OM eist 5 jaar cel tegen verdachte brandstichting woning Sassenheim


14 april 2016 - Arrondissementsparket Den Haag

De officier van justitie eiste op donderdag 14 april vijf jaar gevangenisstraf tegen een 64-jarige man uit Den Helder omdat hij brand zou hebben gesticht in een woning in Sassenheim.

De brand ontstond in de late avond van 1 januari dit jaar. De verdachte was in het huis, dat van zijn toenmalige vriendin is. De vrouw verklaarde dat zij het had willen uitmaken. Zij kregen ruzie met elkaar en de man pakte boos zijn spullen en ging naar de woonkamer. Het volgende moment hoorde
de vrouw gerommel van beneden komen en ze hoorde een sissend geluid. Toen ze naar beneden keek, zag ze dat de woonkamer in brand stond. De vrouw klom daarna via het raam op de tweede verdieping naar buiten. Ze zag de verdachte buiten staan bij zijn auto. De twee keken elkaar aan en de man
stapte in en reed weg. De bewoonster riep om hulp waarna haar buurvrouw 112 belde.

De brandweer bluste de brand en deed daarna onderzoek. De conclusie was dat de brand kort maar hevig had gewoed in de woonkamer en de keuken. De kerstboom moest vlam hebben gevat. Er waren geen tekenen van kortsluiting nabij de kerstboom. Ook de forensische recherche concludeerde dat de brand
moest zijn begonnen bij de kerstboom en dat vervolgens de boekenkast die daarachter stond ook in brand was gevlogen. Op het aanrecht werd een doosje lucifers gevonden. De bewoonster had die daar niet neergelegd.

Wanneer de brand niet op tijd was geblust, zou deze zijn overgeslagen naar de hele woning en ook naar omliggende woningen, waar andere mensen lagen te slapen. De brand heeft de bewoonster en buren in gevaar gebracht alsook alle goederen daar in de buurt. De schade aan de woning is pas recent
volledig hersteld. De officier van justitie neemt de man dit alles kwalijk.

De verdachte werd een aantal uur na de brand in zijn woning in Den Helder aangehouden. Volgens hem had de bewoonster zelf haar huis in brand gestoken. De officier van justitie wijst dit van de hand en gelooft het verhaal van de bewoonster omdat dit op meerdere punten ondersteund wordt,
bijvoorbeeld door verklaringen van getuigen.

Opvallend is ook dat de verdachte na zijn aanhouding zijn handen ging wassen in de toiletpot van zijn cel. Ook deed hij de plastic handschoenen uit die de politie bij hem had aangedaan. Bovendien moet de verdachte de brand hebben waargenomen, toen hij die avond het huis verliet. Ook zag hij
dat de bewoonster zich op zeven meter hoog aan de buitengevel vasthield. In plaats van 112 te bellen, reed hij weg. Volgens de officier van justitie blijkt nergens uit dat de bewoonster zelf brand zou hebben gesticht en is dit dan ook onwaarschijnlijk.

De officier van justitie noemde ter zitting dat zij de brandstichting ziet als een aanslag op het leven van de bewoonster. Zij moest door de woonkamer om het huis te kunnen ontvluchten, maar het was daar te heet om doorheen te gaan. Dit maakt deze brandstichting nog ernstiger dan anders. De
officier van justitie neemt in haar eis mee dat de verdachte geen openheid van zaken geeft en zelfs het slachtoffer beschuldigt. Naast de gevangenisstraf van vijf jaar vroeg de officier van justitie ook aan de rechter het slachtoffer een schadevergoeding toe te kennen.

De uitspraak is over twee weken.

Deel dit op

*