In hoger beroep 18 jaar cel geeist voor moord op jonge vrouw Den Bosch


15 april 2016 - Ressortsparket

De advocaat-generaal in Den Bosch heeft achttien jaar gevangenisstraf geeist tegen een 24-jarige man uit Utrecht voor de moord op een 19-jarige vrouw. Volgens het OM is bewezen dat de verdachte op 10 september 2013 het slachtoffer met voorbedachten rade heeft doodgestoken, nabij haar woning in
Den Bosch.

De rechtbank veroordeelde de man tot een gevangenisstraf van achttien jaar. De verdachte heeft tegen het vonnis hoger beroep aangetekend.

Verdachte en slachtoffer hadden een relatie gehad. Aan de fatale steekpartij zijn bedreigingen door verdachte aan het adres van het slachtoffer voorafgegaan. Uit die bedreigingen kan worden afgeleid dat de verdachte niet kon verkroppen dat de vrouw een einde aan de relatie had gemaakt. In de
visie van het OM vormen de bedreigingen onderdeel van het vooropgezette plan van de verdachte het slachtoffer om het leven te brengen.

Volgens het OM is de verdachte op de bewuste dag naar Den Bosch gereisd. Hij had zich voorzien van meerdere messen. In de buurt van de woning van het slachtoffer heeft hij anderhalf tot twee uur staan wachten. Toen hij de vrouw op straat in het vizier kreeg, is hij naar haar toegerend en heeft
hij meermalen op haar ingestoken, met fataal gevolg.

De verdachte heeft het feit aanvankelijk ontkend. Pas in de fase van het hoger beroep van de zaak heeft hij erkend dat hij degene is geweest die het slachtoffer heeft doodgestoken, dan wel dat hij dat moet zijn geweest; de verdachte beroept zich - volgens het OM ten onrechte - gedeeltelijk op
geheugenverlies. De in hoger beroep afgelegde verklaring van de verdachte bevat volgens de advocaat-generaal tal van lacunes en tegenstrijdigheden en roept meer vragen op dan zij beantwoordt. De verklaring is ongeloofwaardig, concludeert het OM, en moet bij de beoordeling van de zaak buiten
beschouwing blijven.

De verdachte zou volgens eigen zeggen naar Den Bosch zijn gegaan om met het slachtoffer te praten. Het OM acht ook dat onderdeel van de verklaring van de verdachte niet geloofwaardig. Het OM meent dat er meerdere aanwijzingen zijn die het bewezen verklaren van voorbedachte raad rechtvaardigen.
Die betreffen niet alleen de handelwijze van de verdachte voorafgaand aan het misdrijf. Ook daarna is hij planmatig te werk gegaan, aldus de advocaat-generaal, zoals bij het zich ontdoen van twee messen. Met zijn in hoger beroep afgelegde verklaring heeft de verdachte, evenals in eerste
aanleg, nagelaten inzicht te geven in zijn beweegredenen, oordeelt het OM.

De advocaat-generaal zei in haar requisitoir dat het slachtoffer geen schijn van kans heeft gehad. ,,Verdachte heeft het het slachtoffer ontnomen om te ontdekken wat het leven voor haar in petto had. Hij heeft een familie een prachtige dochter en zus ontnomen. Dit is een onvoorstelbaar
verlies.''

Het hof doet (naar verwachting) uitspraak over twee weken.

Deel dit op

*