Vicepremier Asscher en minister Hennis bezoeken trainingsmissie Irak

“ISIS heeft de aanval geopend op onze manier van leven. De recente aanslagen laten zien dat de tentakels van dit veelkoppige monster niet alleen de regio, maar ook Europa hard kunnen raken." Vicepremier en minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Lodewijk Asscher zei dat afgelopen weekeinde in Irak. In Bagdad en Erbil bezochten hij en zijn collega Jeanine Hennis-Plasschaert van Defensie de Nederlandse militairen die Iraakse commando’s en Peshmerga-strijders trainen om ISIS op de grond te bevechten.

Tijdens het driedaagse bezoek stond vooral de voortgang in de strijd tegen ISIS centraal. Beide ministers, die op hun reis werden vergezeld door Commandant der Strijdkrachten Tom Middendorp, werden bijgepraat over de politieke en militaire situatie in Irak. Verder spraken zij met onder anderen minister-president van Irak Haider Al Abadi en de minister-president Nechervan Barzani van de Koerdische Autonome Regio in Noord-Irak.

Militaire druk blijft nodig

ISIS heeft sinds mei vorig jaar geen grootschalige offensieven meer uitgevoerd en staat op verschillende fronten in Irak onder toenemende druk. Steden als Bayji en Sinjar zijn herwonnen, en ook de strijd om Ramadi is nagenoeg beslecht.

Minister Hennis benadrukt dat Nederland een zeer actieve coalitiepartner is in de strijd tegen ISIS. "En met succes. Er is duidelijk iets veranderd. We gaan een nieuwe fase in waarin ISIS meer in het defensief zit en de Iraakse strijdkrachten meer het initiatief nemen. ISIS past de werkwijze aan, maar ook onze militaire campagne is dynamisch en speelt in op de veranderende tactische situatie."

Voor haar zijn de recente successen echter nog geen reden om te juichen: "Hoewel ISIS aan de verliezende hand is, is het vermogen om te acteren nog niet gebroken." Daarnaast moeten we zorgen dat de herwonnen gebieden veilig blijven, zodat ISIS geen kans krijgt terug te keren. Onze inzet werpt vruchten af, maar militaire druk blijft nodig."

Aantrekkingskracht breken

Vice premier Asscher voegt daar aan toe dat het ook gaat over het breken van de de aantrekkingskracht die ISIS heeft op de jonge generatie. "Toekomstperspectief voor jongeren in Irak is cruciaal. Ze moeten zien dat er een beter alternatief is dan zich aan te sluiten bij ISIS of hun heil buiten Irak te zoeken." Veiligheid en perspectief voor de toekomst gaan hand in hand volgens Asscher. "Ook daarom is de strijd tegen ISIS noodzakelijk. Het gaat bovendien om belangrijke grondoorzaak van het vluchtelingenprobleem dat deze regio teistert en waarvan we ook in Europa de gevolgen ondervinden. Kortom: We zetten hier de bijl aan de wortels van ISIS."

Zowel nationaal als internationaal is het draagvlak om ISIS te bestrijden groot. Asscher: “Nederland kan dan niet blijven toekijken. Voor het kabinet is het uitzenden van militairen een van de moeilijkste beslissingen. Je stuurt mensen wel naar gevaarlijke gebieden. Om, mede namens het kabinet, belangstelling en waardering te tonen voor wat zij in Irak doen, zijn we hier.”

Coalitie maakt verschil

Minister Hennis opende in Bagdad nieuwe leslokalen voor Irakese militairen, bekostigd met Nederlands geld. Tijdens de trainingen om van Peshmergastrijders goede infanteristen te maken en van Iraakse militairen special forces, is er ook aandacht voor humanitair oorlogsrecht, mensenrechten en de omgang met gedetineerden. Verder komt het alert zijn op en onschadelijk maken van geïmproviseerde bommen aan de orde. Commandant der Strijdkrachten Tom Middendorp ziet daarin een duidelijke meerwaarde: "De trainingen zijn vraaggestuurd, we doen waar behoefte aan is. Training en het uitrusten met goede middelen voorkomen het onnodig verlies van mensenlevens, verhogen de effectiviteit en geven de eenheden vertrouwen. Eenmaal op het slagveld wordt dat vertrouwen nog groter door de wetenschap dat ze vanuit de lucht worden ondersteund. De steun van de coalitie maakt echt verschil."

Meer sporen

De coalitie, waarvan Nederland deel uitmaakt, bestrijdt ISIS via verschillende sporen. Het militaire spoor richt zich op de training van de Iraakse strijdkrachten en het uitschakelen van ISIS-doelen. De andere sporen zijn onder meer gericht op de aanpak van foreign fighters, het afsnijden van financieringsstromen en het de-legitimeren van ISIS. Minister Hennis: "De strijd tegen ISIS is onze eerste prioriteit. Maar we moeten ook geduld hebben. Duurzaam succes is alleen mogelijk via een structurele oplossing van de problemen in Irak en Syrië."

Zie voor meer info over Nederlandse inzet in Irak: https://www.defensie.nl/onderwerpen/irak