Help mee rattenoverlast te beperken


Help mee rattenoverlast te beperken
20 april 2016
Wij krijgen als gemeente regelmatig meldingen over rattenoverlast. Ratten worden, vaak onbedoeld, aangetrokken door rondslingerende etensresten. De bruine rat gedijt prima in woonwijken, helemaal als eenden zoveel voedsel van bewoners krijgen, dat ze het niet op kunnen. Wat overblijft, trekt
ratten aan.

Hoe kunt u rattenoverlast helpen te beperken?
o Voer geen eenden bij vijvers en sloten; eenden voeren is ook ratten voeren.
o Strooi bij het bijvoeren van (zang)vogels geen graan, brood of andere etenswaren op de grond of in staande vogelvoederhuisjes, maar hang voer op middels een vetbol of iets dergelijks, ratten zijn namelijk uitstekende klimmers.
o Als het warmer wordt is het raadzaam om het voer en de waterschaaltjes weg te halen.

De vogels hebben dan geen behoefte meer aan extra voedsel.
o Voer vooral niet te veel;
o Houdt rennen en nachthokken van (klein)vee schoon en voorkom dat er veel mest of voerresten aanwezig zijn;
o Zorg dat voerbakken van kippen, honden, duiven etc. 's avonds leeg zijn.
o Zorg dat u voer en etenswaren in een afgesloten verpakking (een ton met deksel, oude melkbus, koekblikken etc.) bewaart. Papieren of plastic verpakking is niet afdoende. Dit wordt kapot geknaagd;
o Zorg dat vuilnis in een afgesloten bak of container wordt opgeslagen;
o Stapel openhaardhout op, los van de grond;
o Ruim rommelhoekjes in en om uw huis op.

De bruine rat en ziektes

De bruine rat is een overbrenger van ziektes, waaronder de ziekte van Weil. Die komt voor bij zowel mensen als dieren, bijvoorbeeld bij honden. De belangrijkste infectiebron is water, dat besmet is geraakt met urine van geinfecteerde ratten. De bacterie kan binnentreden via de slijmvliezen of
open wonden. Op dit moment is de ziekte overigens nog niet geconstateerd.

Van ongediertebestrijding naar plaagdierbeheersing

In de afgelopen jaren is ongediertebestrijding ontwikkeld naar plaagdierbeheersing. Uitgangspunt is om dieren zoveel mogelijk te laten leven en de negatieve gevolgen te beheersen. Dat betekent meer aandacht voor preventie en voorlichting en minder gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen.
Preventieve maatregelen zijn bijvoorbeeld gebouwen voorzien van wering, gaten dichten en goed schoonhouden zodat het voor plaagdieren niet aantrekkelijk is.