In hoger beroep eis van 4 jaar, waarvan een jaar voorwaardelijk, teg..


20 april 2016 - Ressortsparket

De advocaat-generaal in Leeuwarden heeft in hoger beroep een celstraf van 4 jaar geeist, waarvan een jaar voorwaardelijk, tegen een 28-jarige man uit Groningen die wordt verdacht van onder meer mensenhandel. Drie minderjarige meisjes werden daarvan het slachtoffer.

De verdachte bracht hen in de prostitutie en nam hun verdiensten voor een aanzienlijk deel in. De feiten hebben zich in de periode oktober 2012 tot eind maart 2013 op diverse plekken in de provincie Groningen voorgedaan.

De man wordt tevens verdacht van het vervaardigen en verspreiden van kinderpornografie. De verspreiding van dit beeldmateriaal kwam tot stand in advertenties waarin de seksuele diensten van de meisjes werden aangeboden.

De rechtbank sprak de man op onderdelen vrij en veroordeelde hem tot 3 jaar gevangenisstraf, waarvan een jaar voorwaardelijk. Het OM heeft tegen dit vonnis hoger beroep aangetekend.

Volgens de advocaat-generaal gaat het om ernstige feiten. ,,Het beleid van het OM is erop gericht hard op te treden tegen deze vormen van mensenhandel, zeker als er minderjarigen bij zijn betrokken.'' De aanklager in hoger beroep wees in zijn requisitoir op de slachtofferverklaring van een van
de meisjes, waaruit onomwonden blijkt dat hetgeen haar is overkomen diepe sporen heeft achtergelaten. Het ging om kwetsbare meisjes. De 'beschermingsgedachte' is voor de advocaat-generaal de centrale factor bij het bepalen van de strafmaat.

Volgens de advocaat-generaal moet de verdachte op onderdelen worden vrijgesproken, maar is een hogere straf dan opgelegd door de rechtbank op zijn plaats. Dat signaal is ook nodig, vindt hij, ,,om duidelijk te maken dat mensenhandel een zeer ernstig delict is en zwaarder wordt bestraft dan in
het verleden wel gebeurde. Dat doet ook recht aan de opwaartse ontwikkeling met betrekking tot de wettelijke strafmaat, de implementatie van internationale verplichtingen op dit punt en het nog groeiend aantal voorgenomen strafbepalingen op dit thema. Niet dat alles van straffen te verwachten
is, dat weet ik ook wel, maar er gaat wel een belangrijk maatschappelijk signaal uit van het oordeel van het hof over deze zaak.''

De verdachte liet twee van de drie meisjes sekswerk verrichten in een kamer van de woning van twee medeverdachten. Ook zij stonden in hoger beroep terecht voor hun (strafbare) rol in het geheel. De advocaat-generaal eiste tegen dit tweetal 240 uur werkstraf en een voorwaardelijke celstraf van
9 maanden. De twee mannen zouden met het ter beschikking stellen van de kamer voor de prostitutiepraktijken een drugsschuld bij de hoofdverdachte hebben ingelost.

Het onderzoek naar de mensenhandel bracht enkele klanten in beeld. Ook zij zijn strafrechtelijk vervolgd. Op 22 april staan vier klanten in hoger beroep terecht.

In alle zaken doet het hof uitspraak op 20 mei.

Deel dit op

*