Westfries Museum slaat alarm over onderzoek roofkunst

TV | ma 04 apr 2016

Verslaggever Vanessa Lamsvelt

Redactie Mirjam Keunen

In het onderzoek naar gestolen topstukken uit het Westfries Museum in Hoorn zijn getuigen onder druk gezet om valse verklaringen af te leggen.

Ad Geerdink, directeur van het Westfries Museum, zegt vanavond in EenVandaag geen vertrouwen te hebben in het lopende onderzoek dat in Oekraine wordt gedaan naar geroofde kunstwerken uit zijn museum.

"Wij krijgen signalen van mensen die zijn verhoord in Oekraine dat verklaringen niet volledig worden overgenomen, er worden dingen aan toegevoegd en het lijkt er toch heel erg op dat men vooral bezig is om te bewijzen dat Oekraine er eigenlijk niet bij betrokken is'', zegt Geerdink.

Kunstroof

Elf jaar geleden werden 24 schilderijen en 70 zilverstukken uit het Westfries Museum gestolen. Het gaat onder meer om werken van Jan van Goyen uit 1632 en Hendrik Bogaert uit 1671-1675. Van de daders ontbrak tot vorig jaar elk spoor. In december 2015 bleek dat de gestolen kunst uit de Gouden Eeuw in Oekraine was en daar circuleerde onder criminelen, militieleiders en corrupte ambtenaren. Zij zaten met de gestolen stukken in hun maag, omdat ze onverkoopbaar zijn op de internationale kunstmarkt.

'Valse verklaringen'

Volgens museumdirecteur Geerdink is de geheime dienst van Oekraine (SBU) zelf betrokken bij de kunstroofzaak. Hij maakt zich er zorgen over dat diezelfde geheime dienst het onderzoek doet naar de in Nederland geroofde kunst. Anonieme getuigen uit Oekraine vertellen dat ze onder druk worden gezet en valse verklaringen moeten tekenen "Dat heeft de schijn van de slager die zijn eigen vlees keurt."

Betrouwbaar

De Oekraiense minister van Buitenlandse Zaken Klimkin zegt tegen EenVandaag dat het onderzoek door de geheime dienst SBU wel degelijk betrouwbaar is: "Je kan niemand in Oekraine dwingen om valse verklaringen af te leggen. Het is niet zomaar een onderzoek, het is een `high profile' onderzoek waar we de beste mensen op hebben gezet". Minister Koenders van Buitenlandse Zaken laat weten dat hij niets van de beschuldigingen afweet.

Eerder waren er in EenVandaag al signalen te horen dat Oekraine het onderzoek niet serieus neemt. Maar in antwoord op Kamervragen van Pieter Omzigt (CDA) benadrukken de ministers van Buitenlandse Zaken en Justitie dat zij alle vertrouwen hebben in dat lopende onderzoek. "Het strafrechtelijk onderzoek met Oekraine loopt op basis van een rechtshulpverzoek van het Openbaar Ministerie en wij hebben geen aanwijzingen dat er op dit moment belemmeringen zijn die de voortgang van het onderzoek in de weg staan.''