In hoger beroep geldboetes en werkstraffen geeist vanwege omkatten v..


20 april 2016 - Ressortsparket

De advocaat-generaal (OM) in Leeuwarden heeft in hoger beroep geldboetes van in totaal EUR 105.000 geeist tegen twee bedrijven uit Urk in de zgn. Urker visfraudezaak. Tegen een van de natuurlijke personen, een 56-jarige man uit Urk en tevens bestuurder van beide bedrijven, eiste de
advocaat-generaal een werkstraf van 150 uur en een geldboete van 10.000 euro. Een andere verdachte, een 64-jarige man uit de gemeente Ede en bedrijfsleider van een visbedrijf in Nunspeet, hoorde een werkstraf van 100 uur tegen zich eisen. Morgen worden de zaken tegen nog vier verdachten
behandeld, vrijdag nog twee. Het gaat dus in totaal om tien verdachten in hoger beroep.

De zaak draait om het stelselmatig omkatten van de goedkopere vissoorten Yellowfin Sole, Rocksole en Schar naar de duurdere vissoort Schol in de periode van 1 december 2005 tot en met 18 februari 2008. De Yellowfin Sole en Rocksole worden in Azie gevangen. Schol wordt in het noord-oostelijk
deel van de Atlantische Oceaan gevangen. De Aziatische vis werd omgekat naar het duurdere soort Schol om er meer geld aan te kunnen verdienen. Behalve een prijsvoordeel werd ook zo gehandeld om bestaande klanten te kunnen behouden omdat ze anders naar de concurrent zouden gaan. De vis werd
geimporteerd, verwerkt en afgezet door drie bedrijven in Urk. Uit onderzoek door de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) blijkt dat er ook met de factuurstromen gesjoemeld werd. Vervolgens werd de vis als Schol aan veelal afnemers in Duitsland en Italie verkocht.

De rechtbank sprak alle verdachten vrij omdat, zo vond de rechtbank, het oogmerk van misleiding bij de verdachten ontbrak. Het OM was het hiermee niet eens en stelde hoger beroep in. Overigens stelde de rechtbank wel vast dat er sprake was van valse facturen en dat bij de verdachten ook sprake
was van opzet. Het OM is het met deze overwegingen eens.

Het gaat wat het OM betreft in hoger beroep dus alleen om het ontbreken van het aspect van de misleiding bij het leveren van de vis. En daarvan is wel degelijk sprake, zo stelde de advocaat-generaal. "De conclusie die niet alleen kan maar ook moet worden getrokken, is dat stelselmatig onder de
noemer van `Schollenfilet' een andere, goedkopere vissoort werd geleverd. Het merendeel van de afnemers van het bedrijf in Nunspeet, aan wie (uiteindelijk) door de vandaag terechtstaande verdachten is geleverd, is gevestigd in Duitsland. De Duitse autoriteiten hebben aangegeven dat de benaming
Schollenfilet misleidend is en daarom niet gebruikt mag worden voor andere vissoorten dan Noordzeeschol. Ook nadat Duitse afnemers aan de bel trokken, bleken de misleidende leveringen gewoon doorgaan.

Door de verdediging is gesteld dat de afnemers aan de hand van de prijs wisten dat zij geen Noordzeeschol geleverd kregen als de omschrijving op de etikettering en facturering `Schollenfilet' of soortgelijk was. "Als de afnemers dat inderdaad wisten, waarom werd dan niet de juiste benaming
gebruikt", vroeg de advocaat-generaal zich af. "En gesteld dat de afnemers wisten dat ze iets anders geleverd kregen dan Noordzeeschol, maar deze omschrijving Noordzeeschol graag op de facturering wensten om hun eigen (eind)afnemers te misleiden, dan is dus ook bij deze afnemers sprake van het
oogmerk van misleiding."

De verdachten hebben zich schuldig gemaakt aan strafbare feiten en dienen te worden bestraft, zo vindt de advocaat-generaal. Ernstig, zo vindt het OM, omdat de consument bedot wordt: "De consument betaalt voor iets dat hij niet krijgt. Als het quotum Noordzeeschol beperkt is, zoeken deze
verdachten creatieve wegen om toch de omzet te kunnen behouden. Als de concurrentie andere, goedkopere vissoorten op de markt brengt zijn deze verdachten niet te beroerd om hun afnemers tegemoet te komen. De bedrijven hebben vermoedelijk tonnen verdiend met het omkatten van de vis. Ook hebben
de verdachten door de fraude schade toegebracht aan de goede naam van Nederland als vis exporterend land. Daarnaast halen de bedrijven een oneerlijk concurrentievoordeel op bedrijven die zich wel netjes aan de regels houden."

Tijdsverloop
De zaak kent een lange adem. De doorzoekingen vonden plaats op 20 februari 2008. De zaak kende vele verdachten en er is veel onderzoek gedaan. De dagvaardingen waren gereed in oktober 2010 en de eerste regiezitting vond plaats in februari 2011. De zaak is vervolgens aangehouden geweest in
verband met wijzigingen van de tenlasteleggingen. In september 2011 kon worden voortgegaan met de regiezitting. Bij tussenvonnis is toen een aantal onderzoekswensen van de verdediging gehonoreerd. Het uitvoeren van die onderzoekswensen kostte tijd. De onderzoeken waren medio september 2013
gereed en kort daarna werd de zitting vastgesteld op 21 en 22 november 2013. De rechtbank deed op 6 december 2013 uitspraak. Ook heeft er tijdsverloop plaatsgevonden in de hoger beroepsprocedure. Dat is gelegen in het plannen van en vervolgens niet doorgaan van een regiezitting vanwege het
ontbreken van onderzoekswensen en het vervolgens plannen van de megazaak voor de inhoudelijke behandeling.

Uitspraak op 6 juni a.s.

Deel dit op

*