OM eist tien jaar cel en TBS met dwangverpleging tegen verdachte dod..


13 april 2016 - Arrondissementsparket Den Haag

Een 43-jarige man uit Gouda moest op woensdag 13 april voor de rechter verschijnen in verband met twee steekpartijen, waarvan een met dodelijke afloop. De officier van justitie eiste 10 jaar gevangenisstraf en TBS met dwangverpleging.

De eerste steekpartij waar de man voor terechtstond, vond plaats op 12 september 2014. De verdachte kreeg met een huisgenoot ruzie over spullen in de gemeenschappelijke douche. Het slachtoffer heeft daarbij een steekverwonding in zijn kaak opgelopen. De man overleefde de steekpartij. Op de
badjas van de verdachte en op zijn pols werden bloedsporen aangetroffen van het slachtoffer, zo bleek uit DNA-onderzoek.

Op 14 mei 2015 werd de politie in de avond gewaarschuwd door een bewoonster van het pand aan de Westhaven in Gouda. Zij had twee bewoners ruzie horen maken, waaronder de 43-jarige verdachte. Toen hij wegrende en de andere buurman niet reageerde op haar aanroepen, waarschuwde zij de politie.
Die ontdekte eenmaal in het pand dat de kamerdeur van de man op slot zat. De politie forceerde de deur en trof het zwaargewonde slachtoffer aan. Er vond ter plekke een spoedoperatie plaats, uitgevoerd door toegesnelde medici, maar het mocht helaas niet baten. Het slachtoffer overleed op
49-jarige leeftijd. Steekwonden in zijn hartstreek en hals waren hem fataal geworden.

De verdachte kon diezelfde avond worden aangehouden.. Hij verklaarde dat hij had gehandeld uit noodweer. Het slachtoffer en hij kregen die avond ruzie over vaat van de verdachte die nog op het aanrecht stond. Volgens de verdachte zou het slachtoffer hem vervolgens hebben aangevallen met een
mes. De verdachte verklaart dat hij daarop zelf een mes heeft gepakt en heeft uitgehaald naar het slachtoffer waarna verdachte er van door ging. Het mes gooide hij in het water en dit kon vervolgens op zijn aanwijzen worden opgedoken. De officier van justitie wijst de verklaring dat de
verdachte uit noodweer handelde van de hand. Dit blijkt niet uit het forensisch onderzoek en ook niet uit de verklaring van de getuige: zij hoorde de verdachte dreigend en agressief praten, niet het slachtoffer. Het slachtoffer stond bekend als een lieve rustige man, terwijl verdachte al vaker
is veroordeeld voor steekincidenten. Daarnaast was het standpunt van de officier van justitie dat de verdachte niet alleen ongeloofwaardig, maar ook innerlijk tegenstrijdig verklaarde. De officier van justitie benoemde ter zitting dat de verdachte er vandoor ging nadat hij het slachtoffer
levensgevaarlijk had verwond en dat hij niemand waarschuwde.

Het OM concludeerde dat er voldoende bewijs bestond dat verdachte iemand van het leven heeft geprobeerd te beroven en dat hij dat in een later geval ook daadwerkelijk heeft gedaan. De verdachte heeft het grootste bezit dat een mens heeft, het recht om te leven van het slachtoffer afgenomen.
Het bewijs laat zien dat de verdachte niet naar waarheid verklaart, en daarmee laat hij ook de familie achter met veel onbeantwoorde vragen.

Bij de verdachte is een psychische stoornis geconstateerd. De officier van justitie eiste daarom naast een jarenlange gevangenisstraf TBS met dwangverpleging. Ook vroeg de officier van justitie een schadevergoeding voor de nabestaanden van het slachtoffer.

Deel dit op

*