PO-Raad: `Behoud brede bevoegdheid bewegingsonderwijs'


22-04-2016
School, kind & omgeving

Voor de verbetering van bewegingsonderwijs op de basisschool is het van belang dat zowel vakleerkrachten als leerkrachten die de leergang bewegingsonderwijs van de pabo hebben afgerond, de bevoegdheid behouden om bewegingsonderwijs te geven. Daarvoor pleiten de PO-Raad, CNV Onderwijs, de
Algemene Onderwijsbond (AOb) en de Vereniging Hogescholen in een gezamenlijke brief aan de Kamer in de aanloop naar het debat over het VVD-voorstel om de bevoegdheid te beperken.

Op dit moment zijn leerkrachten in het basisonderwijs bevoegd om bewegingsonderwijs te geven wanneer ze de eerstegraads lerarenopleiding lichamelijke opvoeding (ALO) afgerond hebben, na de pabo de Leergang Vakbekwaamheid Bewegingsonderwijs hebben afgerond of groepsleerkracht zijn die zijn
afgestudeerd aan de pabo voor 2005. Als het aan de VVD ligt zouden voortaan alleen leerkrachten die de ALO hebben afgerond nog gymles mogen geven op een basisschool. Dat zou voor een goede sportbasis voor kinderen moeten zorgen, aldus VVD-Kamerlid Heerema, indiener van het voorstel.

Onverstandig en onrealistisch voorstel

In hun brief aan de Kamer leggen de PO-Raad, CNV Onderwijs, de AOb en de Vereniging Hogescholen uit waarom zij dit een onverstandig idee vinden. Zo vinden de partijen dat het plan van de VVD het huidige gevoerde beleid doorkruist. Leraren hebben sinds april 2015 de mogelijkheid om door middel
van een subsidie, de Lerarenbeurs, de brede bevoegdheid gym te halen. Deze mogelijkheid heeft een enorme belangstelling onder leerkrachten en schoolbesturen en wordt hen in 2016 en 2017 ook geboden.

Daarnaast wijzen de partijen erop dat uit de Evaluatie van de Leergang Vakbekwaamheid Bewegingsonderwijs van het Mulier Instituut blijkt dat deze leergang een positieve bijdrage levert aan de kwaliteit van het bewegingsonderwijs op basisscholen. Ook kiezen scholen er soms op basis van
pedagogische redenen voor om de voorkeur te geven aan een reguliere groepsleerkracht met brede bevoegdheid. Tot slot geven de ondertekenaars van de brief aan dat het onrealistisch is dat het financieren van een vakleerkracht vanuit de huidige (al zeer beperkte) financiele middelen
budgetneutraal zou zijn , zoals de VVD stelt.

Kamerdebat

De Kamer discussieert op maandag 25 april over het voorstel van de VVD.

Laatst gewijzigd:
vrijdag 22 april 2016