrippen vluchteling en asielzoeker, want ze worden vaak door elkaar gebruikt. Een asielzoeker is iemand die zijn land is ontvlucht vanwege bijvoorbeeld oorlog en asiel aanvraagt in een ander land. Met de status van
vluchteling krijgt een persoon wettelijke bescherming en materiele hulp en opvang. Naar deze mensen wordt dan ook vaak verwezen als `statushouder'. Niet alle asielzoekers zijn echter vluchtelingen: iemand die om economische redenen gevlucht is en ergens asiel aanvraagt, is geen vluchteling
volgens de internationale definitie.

Economische dimensie

Voor mij staat het menselijke aspect in de vluchtelingencrisis centraal, maar ik vind dat we duidelijk en realistisch moeten zijn over de economische dimensie. Het is in ieders voordeel als vluchtelingen een zo groot mogelijk economisch voordeel opleveren van opvang tot integratie in de
Nederlandse maatschappij. De Nederlandse economische groei wordt zelfs beinvloed door de grote investeringen die de overheid moet doen voor de opvang en integratie van vluchtelingen. Wij vinden dat het COA lokaal moet kunnen inkopen, ook hier heeft mijn collega Marco Heijmen een motie over
ingediend, zodat lokale ondernemers voordeel kunnen halen uit de opvang van vluchtelingen in hun stad.

Ook vind ik dat we vanaf de eerste opvang moeten kijken naar het arbeidspotentieel van vluchtelingen zodat ze snel kunnen instromen op de arbeidsmarkt. Op die manier benutten we de periode in de opvangcentra beter. De realiteit is dat een aantal sectoren staan te springen om geschikte
arbeidskrachten of arbeidskrachten die binnen aanzienlijke tijd omgeschoold kunnen worden. We moeten de vraag in de regionale arbeidsmarkten koppelen aan het arbeidspotentieel van vluchtelingen. Dit betekent dat opleiding, werk en huisvesting tegelijkertijd moeten worden aangepakt. Het zou
zonde zijn als een vluchteling in Groningen werk vindt om daarna in Zeeland te worden gehuisvest.

Sociale dimensie

Volgens mij is beeldvorming belangrijk, zo niet essentieel. Er staan 600.000 Nederlanders aan de kant. We doen heel veel voor deze mensen en ik vind dat het stadsbestuur in Rotterdam nog veel meer zou kunnen en moeten doen. We moeten duidelijk maken dat we vanwege de opvang en integratie van
vluchtelingen niet minder gaan doen voor die mensen die het nodig hebben.

Maar ik vind dat we ook veel meer moeten doen voor vluchtelingen die straks ook aan de kant dreigen te staan. We gaan uit van een realiteit waarin een groot deel van de vluchtelingen zal blijven in Nederland. Niemand is er bij gebaat als vluchtelingen in de bijstand terecht komen. Zo veel
mogelijk mensen moeten hun eigen broek kunnen ophouden en deelnemen aan de arbeidsmarkt en daarmee aan de maatschappij. Uitgangspunt is dat we zowel Nederlanders als vluchtelingen een zo groot mogelijke kans op arbeidsdeelname moeten geven. Geen voorkeursbehandeling, maar maatwerk. Op die
manier is er geen verdrukking maar een eerlijke en normale competitie op de arbeidsmarkt.

Politieke dimensie

Ik vind de politieke aandacht voor vluchtelingen goed. Toch is de uitdaging voor de politiek om niet alleen te reageren op een crisis, maar een visie en een aanpak voor de lange termijn te ontwikkelen. Daarbij zal gekeken moeten worden de inzet van alle betrokken partners elkaar kan
versterken, lokaal, regionaal en landelijk. Ik vind daarom dat de sociale partners in overleg met de politiek en het bestuur moeten kijken wie bijvoorbeeld de omscholing van vluchtelingen gaat faciliteren en betalen. Uiteindelijk kan iedereen hier voordeel uit halen.

Er zijn veel mogelijkheden en er moet veel gebeuren. De Nederlandse en Europese regelgeving werkt op dit moment misschien niet tegen, maar ook niet mee. Ik vind dat Nederland haast moet maken om met een eigen aanpak, maar ook op een Europees niveau aan de slag moet met het maken van afspraken.
Er ontstaat een vreemde situatie als wij bijvoorbeeld versneld Syrische onderwijsdiploma's gaan accepteren, maar onze buren niet. Solidariteit betekent samenwerken en niet pokeren met de bestaanszekerheid van vluchtelingen.