OM eist achttien maanden cel tegen verdachte mensenhandel


18 februari 2016

Achttien maanden cel en onder meer een verplichte behandeling door de GGZ. Dat eiste de officier van justitie op donderdag 18 februari voor de Haagse rechtbank tegen een 34-jarige man zonder bekende woon- en verblijfplaats. Hij wordt ervan verdacht een destijds 19-jarige vrouw opnieuw in de
prostitutie te hebben gebracht en haar daarbij ruim 16.000,- euro te hebben ontfutseld. Volgens de officier is dit aan te merken als mensenhandel.
Het slachtoffer had een moeilijke periode achter de rug, toen zij de verdachte leerde kennen. De man was hiervan op de hoogte en wist er op geraffineerde wijze misbruik te maken. De jonge vrouw raakte tot over haar oren verliefd op de oudere en dominante man, zag een gezamenlijke toekomst voor
hen beiden en deed alles voor hem. Zo wist hij haar in een afhankelijke en kwetsbare positie te manoeuvreren.

Op een gegeven moment vertelde de man de jonge vrouw dat hij opgepakt dreigde te worden voor openstaande boetes. Om dat te voorkomen vroeg hij het slachtoffer om weer in de prostitutie te gaan werken in Den Haag en zo het benodigde geld voor hem te verdienen. Het slachtoffer ging daarin mee en
liet zich ook verschillende keren door hem naar Den Haag vervoeren.
Daarna had de verdachte telkens weer voor iets anders geld nodig. En iedere keer als hij geld vroeg, zette hij het slachtoffer onder druk. Uiteindelijk deed het slachtoffer aangifte tegen hem. Het daarop volgende onderzoek leverde volgens de officier wettig en overtuigend bewijs op van
mensenhandel. Er is onder meer een schriftelijke leenovereenkomst tussen verdachte en slachtoffer ter grootte van 16.280,- euro (waarvan het slachtoffer nooit een cent heeft teruggezien), een overzicht van moneytransfers van het slachtoffer naar de verdachte en vrienden van hem, een
geluidsopname van een gesprek tussen verdachte en slachtoffer over het opstellen van de leenovereenkomst en een reeks sms-berichten van verdachte aan het slachtoffer waarin hij haar voortdurend onder druk zet om geld over te maken.

De verdachte heeft de jonge vrouw uitgebuit met het oogmerk er zelf beter van te worden. Daarmee heeft hij een ernstige inbreuk gemaakt op haar lichamelijke en geestelijke integriteit. De combinatie van dwang, handeling (vervoeren van het slachtoffer) en uitbuiting brengt de officier tot de
aanklacht voor mensenhandel. Zij eist achttien maanden cel waarvan zes maanden voorwaardelijk. Als voorwaarden stelt zij onder meer een meldplicht bij de reclassering en een behandeling.

Deel dit op

*