25 april 2016

Het CDA Den Haag wil dat de gemeente in kaart brengt hoeveel de Haagse popcultuur bijdraagt aan de lokale economie. De CDA-fractie stelt zelf dat de economische waarde van de Haagse popcultuur, Den Haag als popstad nummer 1, zeker niet gering is en op dit moment door de gemeente wordt onderschat.

CDA-raadslid Michel Rogier: `'Dat de popcultuur in Den Haag, De stad van Anouk, de Golden Earring en Direct, leeft zie je aan het muziekaanbod in onze stad de komende zomer: concerten van de Golden Earring, Bruce Springtsteen en Marco Borsato, plus muziekfestivals als Night at the Park, Kaderock, Parkpop en nog veel meer. Ik denk dat als je al die popconcerten en festivals die bezoekers naar onze stad trekken, de vele Haagse popcafes, de zaal- en locatieverhuur, de muziekstudio's en management- en toeleveringsbedrijven bij elkaar optelt dat de Haagse popcultuur naast een klaarblijkelijke historische en culturele waarde ook een aanzienlijke economische waarde heeft voor onze stad.''

Het CDA Den Haag vraagt het stadsbestuur de economische waarde van de popcultuur in kaart te brengt om hun bewering te bevestigen. Rogier: `'Wanneer blijkt dat de popcultuur ook bijdraagt aan de Haagse economie hopen wij dat het stadsbestuur zich extra inzet voor het behoud van de popscene in onze popstad nummer 1.''