Spelend en lerend van kinderopvang naar groep 3


13-04-2016
Onderwijsinhoud en -opbrengsten, School, kind & omgeving

`Laat die kinderen toch lekker spelen.' Een vaak gehoord verwijt, ook aan de PO-Raad, als het gaat om het streven naar steeds professionelere begeleiding op steeds jongere leeftijd. Die zou kinderen meer kansen geven en de overgangen van kinderopvang naar kleuteronderwijs naar groep 3 soepeler
laten verlopen. Maar daar is geen klassikaal onderwijs met methodes voor nodig. Kinderen moeten inderdaad spelen. En vanuit dat spel kunnen ze weer van alles leren.

Onlangs speelde de discussie weer op toen het in het advies Onderwijs 2032 om Engelse les aan kleuters ging. `Groep 1 is niet bedoeld om kinderen te belasten met taallessen, laat staan in het Engels!', werd er getwitterd. Onderwijsadviseur Jopie de Boer van IJsselgroep ED legt uit dat het hier
alleen maar gaat om een vermeende tegenstelling. ,,Het is niet of spelen of leren. Als de eerste taal van kleuters goed is, kunnen kinderen prima Engels leren. Als het maar gedaan wordt met bijvoorbeeld liedjes, en niet met lesjes. Het moet speels gebeuren, dan krijgt het betekenis voor de
kinderen."

Schools

Toch is de kritiek wel enigszins te begrijpen: ,,Toen de kleuterklassen onderdeel werden van de basisschool is er een verschoolsing opgetreden. Ook nu nog gebruikt zo'n zestig procent van de leerkrachten in groep 1 gewoon een methode. En in de kinderopvang en peuterspeelzalen is ook het idee
ontstaan dat er aan taalontwikkeling gewerkt moet worden." Onderwijspedagoog Bea Pompert van De Activiteit, centrum voor ontwikkelingsgericht onderwijs, heeft het ook zien gebeuren: ,,Er is veel aandacht geweest voor opbrengstgericht leren. Daardoor zijn kinderen toch weer verzeild geraakt in
meer leerkrachtgestuurde en lesjesachtige activiteiten."

Kind zijn

Ondertussen is onze maatschappij daar weer een beetje van aan het terugkomen. Tot in de Tweede Kamer toe, waar vorige maand nog een motie werd behandeld om bij "de curriculumontwikkeling rekening te houden met de specifieke ontwikkelingsfase van de kleuter." En de Kamer onderstreept het belang
hiervan nog eens door een rondetafelgesprek over de toekomst van het kleuteronderwijs te organiseren. Het kind, kortom, mag weer kind zijn, en dat is meteen een goede voedingsbodem voor ontwikkeling van spelend leren. Bea: ,,Iets waar bijvoorbeeld Bert van Oers al vanaf eind jaren tachtig
onderzoek naar doet."

Schuursponsjes

Dat spelend leren gaat uit van wat Van Oers `teaching opportunities in play' noemt. Bea Pompert geeft een voorbeeld. ,,In een groep was een bloemenwinkel ingericht, waarin de kinderen gingen spelen: bloemen kopen, boeketten maken en vadertje en moedertje spelen die met hun kind naar de winkel
gaan. Dat spel is een leidende activiteit voor de kinderen. Als ze het op een intensieve manier doen, bevordert het de ontwikkeling. De leermomenten zijn er dan als je bijvoorbeeld vraagt wat ze mooie bloemen vinden, of waarom grote boeketten duurder zouden moeten zijn dan kleine." Zo'n `rijke
speelomgeving' kan overigens ook heel simpel zijn, zegt Jopie de Boer: ,,Ik heb laatst een grote verzameling gekleurde schuursponsjes gekocht. Daar kunnen de kinderen fantastische bouwwerken mee maken. En ik kan daar zo veel van rekenen en taalbegrip in kwijt."

Willen leren

Begeleiding van het spel en op het juiste moment de `teaching opportunities' op hun waarde weten te schatten, dat moeten de pedagogisch medewerkers en de leerkrachten zelf ook nog leren. Bea Pompert: ,,Het begint met die leeromgeving. En dan moet je altijd gaan observeren; kijken hoe de
kinderen gaan spelen. Daarna zijn er eigenlijk heel veel manieren om ontwikkeling te stimuleren. Je kunt zelf meedoen of de kinderen alleen maar een beetje bijsturen. Dan zeg je bijvoorbeeld: `Nu kun je die bloemen wel af gaan rekenen.' Je kunt ook vooraf of achteraf een gesprekje voeren met
de kinderen: `Wat wil je eigenlijk gaan kopen in de bloemenwinkel?' En niet: `Wat heb je gemaakt', maar `Hoe heb je dit zo stevig in elkaar gezet?' Wij hebben daar ook onderzoek naar gedaan. De spelontwikkeling van kinderen waarmee we die gesprekjes deden, was echt duidelijk groter dan bij de
groep waarmee we dat niet deden." En ook Jopie de Boer ziet de effecten: ,,Ik denk dat een betekenisvolle omgeving er al voor zorgt dat kinderen echt willen leren en dat ze minder gedragsproblemen veroorzaken. Als ze maar niet een lange tijd aan tafel hoeven te zitten. Dat past niet bij jonge
kinderen."

Goede start

Beiden zijn ervan overtuigd dat met het `niet-schoolse leren' de kinderen minder problemen hebben met de omschakeling en een goede start kunnen maken in groep 3. Bea: ,,Alles wat ze al aan rekenen, lezen en schrijven zijn tegengekomen, heeft beter kunnen beklijven bij de kinderen, omdat het
verbonden is aan interessante thema's en spelactiviteiten." Ze gaat zelfs nog verder: ,,Eigenlijk zou ik in groep 3 ook veel meer spel willen zien. Je bent nu eenmaal niet zo maar kleuter af."

Lekker spelen

Peuters en kleuters moet je dus minder aan een tafeltje of in een kring zetten. Ze moeten namelijk wel met plezier naar opvang en school blijven gaan. ,,Leer ze geen losse letters, want dat werkt niet. Lees juist een mooi prentenboek met ze." En laat ze inderdaad lekker spelen. Dat hoeft een
professionelere, ontwikkelingsgerichte aanpak helemaal niet in de weg te zitten. Integendeel.

Laatst gewijzigd:
woensdag 13 april 2016

Links bij dit nieuwsitem

* Terugblik Congres 'Celebrating Our Youngest Learners; samen verschillend naar de toekomst'