Omgevingswet kan rekenen op brede steun in Eerste Kamer

Omgevingswet kan rekenen op brede steun in Eerste Kamer

16 maart 2016

Als de schijn niet bedriegt dan kan de Omgevingswet volgende week bij de stemmingen op een ruime meerderheid rekenen in de Eerste Kamer. De senaatfracties van VVD, PvdA, CDA en D66 lijken in te stemmen met de Wet. De SP en PVV kunnen daar nog bijkomen. Het debat, dat nog voor de middag begon en pas rond elf uur in de avond eindigde, kende weinig verrassingen. Net als tijdens de behandeling in de Tweede Kamer kwamen onderwerpen als participatie, subsidiariteitsbeginsel, bestuurlijke afwegingsruimte, de verankering van omgevingswaarden en normen en ICT aan de orde.

Bij het onderwerp burgerparticipatie stonden de senatoren lang stil. Het is een essentieel onderdeel van de door alle overheden gewenste cultuurverandering in besluitvorming en regelgeving het fysieke domein. Minister Schultz (IenM, VVD) kon na een uitvoerig betoog de zorgen die hierover in de Eerste Kamer heersten, wegnemen door aan te kondigen dat binnen de kaders van het Implementatieprogramma een handreiking participatie wordt gemaakt waar provincies, gemeenten en waterschappen hun voordeel mee kunnen doen.

Meerdere fracties hadden vragen over de mate van terughoudendheid van rijk en provincie in het licht van de criteria `doelmatig' en `doeltreffend'. De minister gaf aan dat er een afspraak in het Bestuursakkoord is opgenomen waarin rijk en provincies aangeven terughoudend om te gaan met de inzet van bevoegdheden. Aan bestuurlijke afwegingsruimte voor gemeenten en provincies werd door de Eerste Kamer veel belang aan gehecht, maar tegelijk was er het besef dat er dan ook vertrouwen moet zijn in deze bestuursorganen. Iets wat tijdens de recente Tweede Kamerdebatten over de kust ver te zoeken was.

Naast voldoende afwegingsruimte voor decentrale overheden wordt door de senaat ook veel waarde gehecht aan het subsidiariteitsbeginsel, waarbij verantwoordelijkheden belegd worden op een zo decentraal mogelijk niveau. De VVD vroeg of dit beginsel ook niet van toepassing moest worden verklaard op de omgevingsvisies van rijk en provincie. De minister antwoordde op dezelfde wijze als in de Nadere Memorie van Antwoord, namelijk dat omgevingsvisies alleen bindend zijn voor de opsteller ervan en geen normstellende uitspraken bevatten voor lagere overheden.

De verankering van normen over de leefomgeving in de Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB's) in plaats van in de Wet zelf is een telkens terugkerende politieke discussie. Kan het parlement wel haar medewetgevende rol vervullen op deze manier? Sommige partijen waren al overtuigd of lieten zich overtuigen door de argumenten van de minister. Volgens haar is er geen verschil in rechtskracht en is EU-regelgeving makkelijke om te zetten. GroenLinks was niet overtuigd en wil alle normstelling in de Wet verankeren. De ChristenUnie en SGP hechtten aan verankeren van alleen de waterveiligheidsnormen in de wet zelf.

De implementatie en de ICT hielden de leden van de Eerste Kamer uiteraard ook bezig. Met name het signaal dat gemeenten nog niet klaar zouden zijn voor de Omgevingswet baarde menig Kamerlid zorgen. Zoals ook al bleek tijdens het VAO Omgevingswet van twee weken terug. Over ICT constateerden Eerste Kamer en Schultz dat dit project veel politieke en bestuurlijke aandacht vraagt. De minister noemde de ICT haar kindje waar ze veel aandacht voor heeft en deze houding kon op waardering rekenen.