Slagen in topsport en onderwijs

11 april 2016

Topsportondersteuning na kwart eeuw toegespitst op duale carriere sporttalent

Dafne Schippers, Epke Zonderland, Sven Kramer, Max Verstappen. Stuk voor stuk topsporters die Nederland internationaal op de sportkaart zetten. Wat zij ook gemeenschappelijk hebben is dat zij het voortgezet onderwijs volgden op een van de Topsport Talentscholen, verenigd in de Stichting LOOT. Dit jaar bestaat LOOT 25 jaar, een mijlpaal die donderdag 14 april gevierd wordt met een jubileumconferentie in Hilversum. Sport-, onderwijs- en overheidsvertegenwoordigers spreken met elkaar over de veranderingen in de topsportondersteuning. In deze ondersteuning is het ontwikkelen van een duale carriere van Nederlands sporttalent centraal komen te staan.

Ten opzichte van een kwart eeuw geleden hebben zich in de combinatie voortgezet onderwijs en topsport grote veranderingen voorgedaan. Stichting LOOT is uitgegroeid tot een professionele organisatie die de persoonlijke begeleiding van sporttalenten steeds intensiever oppakt. LOOT stuurt, in nauwe samenwerking met NOC*NSF, steeds nadrukkelijker op de duale carriere van de topsporters.

''Duaal in die zin,'' aldus stichtingsvoorzitter Wiebe Zoethout, ''dat de weg naar een internationale topsportcarriere ook ruimte biedt om via het onderwijs de basis te leggen voor een carriere na de topsport. De dertig Topsport Talentscholen die bij onze organisatie zijn aangesloten, slagen daar uitstekend in. De slagingspercentages van jonge topsporters overstijgen bij de eindexamens veelal de landelijke gemiddelden. Bovendien slagen de Topsport Talentscholen erin om deze leerlingen minimaal aan een diploma te helpen op het onderwijsniveau, dat bij de instroom in de brugklas was geindiceerd.''

Op initiatief van zes scholen voor voortgezet onderwijs werden in 1991 met het Ministerie van Onderwijs de eerste afspraken gemaakt over een regeling om aanstaande topsporters te ondersteunen in de combinatie onderwijs-topsport. ''Deze afspraken beperkten zich tot het legaliseren van de mogelijkheid om deze sporttalenten lesvrij te geven op momenten dat dat nodig was,'' blikt Zoethout terug. ''Bovendien kregen de betreffende Topsport Talentscholen de mogelijkheid om flexibel om te gaan met het lesaanbod. Veel van de grote sporthelden in ons land hebben profijt gehad van mogelijkheden die de Topsport Talentscholen konden bieden en veel van de aanstaande topsporters vinden daar momenteel hun weg.''

Om de kans te vergroten om de Top 10-ambitie van sportbonden, NOC*NSF en het Ministerie van VWS te realiseren, zijn in de afgelopen jaren steeds scherpere keuzes gemaakt die consequenties hebben voor het onderwijs. Frequente en soms langdurige afwezigheid van sporttalenten maakte dat de onderwijsprogramma's op maat moesten worden gemaakt en dat die plaats- en tijdonafhankelijk beschikbaar moesten zijn. LOOT-voorzitter Zoethout: ''We hebben al in een vroeg stadium het voortouw genomen om voor deze leerlingen een onderwijsprogramma te ontwikkelen dat aan die eisen voldoet. Voor een aantal vakken is digitale leerstof ontwikkeld, dat nauwkeurig aanstuurt op de vereisten van de eindexamens. Onderwijs op afstand, zelfsturende leerroutes en begeleiding door een vaste leercoach, zijn op de Topsport Talentscholen geen vreemd verschijnsel meer. Op alle dertig Topsport Talentscholen is dat opgepakt maar met name de vier Centra voor Topsport en Onderwijs in Heerenveen, Amsterdam, op Papendal en in Eindhoven, zijn hierin de pioniers.''

Voor het optimaliseren van de opleidingsprogramma's van talentvolle sporters is NOC*NSF, samen met inhoudelijke experts, op een aantal sportoverkoepelende thema's leerlijnen aan het opstellen. Hiermee krijgt de `opleiding tot het beroep van topsporter' steeds serieuzer vorm. ''Onderwerpen als voeding, dopingvrije sport, gezond presteren, strength & conditioning en prestatiegedrag zijn inmiddels voor een deel ontwikkeld,'' aldus Zoethout. ''Na omvorming van deze leerlijnen in een leerplan is het de bedoeling dat de Topsport Talentscholen deze leerlijnen, in samenwerking met sportbonden en NOC*NSF, (deels) incorporeren in het onderwijscurriculum voor de sporttalenten. Bijzonder hierin is dat wij als Stichting LOOT en de aangesloten Topsport Talentscholen als partner van sportbonden en NOC*NSF, gezamenlijk optrekken. In een unieke samenwerking nemen we de vorming van onze aanstaande topsporters integraal ter hand.''

Naar de toekomst toe zet Stichting LOOT zich beleidsmatig in om de infrastructuur rondom instroomprogramma's zoveel mogelijk te laten aansluiten bij de mogelijkheden van het onderwijs op de Topsport Talentscholen. ''De nationale sportbonden sturen deze instroomprogramma's aan en via de Regionale Topsport Organisaties faciliteren wij die,'' aldus Zoethout. ''Het onderwijskundig maatwerk, dat illustratief voor de Topsport Talentscholen, zal zich mede hierdoor verder kunnen ontwikkelen. Ik ben ervan overtuigd dat dit maatwerk de aanstaande topsporters ten goede zal komen.''