23-02-2016 Verdachte van zedendelict overgebracht van Sint Eustatius..


KRALENDIJK/ORANJESTAD - Op dinsdag 23 februari is een verdachte door de politie en Openbaar Ministerie overgebracht van Sint Eustatius naar de Justitiele Inrichting Caribisch Nederland op Bonaire.
Hij zal daar de op 18 februari door de rechter-commissaris op Sint Eustatius bevolen voorlopige hechtenis ondergaan.

De man L.V.R werd door de moeder van een minderjarig meisje ontdekt op de slaapkamer van dat meisje. Hij wist te ontsnappen maar werd na een snel eerste onderzoek door het Korps Politie Caribisch Nederland op 8 februari in opdracht van de officier van justitie aangehouden als verdachte van
het hebben van geslachtsgemeenschap met een meisje jonger dan 16 jaar althans een poging daartoe.
Inmiddels wordt hij op basis van nader onderzoek ervan verdacht dat hij zedendelicten heeft gepleegd waarbij ook andere meisjes slachtoffer zijn geworden.
Het onderzoek wordt vanzelfsprekend voortgezet.

Het Openbaar Ministerie tilt zwaar aan dit soort delicten. En in eerdere zaken is door de rechter ook regelmatig onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd aan verdachten die geslachtsgemeenschap hadden met meisjes, jonger dan 16 jaar oud.
Ook als het seksuele contact niet gepaard gaat met bedreiging of geweld, gaat het om ernstige delicten. Deze handelingen zijn met name strafbaar omdat jonge kinderen niet in staat zijn adequate beslissingen te nemen over het wel of niet hebben van seksuele contacten. En degenen die onder die
omstandigheden handelingen bij de meisjes verrichten, maken misbruik van die jonge leeftijd en kunnen onomkeerbare schade veroorzaken. De wetgever heeft om die reden maximale gevangenisstraffen tot 16 jaar mogelijk gemaakt.

De politie en het Openbaar Ministerie zien dat deze feiten weliswaar regelmatig ter kennis komen. Maar hebben de indruk dat slechts in een beperkt aantal gevallen aangifte wordt gedaan. Hoe vaak de feiten plaatsvinden is dus niet bekend En dus ook de schade voor de slachtoffers niet. Terwijl
het om minderjarige, kwetsbare slachtoffers gaat.
Onder die omstandigheden is het in individuele gevallen opsporen en gevolgen van verdachten noodzakelijk maar niet genoeg.
Voorlichting, hulpverlening en andere overheidsinstrumenten zijn nodig om deze praktijken terug te dringen. Door de overheid maar ook in samenwerking met andere organisaties.
Het Openbaar Ministerie en de politie zullen dan ook in het reguliere contact met het lokale bestuur en de hulpverleningsinstanties aandringen op gezamenlijke aanpak.
Persbericht van Openbaar Ministerie BES