LTO: proef gedragscode eerlijke handelspraktijken levert te weinig op

`Nu richten op productieketens, duurzaamheid en mededinging'

LTO Nederland concludeert na twee jaar met de Nederlandse proef `gedragscode voor eerlijke handelspraktijken agrofood' dat deze te weinig voor boeren en tuinders oplevert. Ondanks alle inspanningen kwamen er slechts enkele meldingen binnen en daar kon in het kader van deze proef uiteindelijk

niets mee worden gedaan. Daarom heeft het LTO-bestuur besloten er niet mee door te gaan.

Dat wil niet zeggen dat er niets moet gebeuren, stelt LTO-voorzitter Albert Jan Maat, verwijzend naar de brief, die minister Kamp (EZ) vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Volgens hem moet de positie van boeren en tuinders in de ketens worden versterkt: ,,Daarom richten we ons nu meer

op samenwerking in de productieketens, mededinging en duurzaamheid en de nieuwe EU-taskforce Landbouwmarkten, de commissie Veerman."

LTO had met de supermarkten (CBL) en de levensmiddelenhandel (FNLI) de krachten gebundeld om op proef aan te haken bij het Europese initiatief `Supply Chain Initiative' voor de voedselketen. De regels van deze proef waren in 2011 opgesteld in samenwerking met de hele agrofoodketen, inclusief

de Europese koepel van landbouworganisaties en -cooeperaties Copa-Cogeca.

LTO vindt het bestaan van de tien Europese gedragsregels overigens een prima zaak. Doel ervan is om oneerlijke handelspraktijken uit te bannen. Beginselen van goede handelspraktijken en tien gedragsregels vormen de basis ervan en betrokken partijen weten waar ze zich aan te houden hebben.

Gedragsregels

De proef richt zich op het schriftelijk vastleggen van overeenkomsten, naleving van afspraken, geen eenzijdige wijziging van contract(voorwaarden). In de gedragsregels staat voorts dat te goeder trouw wordt omgesprongen met `gevoelige informatie', risico's niet op anderen worden afgewenteld en

partijen elkaar niet onder druk mogen zetten voor eigen voordeel (`geen dreigementen'). Het Europese Supply Chain Initiative gaat gewoon verder. In voorkomende gevallen zal LTO ketenpartijen blijven wijzen op de gedragsregels.

LTO heeft de proef herhaaldelijk en breed aandacht onder de aandacht gebracht onder boeren en tuinders (leden en niet-leden) en land- en tuinbouwcooeperaties. Op een enquete onder ruim 25.000 boeren en tuinders, in juli/augustus 2015, kwam echter maar 2% respons. Dit is zeer laag in

vergelijking met soortgelijke enquetes onder leden over andere onderwerpen. Boeren en tuinders, en hun cooeperaties, was de mogelijkheid geboden om anoniem te melden.

Geen formele klachten

Van de 500 reacties was driekwart van de respondenten op de hoogte van de proef. Er kwamen enkele tientallen meldingen binnen, waaruit 18 mogelijke misstanden gedestilleerd konden worden. Dit betrof vooral het achteraf wijzigen van overeenkomsten. Om verschillende redenen leidde dit niet tot

formele klachten. Er zijn naar aanleiding van de meldingen wel diverse acties ondernomen. Zo heeft de branche-organisatie Vee & Logistiek zich achter de tien regels voor eerlijke handel geschaard.

LTO Noord, ZLTO en LLTB "hebben zich ook aangemeld op de Europese site van het Food Chain Initiative. Van de Nederlandse land- en tuinbouwcooeperaties in de foodsector meldden zich alleen Friesland-Campina, Nedato en Fruitmasters, ondanks artikelen in vakbladen, voorlichtingsbijeenkomsten en

vele directe contacten.

Sterkere onderhandelingspositie

Voorzitter Maat van LTO Nederland is ervan overtuigd, dat boeren en tuinders hun inkomen willen en kunnen verbeteren door een sterkere onderhandelingspositie. ,,Het aanpakken van oneerlijke handelspraktijken levert daar blijkbaar slechts een beperkte bijdrage aan. We hebben veel energie in de

proef gestoken, maar het levert per saldo te weinig op." Wel zijn vele ondernemers zich volgens hem meer bewust zijn geworden van hun positie bij bestaande handel. ,,Soms is daar individueel door ondernemers ook actie op genomen. Ook daarom is deze proef niet voor niets geweest."

06 april 2016

BRON: