AOb: Aandacht voor personeel bij proef flexibele schooltijden

Als de proef met flexibele schooltijden in het basisonderwijs wordt uitgebreid, moet er meer aandacht komen voor de ervaringen van het onderwijspersoneel. Ook moet duidelijker zijn hoe de onderwijskwaliteit tijdens blijft behouden met deze proef.

Dat schrijft AOb-bestuurder Jose Muijres in een brief aan de Vaste Kamercommissie onderwijs. Vandaag debatteert de Tweede Kamer over het experiment.

In 2011 begon de proef en mochten aangewezen scholen afwijken van de vastgestelde vakanties en de vijfdaagse schoolweek. Ouders en leerlingen mogen zelf hun vrije dagen en vakantie bepalen in overleg met de basisschool.

Draagvlak

Muijres wijst het ministerie van OCW ook op het draagvlak onder leraren: 47 procent van de docenten ziet flexibele schooltijden niet zitten, zo bleek uit een peiling. 40 procent van de ondervraagden was positief over het concept.

De staatssecretaris schreef onlangs aan de Kamer dat hij het experiment wilde verlengen tot 2018 en uitbreiden naar twintig basisscholen. Hij heeft nu nog onvoldoende zicht op de effecten van flexibele schooltijden. `De betrokkenen zijn tevreden, maar op meerdere deelnemende scholen waren tekortkomingen in kwaliteit te zien', schreef Dekker. Hij vindt het nog te vroeg om conclusies te trekken.

Volgens Muijres laat literatuuronderzoek zien dat kwaliteit en een goede voorbereiding een harde voorwaarde is. Ze roept de staatssecretaris op met concrete plannen te komen om de kwaliteit te verbeteren.

Tweede Kamer

Het Algemeen Dagblad meldde dat een groot deel van de Tweede Kamer (VVD, CDA en D66) voor flexibele schooltijden is. Alleen de PvdA twijfelt nog.

De Sterrenschool in Apeldoorn is positief over het loslaten van de standaard lestijden. Zij pleiten ervoor om het experiment door te zetten. Zij merken dat ouders heus niet zomaar op vakantie gaan, maar rekening houden met de jaarplanning, vieringen en schoolreizen bij het plannen van hun eigen vakantie.