Basisscholen krijgen niet, zoals in het voortgezet onderwijs, ook in het tweede jaar extra geld voor de opvang van vluchtelingenkinderen. Staatssecretaris Dekker van Onderwijs vindt een jaar voldoende. Hij ziet geen aanleiding om dit aan te passen.

Dat schreef de staatssecretaris onlangs in een brief aan de Tweede Kamer. Kamerlid Rik Grashoff (GroenLinks) diende eind vorig jaar een motie in om basisscholen wel twee jaar extra geld te geven als zij asielzoekerskinderen opvangen. Net zoals in het voortgezet onderwijs nu het geval is.

Vergissing

Dekker legt die motie naast zich neer. Hij schrijft dat een jaar extra geld steeds voldoende is geweest en dat basisscholen voor een groot deel van de asielkinderen in het tweede jaar aanspraak kunnen maken op het geld dat er is voor onderwijsachterstanden. Bovendien was er, volgens Dekker, helemaal geen meerderheid voor de motie omdat er een vergissing was bij de stemmingen.

In de nieuwe regeling houdt Dekker ook vast aan het minimum van vier asielzoekerskinderen per basisschool voordat ze extra geld ontvangen. Hij doet dit om scholen te stimuleren tot samenwerking. De staatssecretaris verwijst naar een onderzoek waaruit blijkt dat het beter is als vluchtelingenkinderen in het eerste jaar in centrale taalklassen zitten.

Onbegrijpelijk

De PO-raad, die de schoolbesturen vertegenwoordigd, vindt het besluit van Dekker onbegrijpelijk. Basisscholen hebben die extra financiering juist keihard nodig, volgens de raad. `Als we niet nu investeren in goed onderwijs aan vluchtelingenkinderen, creeren we bij deze kinderen onnodige achterstanden', zegt voorzitter Rinda den Besten.

Dat basisscholen voor een groot deel geld kunnen krijgen uit het potje voor achterstanden, wijst de PO-raad ook af. Er wordt namelijk naar het opleidingsniveau van ouders gekeken en veel ouders behoren niet tot de groep waarvoor scholen extra geld krijgen.

Van de 8.100 leerplichtige asielzoekers gingen er op 1 maart 2016 in totaal 7.600 naar school.